Operation Manual

o
Geluidssterktebeheer
Hiermee stelt u in om uit te voeren zoals opgegeven in
“Volumecompressie” of om direct uit te voeren zonder het dynamisch
bereik van audio die op de schijf is opgenomen, te comprimeren.
Aan
(Standaard) :
Uitgangen worden opgegeven op basis
van het inschakelen van instellingen die
zijn opgegeven in “Volumecompressie”
en “Dialoognormalisatie” (v blz. 243).
Uit:
Deinstellingen “Volumecompressie” en
“Dialoognormalisatie” worden
uitgeschakeld en de signalen op de schijf
worden uitgevoerd zoals ze zijn.
“Geluidssterktebeheer” kan worden ingesteld wanneer een Dolby Digital, Dolby
Digital Plus of Dolby TrueHD-signaal wordt ingevoerd.
o
Volumecompressie
Compressie van dynamisch bereik (verschil tussen harde en zachte
geluiden).
Automatisch:
Regeling automatische compressie van
dynamisch bereik aan/uit volgens bron.
Laag / Medium / Hoog: Hiermee stelt u het compressieniveau in.
Uit:
Compressie van dynamisch bereik is altijd
uit.
0
“Volumecompressie” kan worden ingesteld wanneer een Dolby Digital, Dolby
Digital Plus of Dolby TrueHD-signaal wordt ingevoerd.
0
De standaardinstelling is “Uit”. Wanneer het invoersignaal Dolby TrueHD of
Dolby Atmos source is, is de standaardinstelling “Automatisch”.
o
Lage frequentie effecten
Stel het niveau van de lagfrequentie-effecten (LFE) in.
-10 dB – 0 dB (Standaard : 0 dB)
Voor een goede weergave van de diverse programmabronnen worden de
volgende waarden aanbevolen.
0
Dolby Digital bronnen : 0 dB
0
DTS-filmbronnen: 0 dB
0
DTS muziek bronnen : -10 dB
Inhoud
Aansluitingen Weergave Instellingen Tips Appendix
165
Voorpaneel Display Achterpaneel
Afstandsbediening
Index