Instruction Manual
17
Bij het wegnemen van het drupbakje is het verplicht om altijd
ook het koedikbakje te ledigen ook al is dit maar weinig vol.
Gebeurt dit niet dan kan het voorkomen dat, bij het zetten van
verdere kopjes koe, het koedikbakje voller wordt dan voor-
zien en het apparaat zo verstopt raakt.
14.4 Reiniging drupbakje en condensbakje
Let op!
Indien het drupbakje (A18) niet regelmatig wordt leeggemaakt,
kan het water over de rand stromen en in of naast het apparaat
terechtkomen. Dit kan het apparaat, het steunvlak of de omrin-
gende zone beschadigen.
Het drupbakje is voorzien van een rode drijvende indicator (A17)
van het waterniveau in het bakje (afb. 23). Voor dat deze indica-
tor uit het kopjesblad (A16) zal steken, moet het bakje geledigd
en gereinigd worden.
Om het drupbakje te verwijderen:
1. Verwijder het drupbakje en het koedikbakje (A14 - afb.
22);
2. Het drupbakje en het koedikbakje leeg maken en
wassen;
3. Controleer het rode condensbakje (A15), maak het leeg als
het vol is;
4. Plaats het drupbakje en het koedikbakje terug.
14.5 Reiniging van de binnenkant van het
apparaat
Gevaar!
Voordat de reiniging van de inwendige delen plaatsvindt, moet
het apparaat uitgeschakeld worden (zie hoofdstuk “7. Het ap-
paraat uitschakelen”) en losgekoppeld worden van het elektrici-
teitsnet. Dompel het apparaat nooit onder in water.
1. Controleer regelmatig (circa één keer per maand) of de
binnenkant van het apparaat (alleen toegankelijk nadat
het drupbakje (A18) weggenomen is) vuil is. Indien nodig
de koeresten verwijderen met de bijgeleverde kwast (C5)
en een spons;
2. Verwijder de resten met een stofzuiger (afb. 24).
14.6 Reiniging van het waterreservoir
1. Reinig regelmatig (ongeveer één keer per maand) en bij
elke vervanging van het verzachtingslter (C4 - indien
aanwezig) het waterreservoir (A10) met een vochtige doek
en een beetje mild reinigingsmiddel;
2. Verwijder het lter (indien aanwezig) en spoel deze af
onder stromend water;
3. Plaats het lter terug (indien aanwezig), vul het reservoir
met vers water en plaats het reservoir terug;
4. (Alleen voor modellen met een verzachtingslter) Laat on-
geveer 100 ml heet water lopen om het lter te activeren.
14.7 Reiniging van de tuitjes van de koeuitloop
1. Reinig de tuitjes van de koeuitloop (A13) regelmatig met
een spons of een doek (afb. 25A).
2. Controleer of de gaatjes van de koeuitloop verstopt zijn.
Verwijder indien nodig de koeresten met een tandensto-
ker (afb. 25B).
14.8 Reiniging van de trechter voor het invoeren
voorgemalen koe
Controleer regelmatig (ongeveer één keer per maand) of de
trechter waarin de gemalen koe (A6) moet, niet is verstopt.
Verwijder zo nodig de koeresten met de bijgeleverde kwast
(C5).
14.9 Reiniging van de zetgroep
De zetgroep (A12) moet minstens één keer per maand worden
gereinigd.
Let op!
De zetgroep kan niet worden verwijderd wanneer het apparaat
ingeschakeld is.
1. Controleer of het apparaat de uitschakeling correct heeft
uitgevoerd (zie hoofdstuk “7. Het apparaat uitschakelen”);
2. Verwijder het waterreservoir (A10).
3. Open het deurtje van de zetgroep (A11 - afb. 26) aan de
rechterzijde van het apparaat;
4. Druk de twee gekleurde ontgrendelknoppen naar binnen
en trek tegelijkertijd de zetgroep naar buiten (afb. 27);
Let op!
ALLEEN MET WATER AFSPOELEN.
GEEN REINIGINGSMIDDELEN GEEN AFWASMACHINE
Reinig de zetgroep zonder gebruik van reinigingsmiddelen
omdat deze mogelijk schade veroorzaken.
5. De zetgroep ongeveer 5 minuten in water onderdompelen
en vervolgens onder de kraan afspoelen;
6. Met behulp van de bijgeleverde kwast (C5) eventuele kof-
eresten verwijderen uit de zitting van de zetgroep die
zichtbaar is via het deurtje van de zetgroep;
7. Na het reinigen de zetgroep terug in de houder (afb. 28)
schuiven; druk vervolgens op PUSH tot men een klik hoort;
N.B.:
Als het moeilijk is om de zetgroep terug te plaatsen, dan dient
men hem (voordat hij teruggeplaatst wordt) op de juiste grootte
te brengen door op de twee hendels te drukken, zoals in afb. 29.