Operation Manual

69
NEDERLANDS
Oplader
Uw DE9130 oplader is geschikt voor D
E WALT
NiMH- en NiCd-accu's van 7,2 tot 18 V bij 1,3 tot
2,6 Ah.
10 Accu
11 Accu-vergrendelingsknoppen
12 Oplader
13 Oplaadindicatie (rood)
Automatische spindelblokkering
De automatische spindelblokkering wordt bij het
uitschakelen van de boormachine geactiveerd.
De kraag kan gemakkelijk met een hand
worden gedraaid terwijl met de andere hand de
boormachine wordt vastgehouden.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is ontwikkeld voor een
bepaalde spanning. Controleer altijd of de
accuspanning overeenkomt met de waarde
op het typeplaatje. Controleer tevens of de
ingangsspanning van de oplader overeenkomt met
uw netspanning.
Uw D E WALT-oplader is dubbel
geïsoleerd overeenkomstig EN 60745 &
EN 60335.
Vervangen van het snoer of de stekker
Als de stekker of het snoer wordt vervangen,
moet de oude stekker c.q. het oude snoer worden
weggegooid. Het is gevaarlijk om de stekker van
een los snoer in het stopcontact te steken.
Gebruik van verlengsnoeren
Gebruik verlengsnoeren alleen in uiterste noodzaak.
Gebruik een goedgekeurd snoer dat beantwoordt
aan het vermogen van de oplader (zie technische
gegevens). De minimum geleiderdikte is 1 mm
2
;
de maximum snoerlengte is 30 m.
Monteren en instellen
Verwijder vóór het monteren en
instellen altijd de accu uit de machine.
Schakel de machine altijd uit alvorens
de accu aan te brengen of te verwijderen.
Gebruik uitsluitend D E WALT-accu's en
-opladers.
Accu (fi g. A & B)
Opladen (fi g. A)
Als u de accu voor de eerste keer of na langdurige
opslag oplaadt, zal deze slechts voor ca. 80%
worden opgeladen. Na een aantal laad- en ontlaad-
cycli wordt de accu echter compleet opgeladen.
Controleer altijd de netspanning, voordat u de accu
oplaadt. Als de netspanning normaal aanwezig is,
maar de accu niet wordt opgeladen, breng dan uw
oplader naar een erkend D
E WALT Service-center.
Tijdens het opladen kunnen oplader en accu warm
aanvoelen. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Laad de accu niet op bij
omgevingstemperaturen <4 °C of >40 °C.
Aanbevolen oplaadtemperatuur:
ca. 24 °C.
Plaats de accu (10) in de oplader (12) zoals
afgebeeld en steek de stekker van de oplader
in het contact. Let erop dat de accu goed in de
oplader zit. De rode oplaad-indicatie (13) begint
te knipperen.
Na het opladen stopt de oplaad-indicatie met
knipperen en brandt continu. De accu is nu
volledig opgeladen.
De accu kan op ieder gewenst moment uit de
oplader worden gehaald of voor een langere
tijd in de op het net aangesloten oplader blijven
zitten (maximaal 14 dagen).
Plaatsen en verwijderen van de accu
Duw de accu in de greep totdat de accu vastklikt.
Verwijder de accu door het tegelijkertijd
indrukken van de twee vergrendelknoppen (11).
Trek dan de accu uit de greep.
Accu-afdekdop (fi g. B)
De meegeleverde afdekdop wordt gebruikt om de
contactpunten van de losse accu te beschermen.
Zonder de afdekdop kunnen de contactpunten
worden kortgesloten door rondslingerende metalen
voorwerpen, waardoor brandgevaar ontstaat en de
accu beschadigd raakt.