User Manual

102
neDerlanDs
5. Houd het gereedschap stevig met beide
handen vast om tegengewicht te bieden aan de
draaiende beweging van de boor. Als het model
niet is uitgerust met een zijhandvat, pak dan
de boor met één hand op het handvat en één
hand op de accuset.
VOORZICHTIG: Boor kan vastlopen als
deze te zwaar belast is zodat hij plotseling
uit uw handen kan draaien. Verwacht
altijd dat de motor kan vastlopen. Pak
de boor stevig vast om tegengewicht te
bieden aan de draaiende beweging en
om letsel te voorkomen.
6. ALS DE BOOR IS VASTGELOPEN, wordt
dit meestal veroorzaakt doordat hij te zwaar
belast is of door onjuist gebruik. LAAT DE
DRUKSCHAKELAAR ONMIDDELLIJK LOS,
verwijder het boortje uit het werkstuk en stel
de reden van het vastlopen vast. KLIK DE
DRUKSCHAKELAAR NIET AAN EN UIT
IN EEN POGING OM DE VASTGELOPEN
BOOR WEER TE STARTEN — HIERMEE
KAN SCHADE AAN DE BOOR WORDEN
TOEGEBRACHT.
7. Om het vastlopen te minimaliseren of om niet
door het materiaal heen te breken, vermindert u
de druk op de boor en haalt u het boortje door
het laatst aangeboorde deel van het gat terug.
8. Laat de motor lopen terwijl u het boortje uit een
boorgat haalt. Hierdoor loopt het niet vast.
9. Met variabele snelheidsboren is het niet nodig
om een gat te maken waar er moet worden
geboord. Gebruik een lage snelheid om het
gat aan te boren en versnel dit door harder op
de drukschakelaar te drukken als het gat diep
genoeg is om te boren zonder dat het boortje
eruit glipt.
Hamerboorbediening (alleen DCD737
en DCD795) (afb. 1, 5)
1. Zet de kraag (c) op het hamerboorsymbool.
2. Selecteer de hoge snelheid (2) instelling door
de versnellingswissel (d) naar achter te schuiven
(weg van de bithouder).
BELANGRIJK: Gebruik hardmetalen boortjes
of alleen metselwerkboortjes.
3. Boor met net genoeg kracht op de hamer
zodat deze niet te veel speling heeft of “hoger”
dan het boortje komt. Door te veel kracht
worden er lagere boorsnelheden bereikt,
wordt er teveel hitte ontwikkeld en een lagere
boorsnelheid.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd
aan de veiligheidsinstructies en van
toepassing zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig letsel te verkleinen, dient u
het gereedschap uit te schakelen en
de accuset te verwijderen voordat u
hulpstukken of accessoires aan- of
afkoppelt. Een toevallige activering kan
letsel toebrengen.
Juiste positie van de handen (afb. 3)
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
dient u ALTIJD de handen in de juiste
positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op
ernstig persoonlijk letsel te verminderen,
houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
De juiste positie van de handen is wanneer de ene
hand zich bovenaan de boor bevindt (m) zoals
afgebeeld, terwijl de andere hand de hoofdgreep (n)
vast houdt.
Boorbediening (afb. 1, 4)
WAARSCHUWING: Om het risico op
letsel te verkleinen, dient u ALTIJD
ervoor te zorgen dat het werkstuk
verankerd is of goed is vastgezet. Als u
door dun materiaal boort, gebruikt u een
houten “reserveblokkering” om schade
aan het materiaal te voorkomen.
1. Draai de kraag (afb. 4, c) naar het symbool van
de hamer nog veel plezier.
2. Kies het gewenste snelheid/torsie bereik met
de versnellingswisselaar (afb. 1, d) zodat de
snelheid en torsie aan de geplande actie
voldoen.
3. Voor HOUT gebruikt u spiraalboren,
steekboren, grondboren of zaagboren. Voor
METAAL gebruikt u hoge snelheid spiraalboren
of zaagboren. Gebruik een smeermiddel als
u metaal boort. De uitzonderingen hierop zijn
gietijzer en koper, die droog dienen te worden
geboord.
4. Pas altijd druk toe in een rechte lijn met het
boortje. Gebruik genoeg druk om te blijven
boren, maar druk niet zo hard dat de motor
vastloopt of het boortje eruitvliegt.