Instructions for use
90
NEDERLANDS
2. Plaats een winkelhaak tegen de langsgeleiding van de zaag en het
zaagblad, zoals wordt getoond. (Raak de punten van de tanden van het
zaagblad niet met de winkelhaak aan. Als u dat doet zal dat leiden tot
een onnauwkeurige meting.)
3. Als het zaagblad niet precies haaks op de langsgeleiding staat, draai de
vier schroeven
48
waarmee de verstekschaalverdeling
17
vastzit, dan
los en verplaats de handgreep voor de verstekvergrendeling naar links
of naar rechts tot het zaagblad haaks op de langsgeleiding staat, zoals
gemeten met de winkelhaak
4. Zet de vier schroeven weer vast. Let op dat moment niet op de uitlezing
van de verstekaanwijzer
46
.
Afstelling van de aanwijzer voor verstekzagen (Afb.H)
1. Ontgrendel de handgreep
19
van de verstekvergrendeling zodat u de
verstekarm naar de nulpositie kuntverplaatsen.
2. Laat terwijl de handgreep voor de verstrekvergrendeling ontgrendeld is,
de verstekgrendel op z’n plaats klikken wanneer u de verstekarm naar
nuldraait.
3. Houd rekening met de verstekaanwijzer
46
en de
verstekschaalverdeling
17
die in AfbeeldingH worden getoond. Als
de aanwijzer niet precies nul aangeeft, draai de schroef
47
van de
verstekaanwijzer die de aanwijzer op z’n plaats houdt, dan los, verplaats
de aanwijzer en zet de schroefvast.
Afstelling afschuinen haaks op de tafel (Afb.A1,A2,I,L)
1. U kunt het zaagblad haaks op het tabelblad uitlijnen door de arm
in de neerwaartse positie te vergrendelen met behulp van de
vergrendelingspen
9
.
2. Plaats een winkelhaak tegen het zaagblad, en let er daarbij op dat de
winkelhaak niet boven op een tand staat (Afb. L).
3. Draai de vergrendelingsknop voor de afschuinhoek
31
los en zorg
ervoor dat de arm stevig tegen de 0° afschuinstopstaat.
4. Draai de 0° afschuinstelschroef (
56
Afb. I) met de zaagbladsleutel van
6 mm
29
zo veel als nodig is om het zaagblad in een hoek van 0° ten
opzichte van de tafel tezetten.
Afstelling aanwijzer afschuinhoek (Afb.I)
Als de aanwijzers van de afschuinhoek
50
niet op nul wijzen, draai
dan elk van de schroeven
49
waarmee de aanwijzers vastzitten, los en
verplaats ze zo veel als nodig is. Controleer dat de 0° afschuinhoek juist
is en dat de aanwijzers zijn ingesteld voordat u andere schroeven van de
afschuinhoekaanpast.
Aanpassing stop afschuinhoek 45° rechts en links
(Afb.A2,I)
De rechter stop afschuinhoek 45° aanpassen:
1. Draai de vergrendelingsknop voor de afschuinhoek
31
los en trek de 0°
afschuinstop
32
los zodat de 0° afschuinstop wordtuitgeschakeld.
2. Wanneer de zaag geheel naar rechts staat, draai dan, als de aanwijzer
van de afschuinhoek
50
niet precies 45° aangeeft de linker 45°
afschuinstelschroef
55
met de 6 mm zaagbladsleutel
29
tot de
aanwijzer van de afschuinhoek 45°aangeeft.
De linker stop afschuinhoek 45° aanpassen:
a. Draai de vergrendelingsknop voor de afschuinhoek los en kantel de
kop naarlinks.
b. Als de aanwijzer van de afschuinhoek niet precies 45° aangeeft,
draai dan de rechter afschuinstelschroef totdat de aanwijzer van de
afschuinhoek 45°aangeeft.
De stop van de afschuinhoek aanpassen op 22,5° (OF 30°)
(Afb. A2,I)
OPMERKING: Pas de afschuinhoek pas aan wanneer u de 0° afschuinhoek
en de aanwijzer van de afschuinhoek hebtaangepast.
Klap de pal
53
voor de 22,5° afschuinhoek uit als u de 22,5° afschuinhoek
wilt instellen. Draai de vergrendelingsknop
31
voor de afschuinhoek los en
kantel de kop geheel naar links. Als de aanwijzer
50
van de afschuinhoek
niet precies 22,5°aangeeft, draai dan de stelschroef
51
voor de kroonlijst
met een 10 mm steeksleutel in contact met de pal totdat de aanwijzer van
de afschuinhoek 22,5°aangeeft.
Klap de rechter pal voor de 22,5° afschuinhoek uit als u de rechter
22,5° afschuinhoek wilt instellen. Draai de vergrendelingsknop voor de
afschuinhoek los en trek de 0° afschuinstop
32
los zodat de 0° afschuinstop
wordt uitgeschakeld. Wanneer de zaag geheel naar rechts staat, draai
dan, als de aanwijzer van de afschuinhoek niet precies 22,5° aangeeft de
stelschroef
51
van de kroonlijst met de 10 mm zaagbladsleutel tot de
aanwijzer van de afschuinhoek precies 22,5°aangeeft.
Aanpassing van de langsgeleiding (Afb. A1)
Het bovenste gedeelte van de langsgeleiding kan worden aangepast zodat
speling ontstaat en de zaag een volledige afschuinhoek van 49° zowel links
als rechtshaalt.
1. U kunt de langsgeleidingen
11
aanpassen door de afstellingsknop
10
van de langsgeleiding los te draaien en de langsgeleiding naar buiten
teschuiven.
2. Probeer of de stand juist is door de speling te controleren met de
zaaguitgeschakeld.
3. Stel dat langsgeleiding af zo dicht mogelijk bij het zaagblad als praktisch
mogelijk is, voor een maximale ondersteuning van het werkstuk, zonder
dat de armbeweging omhoog en omlaag wordtverhinderd.
4. Zet de afstellingsknop van de langsgeleiding stevigvast.
5. Zet de langsgeleiding weer terug, wanneer de werkzaamheden van het
afschuinen zijnvoltooid.
Voor bepaalde zaagsneden kan het misschien beter zijn de
langsgeleidingen dichter bij het zaagblad te zetten. Zet hiervoor de
afstellingsknoppen
10
van de langsgeleiding los en verschuif de
langsgeleidingen dichter naar het zaagblad toe, voorbij de normale limiet,
en draai vervolgens de afstellingsknoppen van de langsgeleiding vast.
Probeer eerst of de stand juist is, zodat u zeker weet dat het zaagblad de
langsgeleidingen niet raakt.
Voor bepaalde zaagsneden kan het wenselijk zijn de schuivende
langsgeleiding te verwijderen. U kunt dat doen door de
afstellingsknoppen
10
van de langsgeleiding los te zetten en de
langsgeleiding geheel vrij van de grondplaatgeleiding te schuiven. Het
koord
36
voor de langsgeleiding voorkomt dat de langsgeleiding geheel
van de zaag wordt verwijderd en kwijt raakt. Plaats de langsgeleiding weer
wanneer de zaagsnede eenmaal is voltooid.
OPMERKING: Het spoor van de langsgeleidingen kan verstopt raken
met zaagsel. Reinig de geleidingsgroeven met een borstel of lucht onder
lagedruk.
Activering en zichtbaarheid van de beschermkap (Afb. X)
De onderste beschermkap
1
is ontworpen voor het automatisch vrijgeven
van het zaagblad wanneer de arm omlaag wordt gebracht en het bedekken
van de arm wanneer de arm omhoog wordtgehaald.
U kunt de beschermkap met de hand omhoog brengen wanneer u
zaagbladen monteert of verwijdert of als u de zaag wilt inspecteren. BRENG
DE onderste BESCHERMKAP NOOIT MET DE HAND OMHOOG ALS HET
ZAAGBLAD NIETSTILSTAAT.
Aanpassing van de railgeleiding (Afb. A1)
Controleer de rails
7
regelmatig op speling ofruimte.
De rechter rail kan worden aangepast met de stelschroef
5
. U kunt
de ruimte verkleinen met behulp van een 4 mm inbussleutel door de
stelschroef geleidelijk naar rechts te draaien terwijl u de zaagkop naar voren
en naar achterenschuift.
Afstelling van de verstekvergrendeling (Afb. A1, M)
De stang voor de verstekvergrendeling
57
moet worden aangepast als
de tafel van de zaag kan worden verplaatst wanneer de handgreep van de
verstekvergrendeling vast staat (omlaag).