Operation Manual

NEDERLANDS
42 nl - 5
Instellen van de parallelaanslag (fig. E)
Teken een freeslijn op het werkstuk.
Druk de freesmotor naar beneden totdat de frees
het werkstuk raakt.
Zet de blokkeerhendel (4) vast.
Plaats de bovenfrees op de freeslijn.
Schuif de parallelaanslag (16) tegen het werkstuk
en draai de borgschroeven (17) vast.
Monteren van een sjabloongeleider (fig. F)
Sjabloongeleiders en mallen vormen een praktisch
hulpmiddel voor het frezen volgens een bepaald
patroon.
Monteer de sjabloongeleider (18) op de freeszool
(11) met behulp van de schroeven (19) zoals
afgebeeld.
De schroeven (19) dienen ook voor de
bevestiging van het stofafzuigkanaal.
Gebruik de bovenfrees nooit zonder dit
kanaal.
Aansluiten van een stofafzuigsysteem (fig. A)
Sluit een stofafzuigslang aan op het
stofafzuigkanaal (9).
Aanwijzingen voor gebruik
Neem altijd de veiligheidsinstructies in
acht en houdt u aan de geldende
voorschriften.
Beweeg de machine altijd zoals afgebeeld
in fig. G (buiten- en binnenranden).
Alvorens met de machine te gaan werken:
Controleer of de frees correct in de spantang is
gemonteerd.
Stel de freesdiepte in.
Sluit een stofafzuigsysteem aan.
Controleer altijd of de blokkeerhendel is geborgd
alvorens de machine in werking te stellen.
In- en uitschakelen (fig. A)
Druk de schakelaar (1) in om de machine in te
schakelen.
I = aan. De machine is nu in continu bedrijf.
O = uit.
Zet de blokkeerhendel vrij en wacht
totdat de freesmotor in de
uitgangspositie is gekomen alvorens de
machine uit te schakelen.
Gebruik van de sjabloongeleider (fig. F)
Bevestig de freesmal op het werkstuk met
behulp van lijmtangen.
Kies en monteer de juiste sjabloongeleider (18).
Bepaal de diameter van de frees, trek deze
waarde af van de buitendiameter van de
sjabloongeleider en deel dit door 2. Zo bepaalt u
de grootte van de freesmal ten opzichte van het
te bewerken gedeelte.
Als het werkstuk niet dik genoeg is,
plaats het dan op een stuk afvalhout.
Gebruik van een geleidelat
Wanneer geen kantgeleider kan worden gebruikt,
kan de bovenfrees langs een geleidelat worden
bewogen. Klem de lat over de gehele lengte goed
vast en laat deze aan beide zijden een stukje
uitsteken.
Frezen zonder geleider
Uw bovenfrees kan ook zonder geleider worden
gebruikt, bijv. voor decor- en tekstfrezen.
Maak uitsluitend ondiepe sleuven!
Gebruik frezen met een maximum
diameter van 6 mm.
Frezen met aanlooptap (fig. B)
Wanneer geen parallel- of sjabloongeleider kan
worden toegepast, kan een frees met aanlooptap (20)
worden gebruikt bij het frezen van kanten en
ingewikkelde vormen.
Uw dealer verstrekt u graag de nodige informatie
over de juiste accessoires.
Hiertoe behoren verzinkfrezen voor
zwaluwstaartverbindingen en vingerfreessjablonen,
sjablonen voor deuvelverbindingen,
sjabloongeleiders (17-30 mm) en geleidestangen in
diverse lengtes.