Operation Manual
29
Aan de slag Aansluitingen
Geavanceerde bedieningStandaardbediening Informatie ProbleemoplossingUitleg termen Specifi caties Index
NEDERLANDS
Verbinden van draadloze LAN
Indien u “Network First Setup” heeft geannuleerd of de
netwerkinstellingen heeft veranderd, voer dan “Menu” − “Network”
− “Network First Setup” uit.
n Zoeken van toegangspunt (Draadloze LAN).
1
Het plaatsen van een antenne
Indien een LAN-kabel is aangesloten dient u deze te
verwijderen.
2
Schakel dit toestel in.
(vblz.11 “Aanzetten”)
3
Druk op [MENU].
Zet de menu-instellingsmodus aan en het menu verschijnt in
de display. (vblz.25 “Overzicht van het menu”)
4
Gebruik ui om “Network” – “Connection” –
“Search Access Point” te selecteren en druk daarna
op [ENTER], <1/3
ENTER
> of p.
Het door u ingestelde toegangspunt wordt weergegeven.
5
Gebruik ui om het toegangspunt te selecteren en
druk dan op [ENTER], <1/3
ENTER
> of p.
Als het toegangspunt niet automatisch wordt gedetecteerd,
gebruikt u “Handmatige instellingen” (vblz.30) procedure.
6
Als er een encryptieinstelling is voor het toegangspunt
dat u hebt geselecteerd in stap 5, voer dan dezelfde
encryptiesleutel in die u heeft gebruikt voor het
toegangspunt. (Als er geen encryptieinstelling is, ga
dan verder met stap 7.)
Gebruik uio p om de “Key” (encryptiesleutel) in te voeren
en druk op [ENTER], <1/3 ENTER> of p. Voer dezelfde
encryptiesleutel in als u hebt gebruikt voor het toegangspunt.
• Het type tekens dat kan worden ingevoerd wordt hieronder getoond.
G HoofdlettersH
ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ
GKleine lettersH
abcdefghijklmnopqrstuvwxyz
GSymbolenH
! “ # $ % & ‘ ( )
z
+ , - . / : ; < = > ? @ [ \ ] ^ _ ` { | }
˜
GNummersH
0123456789 (spatie)
• Als er geen beveiligingsinstellingen zijn gebruikt in de instellingen
voor de internetverbinding, dan is deze stap niet nodig.
7
Gebruik i om “Connection” te selecteren en druk
dan op [ENTER], <1/3
ENTER
> of p.
De netwerkverbinding start.
• Dit toestel maakt automatisch de netwerkinstellingen met de
DHCP-functie.
• Bij het verbinden met een netwerk dat geen DHCP-functie heeft,
moet u de instelling bij Netwerk verbinden (DHCP=Uit) maken
(vblz.28).
n WPS-instellingen (druktoetsmethode)
1
Druk op [MENU].
Zet de menu-instellingsmodus aan en het menu verschijnt in
de display. (vblz.25 “Overzicht van het menu”)
2
Gebruik ui om “Network” – “Connection” –
“WPS” – “Push Button” te selecteren en druk
daarna op [ENTER], <1/3
ENTER
> of p.
3
Gebruik ui om “Enter” te selecteren en druk
daarna op [ENTER], <1/3
ENTER
> of p.
Druk op de WPS toets van de router en de Enter toets van het
toestel.
4
Wanneer er een verbinding is verkregen met het
toegangspunt wordt “Succeeded” weergegeven.
n WPS-instellingen (PIN-codemethode)
1
Druk op [MENU].
Zet de menu-instellingsmodus aan en het menu verschijnt in
de display. (vblz.25 “Overzicht van het menu”)
2
Gebruik ui om “Network” – “Connection” –
“WPS” – “PIN code” te selecteren en druk daarna
op [ENTER], <1/3
ENTER
> of p.
Het door u ingestelde toegangspunt wordt weergegeven.
3
Gebruik ui om het toegangspunt te selecteren en
druk op [ENTER], <1/3
ENTER
>, of p.
Het PIN-codenummer wordt weergegeven.
4
Stel deze PIN-code in op het register.
Wanneer er een verbinding is verkregen met het toegangspunt
wordt “Succeeded” weergegeven.
n Proxy-instellingen
Maak deze instelling als u verbinding maakt met het internet via
een proxy server.
1
Druk op [MENU].
Zet de menu-instellingsmodus aan en het menu verschijnt in
de display. (vblz.25 “Overzicht van het menu”)
2
Gebruik ui om “Network” – “Connection” –
“Proxy” te selecteren en druk daarna op [ENTER],
<1/3
ENTER
> of p.
Het “Proxy” instelmenu verschijnt.
3
Als “Proxy(On)” verschijnt, gaat u naar stap 5. Als
“Proxy(Off)” verschijnt, drukt u op [ENTER], <1/3
ENTER
>, of p.
Het “Proxy” (Aan/Uit) instelmenu verschijnt.
4
Gebruik ui om “On” te selecteren en druk daarna
op [ENTER], <1/3
ENTER
> of p.
Het “Proxy” instelmenu verschijnt.
5
Gebruik ui om “Proxy(Address)” of
“Proxy(Name)” te selecteren en druk daarna op
[ENTER], <1/3
ENTER
> of p.
Het “Select Type” instelmenu verschijnt.
• Selecteer of Proxy een serveradres of een domeinnaam is.
6
Gebruik ui om “Address” of “Name” te selecteren
en druk daarna op [ENTER], <
1/3
ENTER
> of p.
Het “Proxy” instelmenu verschijnt.
7
Gebruik ui om “Address” of “Name” te selecteren
en druk daarna op [ENTER], <
1/3
ENTER
> of p.
Het “Address” of “Name” invoermenu verschijnt.
• Voer het serveradres of de domeinnaam in.
8
Gebruik uip of [NUMBER] (0 – 9) om het adres
of de naam in te voeren en druk op [ENTER] of <1/3
ENTER
>.
Het “Proxy” instelmenu verschijnt.
9
Gebruik ui om “Port” te selecteren en druk
daarna op [ENTER], <1/3
ENTER
> of p.
Het “Port” invoermenu verschijnt.
10
Gebruik ui p of [NUMBER] (0 – 9) om de poort
in te voeren en druk op [ENTER] of <1/3
ENTER
>.
De Proxy-instellingen zijn nu voltooid.
Het netwerk instellen [Network]
6.RCDN7E2_NED_104.indd 296.RCDN7E2_NED_104.indd 29 2011/07/30 16:30:002011/07/30 16:30:00










