Operation Manual

devolo
®
dLAN
®
Wireless extender
29
Configuratie
uw netwerk verkrijgen en bijvoorbeeld van uw internetverbinding gebruik
maken. In de regel gebeurt dit zonder dat u het merkt.
Let erop, dat in uitleveringstoestand de WLAN-functie is ingeschakeld
en geen WLAN-codering is ingesteld.
Ter beveiliging van de gegevenstransmissie in uw draadloze netwerk staan er
twee veiligheidsstandaards ter beschikking. De iets oudere en zwakkere
standaard WEP kan de communicatie ofwel met behulp van een code
bestaande uit 10 tekens of uit 26 tekens beveiligen. Voer hiervoor het
betreffende aantal decimale tekens in het veld Code in.
De moderne methode WPA/WPA2 (WiFi Protected Access) maakt
individuele codes bestaande uit letters en cijfers met een lengte van 63
tekens mogelijk. Deze code kan door u gewoon via het toetsenbord
ingevoerd worden, zonder dat hij voordien (zoals bij WEP) in het
hexadecimale formaat omgerekend moet worden. Optioneel kunt u de
toegang van clients tot de Wireless Extender zelfs tot de bijzonder veilige
WPA2-methode beperken door de paramater alleen WPA2 toestaan
(hoogste veiligheid) te activeren.
Bewaar alle gewijzigde instellingen voor u dit configuratiebereik opnieuw
verlaat.
U dient de verbindingen in uw WLAN altijd te coderen. Anders kan iedereen
binnen zendreikwijdte in uw thuisnetwerk binnendringen en bijvoorbeeld uw
internetverbinding mee gebruiken. Kies indien mogelijk altijd de beste
WPA/WPA2-coderingsmethode. Gebruik WEP alleen als een van de draadloze
eindtoestellen geen betere standaard beheerst.
3.4.5 WLAN-filters
Aanvullend op de codering (zie vorige paragraaf) kunt u uw draadloze
netwerk nog verder beveiligen door met behulp van een WLAN-filter de
toegang tot de Wireless extender tot bepaalde toestellen te beperken. Zelfs