Operation Manual

NEDERLANDS
57
GEBRUIKSDOEL
Uw kantenfrees is ontworpen voor het bewerken van
laminaat van hout en kunststof.
NIET GEBRUIKEN bij natte omstandigheden of
in de aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen of
gassen.
Deze kantenfrezen zijn professioneel elektrisch
gereedschap.
LAAT NIET kinderen in contact met het
gereedschap komen. Toezicht is vereist als
onervaren operators dit gereedschap bedienen.
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage
ontworpen. Controleer altijd of de stroomvoorziening
overeenkomt met de voltage op het typeplaatje.
Uw DEWALT gereedschap s dubbel
geïsoleerd in overeenstemming met
EN 60745; daarom is geen aarding nodig.
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het
worden vervangen door een speciaal geprepareerd
snoer dat leverbaar is via de DEWALT servicedienst.
Een verlengsnoer gebruiken
Als een verlengsnoer nodig is, gebruikt u een
goedgekeurd verlengsnoer dat geschikt is voor de
stroomtoevoer van dit gereedschap (zie technische
gegevens). De minimale geleidergrootte is 1 mm
2
; de
maximale lengte is 30 m.
Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd
volledig af te rollen.
ASSEMBLAGE EN AANPASSINGEN
WAARSCHUWING: Om het gevaar
op letsel te verminderen schakelt
u het apparaat uit en sluit u de
stroombron van de machine af
voordat u accessoires installeert of
verwijdert, voordat u instellingen
aanpast of wijzigt, of als u
reparaties uitvoert. Zorg ervoor dat de
hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie
staat. Het onbedoeld opstarten kan
letsel veroorzaken.
Een frees plaatsen en uitnemen
(afb. 2)
1. Houd de spindel vast met behulp van één van
de steeksleutels die bij het gereedschap zijn
geleverd en draai de spantangmoer (m) los met
de andere.
2. Plaats een frees (y) en draai de spantangmoer
vast.
WAARSCHUWING: Draai de moer van
de spantang nooit aan zonder dat er
een frees in de spantang zit.
De spantang vervangen
(afb. 2, 3)
Uw kantentrimmer is voorzien van een spantang
8 die op het gereedschap is gemonteerd. Er zijn
ook andere precisie-spantangen leverbaar voor
de frees die wordt gebruikt. De spantang en de
spantangmoer zijn onscheidbaar.
1. Draai de spantangmoer (m) volledig los.
2. Verwijder de spantang (n).
3. Plaats een nieuwe spantang en draai de
spantangmoer vast.
De freesdiepte instellen (afb. 1)
1. Draai de zaagdieptevergrendeling (c) naar links
zodat de wagen loskomt.
2. Stel de gewenste zaagdiepte in met de hulp van
de aanslagaanpassing (b).
3. Draai de zaagdieptevergrendeling (c) vast.
De als optie verkrijgbare Parallelle
Langsgeleiding monteren (afb. 4)
1. Schuif de parallelle langsgeleiding (o) over de
stangen (h).
2. Draai de vergrendelingsbouten (p) tijdelijk aan.
De Parallelle Langsgeleiding
monteren
(afb. 4, 5)
1. Teken een zaaglijn op het materiaal.
2. Breng de bovenfreeswagen omlaag tot de frees
het werkstuk raakt.
3. Maak de zaagdieptevergrendeling vast.
4. Plaats de kantenfrees op de zaaglijn. De
buitenste zaagrand van de bovenfrees moet
samenvallen met de zaaglijn.
5. Schuif de parallelle langsgeleiding (o) tegen het
werkstuk en draai de vergrendelingsbouten aan
(p).
6. Stel de parallelle langsgeleiding af met de
fijnafstelling (q).
7. Zet de eindvergrendeling stevig vast (r).