Operation Manual

52
NEDERLANDS
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is ontwikkeld voor een bepaalde
netspanning. Controleer altijd of uw netspanning
overeenkomt met de waarde op het typeplaatje.
Uw DEWALT-machine is dubbel
geïsoleerd overeenkomstig EN 50144;
een aarddraad is dan ook niet nodig.
Vervangen van het snoer of de stekker
Als de stekker of het snoer wordt vervangen, moet
de oude stekker c.q. het oude snoer worden
weggegooid. Het is gevaarlijk om de stekker van een
los snoer in het stopcontact te steken.
Gebruik van verlengsnoeren
Wanneer een verlengsnoer wordt gebruikt, neem
dan een goedgekeurd verlengsnoer, dat geschikt is
voor het vermogen van de machine (zie technische
gegevens). De aders moeten minimaal een doorsnede
hebben van 1,5 mm
2
.
Wanneer het verlengsnoer op een haspel zit, rol het
snoer dan helemaal af.
Monteren en instellen
Haal vóór het monteren en instellen altijd
de stekker uit het stopcontact.
Plaatsen en verwijderen van SDS-max
®
-
accessoires (fig. C1 & C2)
Deze machine werkt met SDS-max
®
boren en
beitels (zie inzet in fig. C2 voor een doorsnede van
een SDS-max
®
boorschacht).
Reinig de boorschacht en vet deze in.
Breng slechts een beperkte hoeveelheid
smeermiddel op de boorschacht aan.
Breng geen smeermiddel op de machine
aan.
Steek de boorschacht in de houder (6), en druk
de boor aan en draai hem iets totdat de kraag in
de juiste positie vastklikt.
Trek aan de boor om te controleren of deze goed
vastzit. In de hamerfunctie moet de boor enkele
centimeters naar binnen en naar buiten kunnen
bewegen.
Voor het verwijderen de borgkraag (6) naar
achteren trekken en de boor uitnemen.
Kiezen van de boorstand (fig. D1 & D2)
De klopboormachines hebben twee verschillende
bedrijfsmodes (fig. D1):
Hamerboren: voor boren in steen en
beton.
Hameren: voor licht beitel-, hak- en
sloopwerk.
In deze stand kunt u de machine ook
gebruiken als hefboom om een
vastgelopen boor los te wrikken.
Om de functie te selecteren, drukt u de
vergrendeling (5) in en draait u de
keuzeschakelaar (4) naar het symbool van de
gewenste functie.
Laat de vergrendeling los en controleer of de
keuzeschakelaar vergrendeld is.
Bepalen van de stand van de beitel
De beitel kan in 8 verschillende standen worden
vergrendeld (fig. D2).
Draai de keuzeschakelaar (4) naar boven.
Draai de beitel in de gewenste stand.
Zet de keuzeschakelaar (4) op hameren.
Draai de beitel iets totdat hij op zijn plaats vastzit.
Instellen van de elektronische toerental- en
slagsterkteregeling (fig. B)
Zet het stelwiel (2) in de gewenste stand.
Hoe hoger het getal, hoe groter de snelheid en
de slagsterkte. Het bereik gaat van “1” (lage
snelheid/hoog koppel) tot “5” (hoge snelheid/laag
koppel). De machine is dus uiterst flexibel en
geschikt voor zeer uiteenlopende toepassingen.
De juiste instelling wordt proefondervindelijk
vastgesteld. Bijvoorbeeld:
- bij beitel- of boorwerk in licht, bros materiaal,
of indien minimaal wegbreken is gewenst, kiest
u stand “1” of “2”;
- bij hak- of boorwerk in hard materiaal kiest u
stand “5”.