Operation Manual
31
Aan de slag Aansluitingen
Het netsnoer
aansluiten
Geavanceerde
bediening
Geavanceerde
bediening
ProbleemoplossingUitleg termenInformatie Specificaties Index
NEDERLANDS
Andere functies
Tekens invoeren
Bij dit apparaat kunnen de namen van de schermen“Stem af op het
voorkeuzekanaal dat u wilt benoemen” (vblz. 14), “Napster
Account” (vblz. 12) en “Last.fm Account” (vblz. 11) enz.
naar believen worden gewijzigd.
Hieronder vindt u de twee methoden waarop tekens kunnen worden
ingevoerd.
Methode Bediening
De cijfertoetsen
gebruiken
•Bediening met de afstandsbediening.
•Elke toets heeft meerdere tekens, en
telkens wanneer u op de toets drukt,
gaat u over op het volgende teken.
De cursortoetsen
gebruiken
•Bediening met de afstandsbediening of
het hoofdtoestel.
•Voer met de uio p en [ENTER] of
<1/3 ENTER> de tekens in.
n Afbeelding van scherm voor het invoeren
P03
[Gebruikersnaam]
Selecteer
: Enter
Selecteer Verplaatsen
GInvoer voorkeuzenaamH
GAccountinvoerH
Cursor
De cijfertoetsen gebruiken
1
Het scherm weergeven waarop u tekens kunt
invoeren
.
2
Plaats de cursor op het teken dat moet worden
veranderd met o p en druk op [NUMBER] (0 – 9)
tot het gewenste teken verschijnt.
•Het type tekens dat kan worden ingevoerd wordt hieronder
getoond.
1 . @ - _ / :
˜
m n o M N O 6
a b c A B C 2 p q r s P Q R S 7
d e f D E F 3 t u v T U V 8
g h i G H I 4 w x y z W X Y Z 9
j k l J K L 5
0 (spatie) ! “ # $ % & ‘ ( )
z
+ ,
; < = > ? [ \ ] ^ ` { | }
•U kunt het type teken dat u wilt invoeren, wisselen door op
[MODE]
te drukken wanneer de weergavenaam wordt gewijzigd.
•Druk op
[CLEAR] om het teken te wissen.
•Voor het continu invoeren van tekens die zijn toegekend aan een
cijfertoets, drukt u op
p om de cursor naar rechts te verplaatsen
na een teken te hebben ingevoerd, en voert u vervolgens het
volgende teken in.
•Voor het invoeren van tekens die aan verschillende toetsen zijn
toegekend, blijft u continu op de cijfertoets drukken. De cursor gaat
daarbij automatisch naar de volgende positie, en het ingevoerde
teken wordt vastgelegd.
3
Herhaal stap 2 om de naam te wijzigen, en druk op
[ENTER] of <1/3
ENTER
> om het vast te leggen.
Voorbeeld: voor het wijzigen van de ingangsbron van “POPS” naar
“ROCK”
q Plaats de cursor op “P”.
POPS
w Druk zevenmaal op .
ROPS
“P” verandert in “R”.
e Druk tweemaal op p.
ROPS
“R” wordt automatisch geregistreerd en de
cursor wordt op “P” geplaatst.
r Druk zesmaal op
.
ROCS
“P” changes to “C”.
t Druk op p.
ROCS
“C” wordt automatisch geregistreerd en de
cursor wordt op “S” geplaatst.
y Druk vijfmaal op
.
ROCK
“S” verandert in “K”.
u Druk op
[ENTER] of <1/3 ENTER> om de ingevoerde naam vast
te leggen.