Instruction Manual
14
RISTRETTO LUNGO
5. De bereiding begint en op het display (B1) verschijnt de
melding van de geselecteerde koe.
Zodra de bereiding voltooid is, is het apparaat weer klaar voor
nieuw gebruik.
N.B.:
• Terwijl het apparaat koe zet, kan de afgifte op ieder ge-
wenst moment onderbroken worden door op één van de
afgiftetoetsen te drukken.
• Zodra de afgifte beëindigd is en men de hoeveelheid kof-
e in het kopje wenst te vergroten, volstaat het om (bin-
nen 3 seconden) op één van de toetsen voor koeafgifte
te drukken.
• Voor het verkrijgen van een warmere koe, raadpleeg
paragraaf “10.4 Tips voor een warmere koe”.
Let op!
• Komt de koe druppelsgewijs naar buiten, of weinig vo-
lumineus met weinig crème, of te koud, lees dan de tips in
het hoofdstuk “21. Problemen oplossen”).
• Tijdens het gebruik verschijnen er op het display en-
kele berichten waarvan de betekenis wordt beschreven in
hoofdstuk “20. Op het display weergegeven berichten”.
10.6 Koe bereiden met voorgemalen koe
Let op!
• Doe nooit koebonen in de trechter voor de voorgemalen
koe (A6), dit kan de machine beschadigen.
• Doe nooit voorgemalen koe in het uitgeschakelde appa-
raat om te voorkomen dat het in het apparaat terechtkomt
en het bevuilt. In dit geval kan het apparaat beschadigd
raken.
• Voeg nooit meer dan 1 afgestre-
ken doseerschepje (C2) toe, an-
ders kan het apparaat binnen vuil
worden of de trechter verstopt
raken.
N.B.:
Bij het gebruik van voorgemalen koe kan slechts een kopje
koe per keer worden gezet.
1. Controleer of het apparaat ingeschakeld is;
2. Druk op de toets (B6);
3. Controleer dat de trechter niet verstopt is en voeg vervol-
gens een afgestreken doseerschepje voorgemalen koe
toe (afb. 13);
4. Plaats een kopje onder de tuitjes van de koeuitloop
(A13);
5. Druk op de gewenste afgiftetoets voor 1 kopje (B8 -
of B11 - );
6. De bereiding begint.
11. BEREIDING VAN DRANKEN MET MELK
N.B.!
• Om te voorkomen dat er weinig opgeschuimde melk ver-
kregen wordt, of met grote luchtbellen, altijd het deksel
van het melkreservoir (D2) en het afgiftepijpje heet water
(A19) schoonmaken zoals beschreven in hoofdstuk “12.
Reiniging van het melkreservoir na ieder gebruik” en in
paragrafen “15. Ontkalken” en “14.11
Reiniging van de
spuitmond heet water/stoom
”.
11.1 Het melkreservoir vullen en aanbrengen
1. Neem het deksel weg (D2) (afb. 14);
2. Vul het melkreservoir (D3) met een voldoende hoeveel-
heid melk. Ga niet voorbij het MAX peil dat op het reservoir
staat aangeduid (afb. 15). Denk eraan dat ieder op de zij-
kant van het reservoir aangegeven streepje overeenkomt
met 100 ml melk.
N.B.!
• Voor dikker en homogener schuim is het noodzakelijk ma-
gere of halfvolle melk op koelkasttemperatuur (circa 5° C)
te gebruiken.
• Indien de modus “Energiebesparing” geactiveerd is, kan
het enkele seconden duren eer de afgifte van de drank
begint.
3. Zorg ervoor dat het melkopvoerpijpje (D4) goed in zijn
zitting is geplaatst op de bodem van het deksel van het
melkreservoir (afb. 16);
4. Plaats het deksel opnieuw op het melkreservoir;
5. Verwijder het afgiftepijpje heet water (C6) van het
mondstuk;
6. Duw het melkreservoir vast op de spuitmond (afb. 17);
7. Plaats een kopje dat voldoende groot is onder de tuitjes
van de koeuitloop en onder het afgiftepijpje van de
opgeschuimde melk (D5); regel de lengte van het afgif-
tepijpje door het eenvoudig naar beneden te trekken en
dichter bij het kopje te brengen (afb. 18);
8. Volg de aanwijzingen hierna voor iedere specieke functie.
11.2 De hoeveelheid schuim regelen
Door de schuimregelknop (D1) op het deksel van het melkre-
servoir (D2) te draaien, kan men de hoeveelheid schuim selec-
teren die tijdens de bereiding van de dranken met melk wordt
afgegeven
KLEINE KOP GROTE KOP