Operation Manual
21
16.4 Reiniging van het drupbakje
Let op!
34
Het drupbakje (A14) is voor-
zien van een (rode) drijvende
indicator (A12) van het wa-
terniveau in het bakje (afb.
34). Voor dat deze indicator
uit het kopjesblad (A11) be-
gint te steken, moet het
bakje geledigd en gereinigd
worden, anders kan het
water over de rand van het
bakje lopen en de machine,
het werkoppervlak of de om-
liggende zone beschadigen.
Ga voor de verwijdering van het drupbakje als volgt te werk:
1. Verwijder het drupbakje en het koedikbakje (A10 - afb.
33);
2. Het drupbakje en het koedikbakje leeg maken en
wassen;
3. Het drupbakje samen met het koedikbakje
terugplaatsen.
16.5 Reiniging van de binnenkant van de
machine
Gevaar voor elektrische schok!
Voordat de reiniging van de inwendige delen plaatsvindt, moet
het apparaat uitgeschakeld worden (zie “7. Het apparaat uit-
schakelen”) en losgekoppeld worden van het elektriciteitsnet.
Dompel het apparaat nooit onder in water.
35
1. Controleer regelmatig
(ongeveer één keer per
maand) of de binnen-
kant van het apparaat
(alleen toegankelijk
nadat het drupbakje
(A14) verwijderd is) vuil
is. Verwijder indien
nodig de koeaanslag
met de bijgeleverde
kwast (C5) en een spons.
2. Zuig alle resten met een
stofzuiger op (afb. 35).
16.6 Reiniging van het waterreservoir
1.
Reinig regelmatig (ongeveer een keer per maand) en bij elke
vervanging van het verzachtingslter (C4 - indien aanwe-
zig) het waterreservoir (A16) met een vochtige doek en een
beetje mild reinigingsmiddel;
2. Verwijder het lter (indien aanwezig) en spoel het af onder
stromend water;
3. Plaats het lter terug (indien aanwezig), vul het reservoir
met vers water en plaats het reservoir terug;
4. (Alleen voor modellen met een verzachtingslter) Laat on-
geveer 100 ml heet water lopen om het lter opnieuw te
activeren.
16.7 Reiniging van de tuitjes van de koeuitloop
36B
36A
1. Reinig regelmatig de tui-
tjes van de koeuitloop
(A8) met een spons of
een doek (afb. 36A).
2. Controleer of de gaatjes
van de koeuitloop
verstopt zijn. Verwijder
indien nodig de koe-
resten met een tanden-
stoker (afb. 36B).
16.8 Reiniging van de trechter voor het invoeren
van voorgemalen koe
Controleer regelmatig (ongeveer één keer per maand) of de
trechter voor voorgemalen koe (A4) verstopt is. Verwijder zo
nodig de koeresten met de bijgeleverde kwast (C5).
16.9 Reiniging van de zetgroep
De zetgroep (A19) moet minstens één keer per maand worden
gereinigd.
Let op!
De zetgroep kan niet worden verwijderd wanneer het apparaat
ingeschakeld is.
1. Controleer of de machine de uitschakeling correct heeft
uitgevoerd (zie hoofdstuk “7. Het apparaat uitschakelen”);
2. Verwijder het waterreservoir (A16) (afb. 3);
37 38
PUSH
PUSH
3. Open het deurtje van de zetgroep (A18) (afb. 37) aan de
rechterzijde van het apparaat;
4. Druk de twee gekleurde ontgrendelknoppen naar binnen
en trek tegelijkertijd de zetgroep naar buiten (afb. 38);
5. De zetgroep ongeveer 5 minuten in water onderdompelen
en vervolgens onder de kraan afspoelen;
Let op!
ALLEEN MET WATER AFSPOELEN.
Geen reinigingsmiddelen - Geen afwasmachine
Reinig de zetgroep zonder gebruik van reinigingsmiddelen
omdat deze schade kunnen veroorzaken.
6. Met behulp van de bijgeleverde kwast (C5) eventuele kof-
eresten verwijderen uit de zitting van de zetgroep die
zichtbaar is via het deurtje van de zetgroep;
7. Na de reiniging de zetgroep terugplaatsen in de houder
(afb. 39); druk vervolgens op het opschrift PUSH tot men
een klik hoort;
39 40
N.B.!
Als het moeilijk is om de zetgroep terug te plaatsen, dan moet
hij (vóór de terugplaatsing) op de juiste grootte gebracht wor-
den door op de twee hendels te drukken, zoals getoond in afb.
40.