Operation Manual
Aan de slag Aansluitingen Weergave Technische Gegevens
Memofunctie Utility
Q4 Gebruik de
FILTER
-toets en de
EFFECTS
-knop om
de filterparameters in te stellen.
Tijdens het instellen van de parameters
knipperen de
FILTER-toets en de
PARAMETERS-indicator.
b De Filter Band breedte kan ingesteld worden met
de
EFFECTS-knop terwijl de Filter soorten ingesteld
kunnen worden met de
PARAMETERS-knop (hoog/
medium/laag).
Q5 Druk op de
PARAMETERS
-
knop of op de
PLATTER MODE-
toets om het scherm voor
instelling van de parameters te
sluiten.
Q6 Druk op de
FILTER
-toets terwijl het
scherm voor instelling van de
flangerparameters wordt getoond.
Het filter uitschakelen.
Draaitafeleffecten
De duur van de Brake-functie instellen
Deze functie bootst het geluid na van een draaitafel die
langzaam tot stilstand komt.
Q7 Druk op de
BRAKE-toets.
Wanneer op de BRAKE-toets wordt gedrukt, wordt de
Brake-functie geselecteerd en knipperen de
BRAKE-
toets en de PARAMETERS -indicator gedurende ongeveer 3
seconden om de huidige werkingsduur van de brake aan te
geven.
Q8 Draai aan de
PARAMETERS
-knop om de duur van
de Brake-functie in te stellen.
De duur is ingesteld en de functie voor het instellen
van de duur wordt uitgeschakeld.
b De functie voor het instellen van de duur wordt
automatisch uitgeschakeld wanneer het toestel
gedurende 3 seconden na het indrukken van de
BRAKE-toets niet wordt bediend en nadat de duur
met behulp van de
PARAMETERS-knop is ingesteld.
De brake gebruiken
Druk tijdens weergave op de
1 3
-toets.
Druk nogmaals op de
1 3
-toets om de brake-functie
nog tijdens het effect te annuleren.
De Brake-functie wordt geannuleerd.
De Brake-functie uitschakelen
Q9 Druk op de
BRAKE
-toets terwijl de Brake-functie is
ingeschakeld.
De Brake-functie wordt uitgeschakeld.
Basisbedieningen
Flangerparameters instelling
o Druk op de
FLANGER
-toets.
Wanneer op de FLANGER-toets wordt gedrukt, licht
de FLANGER-toets op en verschijnt het scherm voor
instelling van de parameters.
b Wanneer de flanger-functie is ingeschakeld, drukt u op de
FLANGER-
toets om de flanger-parameterkeuzefunctie in te stellen.
Q0 Draai zowel aan de
PARAMETERS
-knop als de
EFFECTS
-knop om de flanger
parameters in te stellen.
Tijdens het instellen van de parameters
knipperen de
FLANGER-toets en de
PARAMETERS-indicator.
b De FLANGER Depth kan ingesteld worden met de
EFFECTS-knop terwijl de FLANGER Delay Time ingesteld kan
worden met de
PARAMETERS-knop.
Q1 Druk op de
PARAMETERS
knop of op de
PLATTER
MODE
-toets om het scherm
voor instelling van de
parameters te sluiten.
Q2 Druk op de
FLANGER
-toets terwijl het
scherm voor instelling van de
flangerparameters wordt getoond.
De flanger uitschakelen.
Q3 Druk op de
FILTER
-toets.
Wanneer op de FILTER-toets wordt gedrukt, licht de
FILTER-toets op en verschijnt het scherm voor instelling
van de parameters.
b Wanneer de filterfunctie is ingeschakeld, drukt u op de
FILTER-
toets om de filterparameterkeuzefunctie in te stellen.
Filterparameters instelling
W0 Druk tijdens weergave op de
DUMP
-toets.
Dump play begint.
Dump Play
Deze functie zorgt voor een speciaal weergave effect door
omgekeerd geluid te combineren met normaal geluid.
n Dump-effect
Druk tijdens weergave op de
DUMP
-toets.
b Telkens wanneer op de DUMP-toets wordt gedrukt, wordt
overgeschakeld tussen dump play en normale weergave.
bDump play wordt uitgeschakeld wanneer hot start of stutter wordt
gebruikt.
n Dump play uitschakelen
W1 Druk tijdens dump play op de
DUMP
-toets.
Dump play wordt uitgeschakeld.
OPMERKING
DUMP-tijdeffect wordt voortgezet totdat deze wordt uitgeschakeld.