Operation Manual

85
Audio Delay
Standaardinstellingen zijn onderstreept.
Pas handmatig de tijd aan als u een video kijkt, om het audiosignaal te vertragen.
Instellingen
0ms – 200ms
•Dit item kan worden ingesteld binnen een bereik van 0 tot 100 ms wanneer “Auto Lip Sync”
(vblz.89) is ingesteld op “On” en wanneer een TV is aangesloten die compatibel is met Auto Lip
Sync.
•Bewaar “Audio Delay” voor iedere invoerbron.
Volume
Standaardinstellingen zijn onderstreept.
Geef de volumeinstelling op.
Items instellen Instellingen
Scale
Stel weergave volume in.
0 – 98 : Weergave in bereik 0,5 (Min) – 98.
–79.5dB – 18.0dB : Weergave ---dB (Min), in bereik –79,5 dB – 18,0 dB.
De “Scale” instelling is ook toegevoegd aan de “Limit” en “Power On
Level” weergavemethode.
Limit
Kies een instelling voor het
maximumvolume.
Off : Stel geen maximumvolume in.
60 (–20dB) / 70 (–10dB) / 80 (0dB)
Power On Level
Definieer de volume-
instelling die actief is
wanneer de netspanning
wordt ingeschakeld.
Last : Gebruik de opgeslagen instelling van de laatste sessie.
Mute : Schakel demping steeds in wanneer spanning wordt ingeschakeld.
1 – 98 (–79dB – 18dB) : Het volume is aangepast aan het ingestelde
niveau.
Mute Level
Stel de verzwakking in
wanneer demping is
ingeschakeld.
Full : Het geluid wordt volledig uitgeschakeld.
–40dB : Het geluid is 40 dB verzwakt.
–20dB : Het geluid is 20 dB verzwakt.
Audio
Subwoofer Level
Standaardinstellingen zijn onderstreept.
Zet de subwoofer aan/uit en stelt het uitvoerniveau in.
Items instellen Instellingen
Subwoofer
Schakel subwooferuitgang
in en uit.
On : De subwoofer wordt gebruikt.
Off : De subwoofer wordt niet gebruikt.
OPMERKING
Dit kan worden ingesteld wanneer de geluidsmodus is ingesteld op
“DIRECT” (vblz. 66) en de “Subwoofer Mode” (vblz. 96) is
ingesteld op “LFE+Main”.
Subwoofer Level
Stel het
subwooferuitgangsniveau in.
–12dB – +12dB (0dB)
Restorer
Gecomprimeerde audioformaten zoals MP3, WMA (Windows Media Audio) en MPEG-4 AAC, reduceren
de hoeveelheid gegevens door de signaalcomponenten te verwijderen die buiten het bereik van het
menselijke gehoor liggen. De “Restorer”-functie genereert de signalen die tijdens het comprimeren
zijn verwijderd, waardoor het geluid vrijwel volledig in originele staat wordt teruggebracht. Bovendien
wordt het gevoelsmatige volume van de lage tonen gecorrigeert waardoor er met de gecomprimeerde
audiosignalen een voller geluid wordt verkregen.
Items instellen Instellingen
Restorer
Stel de modus in voor
“Restorer”.
Off : Gebruik “Restorer” niet.
Mode1 (High) : Geoptimaliseerde modus voor gecomprimeerde bronnen
met zeer zwakke hoge tonen (64 kbps en lager).
Mode2 (Middle) : Pas geschikte lage- en hogetonenversterking toe voor
alle gecomprimeerde bronnen (96 kbps en lager).
Mode3 (Low) : Geoptimaliseerde modus voor gecomprimeerde bronnen
met normale hoge tonen (96 kbps en hoger).
•Dit item kan worden ingesteld als er analoge signalen of een PCM-
signaal (bemonsteringsfrequentie = 44,1/48 kHz) worden ingevoerd.
•De “Restorer” instellingen worden voor iedere ingangsbron opgeslagen.
•De standaardinstelling van dit item voor “NETWORK” en “iPod/USB” is
“Mode3 (Low)”. Alle andere staan ingesteld op “Off”.
•Dit kan niet worden ingesteld wanneer de geluidsmodus is ingesteld op
“DIRECT”.
Geavanceerde versie
Informatie
Geavanceerde versie
Basisversie
DVD