Instructions for use

69
tot gevolg hebben dat het zaagblad uit het werkstuk omhoog
komt en dat zal de zaag met kracht in de richting van de gebruiker
gooien.
e ) Laat uw hand nooit de lijn die u wilt gaan zagen,
overschrijden, niet voor en niet achter het zaagblad. Het
werkstuk ondersteunen “met gekruiste handen”, dat wil zeggen, het
werkstuk rechts van het zaagblad vasthouden met uw linkerhand of
andersom, is heel gevaarlijk.
f ) Reik niet met één van uw handen achter de langsgeleiding,
op een afstand van minder dan 100 mm van een van de
zijden van het zaagblad, bijv. om houtresten te verwijderen,
of om welke andere reden dan ook, terwijl het zaagblad
draait. U zult dan misschien niet merken hoe dicht uw hand bij het
zaagblad is en u zult ernstig letsel kunnen oplopen.
g ) Inspecteer uw werkstuk voordat u gaat zagen. Is het
werkstuk gebogen of krom, klem het dan op een ander
gedeelte dan de kromming tegen de langsgeleiding. Let
er altijd goed op dat er geen ruimte is tussen het werkstuk, de
langsgeleiding en de zaagtafel, langs de te zagen lijn. Verbogen of
kromme werkstukken kunnen draaien en verschuiven en kunnen
het draaiende zaagblad tijdens het zagen doen vastlopen. Er mogen
geen spijkers of andere voorwerpen in het werkstuk zitten.
h ) Gebruik de zaag pas als de zaagtafel vrij is van alle
andere voorwerpen dan het werkstuk, bijv., gereedschap,
houtresten, enz. Klein afval of losse stukken hout of andere
voorwerpen die in aanraking komen met het draaiende zaagblad
kunnen met hoge snelheid worden weggeworpen.
i ) Zaag slechts één werkstuk tegelijk. Een stapel van meerdere
werkstukken kan niet goed worden vastgeklemd of gesteund
en kan het zaagblad laten vastlopen of kan tijdens het zagen
verschuiven.
j ) Controleer voordat u de verstekzaag gaat gebruiken, dat
het gereedschap op een vlak, stevig werkoppervlak is
gemonteerd of geplaatst. Een vlak en stevige werkoppervlak
maakt dat er minder risico is dat de verstekzaag onstabiel wordt.
k ) Plan uw werkzaamheden. Controleer, iedere keer dat u
de stand van de zaag of de verstekhoek wijzigt, dat de
verstelbare langsgeleiding goed is ingesteld zodat het
werkstuk wordt ondersteund en de langsgeleiding het
zaagblad of het systeem van beschermkappen niet hindert.
Verplaats het zaagblad, zonder dat u het gereedschap op “AAN”
zet en zonder werkstuk op de zaagtafel, langs een volledige
gesimuleerde zaagsnede, zodat u zeker weet dat er niets in de weg
zit en dat er geen gevaar is dat u in de langsgeleiding zaagt.
l ) Zorg voor voldoende ondersteuning, zoals een uitschuifbaar
deel van de tafel, schragen, enz., voor een werkstuk dat
breder of langer is dan het bovenblad van de zaagtafel.
Werkstukken die langer of breder zijn dan de verstekzaagtafel
kunnen omvallen als ze niet stevig worden ondersteund. Als het
afgezaagde deel of het werkstuk omvalt, kan het de onderste
beschermkap omhoog brengen of kan het worden weggeslingerd
door het draaiende zaagblad.
m ) Gebruik niet een ander persoon in plaats van een
uitschuifblad van de tafel of als extra ondersteuning. Door
een instabiele ondersteuning van het werkstuk kan het zaagblad
vastlopen of kan het werkstuk tijdens het zagen verschuiven
waardoor u en uw hulp tegen het draaiende zaagblad worden
getrokken.
n ) Het afgezaagde stuk mag niet, op welke manier dan
ook, tegen het draaiende zaagblad worden geklemd
of gedrukt. Als het werkstuk niet weg kan, dat wil zeggen,
doordat u lengtestoppen gebruikt, kan het afgezaagde stuk
tegen het zaagblad worden gedrukt en met grote kracht worden
weggeslingerd.
o ) Gebruik altijd een klem of een werkstukhouder die is
ontworpen voor het goed ondersteunen van rond materiaal,
zoals stangen of leidingen. Stangen hebben de neiging weg
te rollen wanneer ze worden gezaagd, waardoor het zaagblad
“ingrijpt” en het werkstuk samen met uw hand naar het zaagblad
toetrekt.
p ) Laat het zaagblad volledig op snelheid komen voordat u het
in contact brengt met het werkstuk. Hierdoor wordt het risico
dat het werkstuk wordt weggeslingerd, beperkt.
q ) Als het werkstuk of het zaagblad bekneld geraakt, zet de
verstekzaag dan uit. Wacht tot alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen en trek de stekker uit het
stopcontact en/of verwijder de accu. Maak vervolgens het
vastgelopen materiaal los. Wanneer u doorgaat met het zagen van
een vastgelopen werkstuk, kan dat leiden tot verlies van controle of
tot beschadiging van de verstekzaag.
r ) Laat na het voltooien van de zaagsnede de schakelaar los,
houd de zaagkop omlaag en neem pas het afgezaagde deel
weg wanneer het zaagblad tot stilstand is gekomen. Het is
gevaarlijk met uw hand in de buurt van het uitlopende zaagblad
te komen.
s ) Houd de handgreep stevig vast wanneer u een onvolledige
zaagsnede maakt of wanneer u de schakelaar loslaat
voordat de zaagkop geheel omlaag is. De remactie van de zaag
kan tot gevolg hebben dat de zaagkop plotseling naar beneden
wordt getrokken, waardoor een risico van letsel ontstaat.
Aanvullende Veiligheidsregels voor Verstekzagen
Gebruik de zaag niet voor het zagen van andere materialen dan die de
fabrikant aanbeveelt.
Gebruik de machines niet zonder dat de beschermkappen op hun
plaats zitten, of als de beschermkappen niet werken of niet goed zijn
onderhouden.
Selecteer het juiste zaagblad voor het materiaal dat u wilt zagen.
Gebruik op juiste wijze geslepen zaagbladen.
Het is belangrijk dat het zaagblad in de juiste richting draait.
GEBRUIK ALLEEN ZAAGBLADEN die voor afkortzagen worden
aanbevolen. U bereikt de beste resultaten door niet zaagbladen met
carbide tip en tanden onder een hoek van meer dan 7 graden te
gebruiken. Gebruik geen zaagbladen met een diepe nerf. Deze kunnen
afbuigen en in contact komen met de beschermkap en beschadiging
van de machine en/of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Probeer nooit een machine die loopt, snel te stoppen door een stuk
gereedschap of een ander voorwerp tegen het zaagblad te houden; er
kunnen zich dan ernstige ongelukken voordoen.
Raadpleeg de instructiehandleiding voordat u een accessoire gebruikt.
Onjuist gebruik van een accessoire kan schade veroorzaken.
Controleer vóór gebruik dat het zaagblad goed is gemonteerd.
Gebruik geen zaagbladen met een grotere of kleinere diameter dan
wordt aanbevolen. Raadpleeg de technische gegevens voor de juiste
maten van het zaagblad. Gebruik alleen de zaagbladen die worden
opgegeven in deze handleiding, en die voldoen aan EN 847-1.
Gebruik geen HIGH SPEED-stalen zaagbladen.