Operation Manual
36
NEDERLANDS
Andere functies
Tekens invoeren
U kunt de namen naar wens wijzigen met “Preset Name” (vblz.16),
“Napster Account” (vblz.22), “Last.fm account” (vblz.21) en tekens
invoeren voor de netwerkfuncties.
Hieronder vindt u de twee methoden waarop tekens kunnen worden
ingevoerd.
Methode Bediening
De cijfertoetsen
gebruiken
• Bediening met de afstandsbediening.
• Elke toets heeft meerdere tekens, en
telkens wanneer u op de toets drukt,
gaat u over op het volgende teken.
De cursortoetsen
gebruiken
• Bediening met de afstandsbediening of
het hoofdtoestel.
• Voer met de uio p en [ENTER] of
<1/3 ENTER> de tekens in.
n Afbeelding van scherm voor het invoeren
select move
P03
[Username]
select
: enter
GVoorkeuzenaamH
GInvoer accountH
Cursor
De cijfertoetsen gebruiken
1
Het scherm weergeven waarop u tekens kunt
invoeren.
2
Plaats de cursor op het teken dat moet worden
veranderd met o p en druk op [NUMBER] (0 – 9)
tot het gewenste teken verschijnt.
• Het type tekens dat kan worden ingevoerd wordt hieronder getoond.
1 . @ - _ / :
˜
m n o M N O 6
a b c A B C 2 p q r s P Q R S 7
d e f D E F 3 t u v T U V 8
g h i G H I 4 w x y z W X Y Z 9
j k l J K L 5
0 (spatie) ! “ # $ % & ‘ ( )
z
+ ,
; < = > ? [ \ ] ^ ` { | }
• U kunt het type teken dat u wilt invoeren, wisselen door op
[MODE]
te drukken wanneer de weergavenaam wordt gewijzigd.
• Voor het continu invoeren van tekens die zijn toegekend aan een
cijfertoets, drukt u op p om de cursor naar rechts te verplaatsen
na een teken te hebben ingevoerd, en voert u vervolgens het
volgende teken in.
• Voor het invoeren van tekens die aan verschillende toetsen zijn
toegekend, blijft u continu op de cijfertoets drukken. De cursor gaat
daarbij automatisch naar de volgende positie, en het ingevoerde
teken wordt vastgelegd.
3
Herhaal stap 2 om de naam te wijzigen, en druk op
[ENTER] of <1/3
ENTER
> om het vast te leggen.
Voorbeeld: voor het wijzigen van de ingangsbron van “POPS” naar
“ROCK”
q Plaats de cursor op “P”.
POPS
w Druk zevenmaal op .
ROPS
“P” verandert in “R”.
e Druk tweemaal op p.
ROPS
“R” wordt automatisch geregistreerd en de
cursor wordt op “P” geplaatst.
r Druk zesmaal op
.
ROCS
“P” changes to “C”.
t Druk op p.
ROCS
“C” wordt automatisch geregistreerd en de
cursor wordt op “S” geplaatst.
y Druk vijfmaal op
.
ROCK
“S” verandert in “K”.
u Druk op [ENTER] of <1/3 ENTER> om de ingevoerde naam vast
te leggen.
[NUMBER]
u
p
[ENTER]
i
o
[TUNER]
[CD]
[MODE]
[USB]
[iPod]
ON/STANDBY
[8]
[9]
[1/3]
/&5803,$%3&$&*7&33$%/
<VOLUME df>ON/STANDBY
p
i
<1/3 ENTER> o
u
<5>
Toets op het toestel en de afstandsbediening
TOETS
Toets die zich alleen op het toestel bevindt
<TOETS>
Toets die zich alleen op de afstandsbediening bevindt
[TOETS]
Symbolen voor het aangeven van toetsen in deze
handleiding
6.RCDN7E2_NED_104.indd 366.RCDN7E2_NED_104.indd 36 2011/07/30 16:30:022011/07/30 16:30:02










