Operation Manual

85
neDerlanDs
Restrisico's
Er kunnen restrisico's optreden wanneer u het
gereedschap gebruikt op een manier die niet in
de bijgesloten veiligheidswaarschuwingen werd
omschreven. Deze risico's kunnen voortvloeien uit
een foutief gebruik, langdurig gebruik, enz.
Ook al worden de relevante veiligheidsvoorschriften
en de veiligheidsvoorzieningen toegepast, bepaalde
overige risico’s kunnen niet worden vermeden. Deze
omvatten:
• Verwondingen die worden veroorzaakt door het
aanraken van draaiende/bewegende delen.
• Verwondingen die worden veroorzaakt door
het vervangen van onderdelen, bladen of
accessoires.
• Verwondingen die worden veroorzaakt door het
langdurig gebruik van gereedschap. Wanneer
u gereedschap langdurig gebruikt, dient u
regelmatig een pauze in te lassen.
• Gehoorbeschadiging.
• Gezondheidsrisico's ten gevolge van het inademen
van stof dat door het gebruik van het instrument
ontstaat (bijvoorbeeld: wanneer u werkt met hout,
in het bijzonder eik, beuk en MDF.)
Markering op het gereedschap
De volgende pictogrammen staan op het
gereedschap vermeld:
Lees gebruiksaanwijzing voor gebruik.
95
Draag gehoorbescherming.
95
Draag oogbescherming.
Schakel het gereedschap uit. Voordat
u onderhoud aan het gereedschap
uitvoert, haalt u de accu uit het
gereedschap.
92
Pas op voor vliegende voorwerpen.
Houd omstanders uit de buurt van de
snijzone.
92
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
hoge vochtigheid.
• Kijk het apparaat vóór gebruik en na een
impact na op tekenen van slijtage of schade en
repareer het zo nodig.
• Zorg dat u geen letsel oploopt door een
apparaat dat dient om de roterende draad in
te korten. Nadat u een nieuw snijkoord hebt
geplaatst, moet u de machine steeds terug in
de normale bedieningspositie plaatsen alvorens
ze in te schakelen.
• Houdtoezichtwanneerditapparaatwordt
gebruikt in de nabijheid van kinderen.
• Ditapparaatisnietgeschiktvoorgebruikdoor
jonge kinderen of zwakke personen zonder
toezicht.
• Ditapparaatmagnietalsspeelgoedgebruikt
worden.
• Gebruikalleenineendrogeruimte.Zorgdathet
apparaat niet nat wordt.
• Dompelhetapparaatnietonderinwater.
• Opendebehuizingniet.Geenenkelonderdeel
binnenin het apparaat kan door de gebruiker
worden onderhouden.
• Gebruikhetapparaatnietineenexplosieve
omgeving, zoals in de nabijheid van
ontvlambare vloeistoffen, gassen of stof.
• Wanneerhetapparaatineenvoertuig
wordt bewaard of vervoerd, moet het in de
bagageruimte worden geplaatst of worden
vastgemaakt opdat het niet zou bewegen
bij een plotse verandering van snelheid of
rijrichting.
• Wanneerhetapparaatnietwordtgebruikt,moet
het op een droge, goed verluchte plaats buiten
het bereik van kinderen worden bewaard.
• Kinderendienengeentoegangtehebbentot
opgeborgen apparatuur.
Veiligheid van anderen
• Het is niet de bedoeling dat het apparaat
wordt gebruikt door personen (waaronder
kinderen) met verminderde fysieke, sensorische
of psychische vermogens, of door personen
die het ontbreekt aan ervaring en kennis,
tenzij onder toezicht en na instructie over het
gebruik van het apparaat door iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Houd toezicht op kinderen zodat zij niet met het
apparaat kunnen spelen.