Operation Manual

48 Caravan - 11-05 - DET-0025-05 NL
Wonen
7
7.4 Ventileren
Door regelmatig en doelgericht ventileren voor een continue luchtverversing zorgen. Alleen op deze
manier wordt verhinderd, dat zich bij koeler weer condenswater vormt. Door een op elkaar afgestem-
de verwarming, luchtverdeling en ventilatie wordt in koele seizoenen een aangenaam woonklimaat
gecreƫerd. De caravan bij langere stilstand af en toe goed doorluchten, met name in de zomer, om-
dat er warmteophoping mogelijk is.
7.5 Ramen
7.5.1 Uitzetbaar raam
De zuurstof binnen in de wagen wordt door ademen of door het gebruik van het gas-
kooktoestel enz. verbruikt en moet daarom voortdurend worden ververst. Daarom zijn
in de caravan kunstmatige ventilatieopeningen gemonteerd. Ingebouwde kunstmati-
ge ventilatieopeningen (dakluiken met kunstmatige ventilatie of paddestoeldakventi-
latoren) nooit afdekken, b. v. met een wintermat, of dichtzetten. Kunstmatige ventila-
tieopeningen vrijhouden van sneeuw en bladeren. Er bestaat verstikkingsgevaar door
een verhoogd CO
2
-gehalte.
> Bij bepaalde weersomstandigheden kan ondanks toereikende ventilatie condenswater
ontstaan aan metalen voorwerpen (bijv. schroefverbindingen aan de bodem van het
voertuig).
> Binnen in het dubbele plexiglasraam kan zich bij extreme weersomstandigheden con-
denswater vormen. Het raam is zo geconstrueerd dat condenswater bij een stijgende
buitentemperatuur gemakkelijk kan verdampen. Voor beschadiging van het dubbele
plexiglasraam door condenswater hoeft men niet te vrezen.
> Bij opengewerkte plaatsen (b. v. dakluikranden, contactdozen, vulopeningen, luiken
enz.) kunnen bijkomende koudebruggen ontstaan.
> De ramen zijn uitgerust met verduisteringsrollo's en rolhorren. Verduisteringsrollo's en
rolhorren springen na het losmaken van de vergrendeling door trekkracht automatisch
terug in de uitgangsstand. Om het trekmechanisme niet te beschadigen het verduiste-
ringsrollo of rolhor vasthouden en langzaam in de uitgangsstand terugbrengen.
> Als het verduisteringsrollo helemaal is gesloten, kan er bij sterke zonnestraling warm-
teophoping tussen het verduisteringsrollo en de vensterruit optreden. Het raam kan
beschadigd worden. Daarom bij sterke zonnestraling het verduisteringsrollo maar voor
2/3 sluiten.
> Voor het begin van de rit altijd de ramen sluiten.
> Al naargelang het weer de ramen zo ver sluiten, dat er geen vocht kan binnendringen.
> Voor het openen en sluiten van het uitzetbaar raam dienen alle vergrendelingshendels
die aan het uitzetbaar raam zijn gemonteerd geopend of gesloten te worden.
> Bij het verlaten van de caravan altijd de ramen sluiten.
> Bij het openzetten van de uitzetbare ramen erop letten dat er geen vervormingen op-
treden. Uitzetbare ramen gelijkmatig openen en sluiten.