Operation Manual

56
NEDERLANDS
Instellen van de schaafbreedte (fig. I3)
Draai de klemknop van de geleier (7) los.
Beweeg de geleider (8) over het bovenste tafelblad (9) om de gewenste
breedte in te stellen.
Draai de klemknop vast.
Instellen van de beschermkap (fig. J)
De beschermkap kan worden versteld en in iedere stand boven de tafel
worden vastgezet zodat hij voor optimale bescherming zorgt.
Zorg dat de beschermkap altijd is afgesteld op de
schaafbreedte en de hoogte van het werkstuk.
Om de breedte in te stellen:
Draai de blokkeerknop (44) los.
Beweeg de beschermkap (13) naar de gewenste breedte.
Draai de knop vast.
Om de hoogte in te stellen:
Draai de klemknop (12) los.
Beweeg de beugel van de beschermkap (45) naar de gewenste
hoogte.
Draai de klemknop vast.
Instellen van de schaafdiepte (fig. K, L1 & L2)
Schaafmodus (fig. K)
Draai de borgring los (46).
Pak de knop voor schaafdiepteinstelling (10) beet en stel de
schaafdiepte in met behulp van de schaal (47).
- Draai met de klok mee om de schaafdiepte te verkleinen.
- Draai tegen de klok in om de schaafdiepte te vergroten.
Draai de borgring vast.
Vandiktemodus (fig. L1 & L2)
Plaats de hendel voor hoogteverstelling (2) op het uiteinde de as (48).
Draai de hendel een klein stukje totdat de pen van de as (49) in de sleuf
(50) valt (fig. L1).
Pak de hendel voor hoogteinstelling (3) beet en stel de schaafdiepte in.
- Draai met de klok mee om de schaafdiepte te verkleinen.
- Draai tegen de klok in om de schaafdiepte te vergroten.
Lees de afgewerkte dikte van uw werkstuk af op de diepteinstelschaal (5)
(fig. L2).
Aanwijzingen voor gebruik
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan de
geldende voorschriften.
Zorg dat er aan de uitvoerkant voldoende ruimte voor het
werkstuk is.
Laat de motor op volle snelheid komen voordat u het werkstuk
invoert. Het werkstuk mag de schaafkop niet raken als de
machine wordt ingeschakeld.
Voor gebruik:
Verwijder alle vreemde voorwerpen. Schaaf geen hout met losse
knoesten. Schaaf geen hout met veel knoesten of hout dat
kromgetrokken is.
In- en uitschakelen (fig. M)
De aan/uit-schakelaar biedt een aantal voordelen:
- nulspanningsfunctie: wordt de spanning om een of andere reden
uitgeschakeld, dan moet de schakelaar opnieuw ingedrukt worden.
- overbelastingsbeveiliging van de motor: in geval van overbelasting van
de motor wordt de spanning naar de motor uitgeschakeld. Laat in zo’n
geval de motor 2 minuten afkoelen en druk dan op de groene knop.
- extra veiligheid: het veiligheidsdeksel (51) kan worden vergrendeld door
een hangslot door de sluithaak (52) te steken. Het deksel dient tevens
als makkelijk te lokaliseren noodstopknop; door een druk op de
voorzijde van het deksel wordt de uitschakelknop ingedrukt.
Druk op de groene startknop (53) om de machine in te schakelen.
Druk op de rode stopknop (54) om de machine uit te schakelen.
Schakel altijd de machine uit wanneer het werk is beëindigd en
voordat u de stekker uit het stopcontact haalt.
Schaven (fig. N1 & N2)
Monteer de opvangbak zoals hierboven beschreven.
Stel de geleider bij zover als gewenst.
Stel de beschermkap af zodat hij voor optimale zorgt.
Stel de freesdiepte in.
Schakel de machine in.
Leid het werkstuk langzaam onder de beschermkap door en druk het
stevig tegen de geleider.
Voer het werkstuk in de richting van de nerf in.
Gebruik in de buurt van de schaafkop altijd het duwhout.
Vandikteschaven (fig. O1 & O2)
Monteer de opvangbak zoals hierboven beschreven.
Stel de freesdiepte in.
Schakel de machine in.
De beste resultaten worden behaald als het werkstuk ten
minste een vlakke kant heeft.
Voor het beste resultaat schaaft u de beide kanten van uw
werkstuk om de juiste dikte te verkrijgen.
Volg de richtlijnen voor de spaanafname en breedte van het materiaal
zoals aangegeven in onderstaande tabel.
5020
0
0.8
1.6
2.5
100 150 200 250 300
Breedte van het materiaal (mm)
Voer het werkstuk langzaam in de machine.
Voer het werkstuk in de richting van de nerf in.
Inkeping
Een inkeping ontstaat wanneer de uiteinden van het werkstuk in aanraking
komen met de messen. Om een inkeping te vookomen:
Houd het werkstuk waterpas tijdens het schaven.
Voer het werkstuk vlak tegen de tafel in.
Kromgetrokken werkstukken (in de lengte van de plank) (fig. P1 – P4)
Als uw werkstuk ook maar een klein beetje kromgetrokken is, schaaft u
beide kanten om de juiste dikte te bereiken.
Spaanafname (mm)
hard hout
zacht hout
B&D_17