Instruction Manual
24
De koe wordt te langzaam of
druppelsgewijs geleverd.
De koe is te jn gemalen. Draai de regelknop van de maalgraad (A2) één
klik naar rechts in de richting van het nummer
7 terwijl de koemolen in werking is (afb. 8).
Draai de knop één klik per keer tot de afgifte
naar wens is. Het eect is pas zichtbaar nadat
2 keer koe is gezet (zie par. “10.3 Instelling
van de koemolen”).
De koe loopt niet uit
één of beide tuitjes van de
koeuitloop.
De tuitjes van de koeuitloop (A13) zijn
verstopt.
Reinig de tuitjes met een tandenstoker.
De melk komt niet uit het
afgiftepijpje
Het deksel (D2) van het melkreservoir is vuil. Reinig het deksel van het melkreservoir zoals
beschreven in par. “15. Ontkalken”.
De melk vertoont grote bel-
len of komt spuitend uit het
afgiftepijpje, of heeft weinig
schuim
De melk is niet voldoende koud of het is geen
halfvolle melk.
Gebruik magere of halfvolle melk bij koelkast-
temperatuur (circa 5°C). Indien het resultaat
nog steeds niet naar wens is probeer dan een
ander merk melk.
De schuimregelknop (D1) is niet goed
afgesteld.
Afstellen volgens de aanwijzingen van par.
“11.2 De hoeveelheid schuim regelen”
Het deksel (D2) of de schuimregelknop (D1) op
het melkreservoir zijn vuil.
Reinig het deksel en de draaiknop van het
melkreservoir zoals beschreven in de par. “15.
Ontkalken”.
De spuitmond heet water/stoom (A19) is vuil. Reinig de spuitmond zoals beschreven in
par. “14.11 Reiniging van de spuitmond heet
water/stoom”.
Het apparaat schakelt niet in De stekker is niet in het stopcontact geplaatst. Steek de stekker in het stopcontact (afb. 1).
De hoofdschakelaar (A8) is niet ingeschakeld. Druk op de hoofdschakelaar (afb. 2).
De zetgroep kan niet verwij-
derd worden
De uitschakeling van het apparaat is niet cor-
rect uitgevoerd.
Het apparaat uitschakelen met de toets
(zie hoofdstuk “7. Het apparaat uitschakelen”).