Operation Manual

NEDERLANDS
65
De freesdiepte aanpassen (afb. 1)
Uw bovenfrees is voorzien van een zeer nauwkeurig
systeem voor de diepteafstelling, dat bestaat uit een
revolveraanslag (p) en een meetlens (k).
SNELLE AFSTELLING (AFB. 1, 4-6)
1. Maak de invalzaagvergrendeling (m) los door
deze omhoog te trekken.
2. Breng de bovenfreeswagen omlaag tot de frees
het werkstuk raakt.
3. Maak de invalzaagvergrendeling (m) vast door
deze omlaag te duwen.
4. De bovenfrees is veel gemakkelijker te bedienen
als u de wagenterugloop aanpast aan de
zaagdiepte door de kartelmoer (h) te draaien of
te verschuiven.
5. Draai de klemschroef los (n).
6. Draai het handwiel (j) totdat de onderzijde van
de schaalverdeling de revolveraanslag (p) raakt.
7. Stel de meetlens in op een rond getal (bijv. 0).
8. Pas de diepte van de zaagsnede aan met het
handwiel (j) en de meetlens (k). De afstand
tussen de bovenzijde van de revolveraanslag
en de onderzijde van de fijnafstelling is de
aangepaste diepte van de zaagsnede.
9. Draai de klemschroef aan (n).
DRIEVOUDIGE DIEPTEAFSTELLING MET DE
REVOLVERAANSLAG (AFB. 1, 7)
Met de revolveraanslag (p) kunnen drie verschillende
diepten worden ingesteld. Dit is vooral handig voor
diepe zaagsneden, uitgevoerd in stappen.
1. Plaats een dieptesjabloon tussen de onderzijde
van de schaalverdeling en de revolveraanslag (p)
zodat u de juiste diepte van de zaagsnede kunt
afstellen.
2. Stel, zo nodig, alle drie schroeven in.
WAARSCHUWING: Maak alleen
ondiepe zaagsneden!
De Parallelle Langsgeleiding
monteren (afb. 1, 8)
1. Monteer de geleidestangen (e) op de grondplaat
van de bovenfrees (q).
2. Schuif de parallelle langsgeleiding (o) over de
stangen.
3. Draai de vergrendelingsbouten (d) tijdelijk aan.
De Parallelle Langsgeleiding
monteren (afb. 1, 8)
1. Teken een zaaglijn op het materiaal.
2. Breng de bovenfreeswagen omlaag tot de frees
het werkstuk raakt.
3. Draai de invalzaagvergrendeling (m) aan en
beperk de wagen-terug met de kartelmoer (h).
4. Plaats de bovenfrees op de zaaglijn.
5. Schuif de parallelle langsgeleiding (o) tegen het
werkstuk en draai de vergrendelingsbouten aan
(d).
6. Draai, als dat nodig is, de schroeven (t) los
en stel de stroken (u) af op de gewenste
geleidingslengte.
De uitbreiding van de grondplaat
(Optie) monteren (afb. 1, 9)
Wanneer u freest met frezen met een grote diameter,
kunt u het beste de uitbreiding van de grondplaat
(DE6285) (w) monteren zodat u meer grip hebt.
1. Monteer de uitbreiding van de grondplaat op
het vrije uiteinde van de geleidingsstangen (e).
2. Leid het gereedschap met één hand op
de knop en de andere op de handgreep
daartegenover (i).
De geleidingsbus monteren
(afb. 1, 10)
Samen met een sjabloon spelen de
geleidingsbussen een zeer belangrijke rol bij het
zagen en figuurzagen.
De geleidingsbus die wordt afgebeeld, is verkrijgbaar
als optie.
1. Monteer de geleidingsbus (r) op de grondplaat
van de bovenfrees (q), zoals wordt getoond.
Sjablonen aanpassen aan
geleidingsbussen (afb. 11, 12)
Sjablonen moeten worden vervaardigd in
overeenstemming met de diameter van de
geleidingsbus.
1. Wanneer u positieve sjablonen gebruikt, zoals in
afbeelding 11, moet het sjabloon zo veel kleiner
worden gemaakt als de helft van het verschil
tussen de diameters van de geleidingsbus en
de frees.
2. Wanneer u negatieve sjablonen gebruikt,
zoals in afbeelding 12, moet het sjabloon