Instructions for use

92
NEDERLANDS
U zult misschien merken dat niet alle stof uit de stofzak komt. Dit heeft
geen gevolgen voor de prestaties van de zaagmachine maar wel voor
de doelmatigheid van de stofafzuiging. U kunt de doelmatigheid van
de stofafzuiging van de zaagmachine herstellen door de veer aan de
binnenzijde van de stofzak in te drukken wanneer u de stofzak leegmaakt,
en door de zak leeg te kloppen aan de binnenzijde van een afvalemmer
ofstofreservoir.
VOORZICHTIG: Werk nooit met deze zaagmachine als niet de
stofzak of de
DeWALT
-stofafzuiging is geplaatst. Houtstof kan een
gevaar voor de ademhaling doenontstaan.
XPS LED Werklichtsysteem gebruiken (Afb. A1, A2)
OPMERKING: De verstekzaag moet op een stopcontact
wordenaangesloten.
Het XPS LED Werklichtsysteem is voorzien van een Aan/Uit-schakelaar
25
.
Het XPS LED Werklichtsysteem werkt onafhankelijk van de Aan/Uit-
schakelaar van de verstekzaag. U kunt de zaag bedienen zonder dat het licht
isingeschakeld.
Door een bestaande potloodlijn zagen op een stuk hout:
1. Schakel het XPS systeem in en trek vervolgens de
bedieningshandgreep
2
omlaag zodat het zaagblad dicht bij het hout
komt. De schaduw van het zaagblad verschijnt op hethout.
2. Breng de potloodlijn op één lijn met de rand van de schaduw van het
zaagblad. Misschien moet u, om de potloodlijn nauwkeurig te kunnen
volgen, de verstekhoek of de afschuinhoekaanpassen.
Doorzagen (Afb. A1, A2, O, P)
Als u de schuiffunctie niet gebruikt, is het belangrijk dat u de zaagkop zo ver
mogelijk naar achteren duwt en dat de knop van de railvergrendeling
4
is
vastgezet. Zo voorkomt u dat de zaag langs de rails verschuift wanneer het
zaagblad op het werkstukingrijpt.
Het zagen van meerdere stukken wordt niet aanbevolen, maar het kan
veilig worden uitgevoerd, wanneer u ervoor zorgt dat ieder stuk stevig
tegen de tafel en de langsgeleiding wordtgedrukt.
Rechte verticale afkortzaagsnede
1. Stel de verstekarm in op nul en vergrendel de arm en houd het hout
stevig op de tafel
15
en tegen de langsgeleiding
11
.
2. Schakel, terwijl de railvergrendelingsknop
4
is vastgezet, de zaag in
door de Aan/Uit-schakelaar
22
in teknijpen.
3. Laat, wanneer de zaag op snelheid komt, de arm gelijkmatig en
langzaam zakken en zaag door het hout. Haal de arm pas omhoog als
het zaagblad volledig tot stilstand isgekomen.
Schuivend afkortzagen (Afb. O)
Wanneer u een werkstuk groter dan 51 x 150mm (2" x 6" [51 x 105mm bij
verstek van 45°]) zaagt, maak dan een naar buiten gerichte achterwaartse
beweging met een losse railvergrendelingsknop
4
.
Trek de zaag naar buiten naar u toe, breng de zaagkop omlaag naar het
werkstuk toe en voltooi de zaagsnede door de zaag langzaam terug
teduwen.
Laat de zaag tijdens het naar buiten trekken niet in contact komen met de
bovenzijde van het werkstuk. De zaag kan dan naar u toe komen, wat kan
leiden tot persoonlijk letsel en beschadiging van hetwerkstuk.
Afkortzagen in verstek (Afb. P)
De verstekhoek is vaak 45° voor het maken van hoeken, maar kan worden
ingesteld in iedere stand tussen 50° links of 60° rechts. Verder werkt u als bij
de rechte verticaleafkortzaagsnede.
Wanneer u een zaagsnede in verstek uitvoert op werkstukken die breder
zijn dan 51 x 105mm die in lengte minder zijn, plaats dan altijd de langere
zijde tegen delangsgeleiding.
Afschuinen (Afb. A1, A2)
Afschuinhoeken kunnen worden ingesteld van 49° rechts tot 49° links en
kunnen worden uitgevoerd met de verstekarm ingesteld tussen 50° links of
60° rechts. Raadpleeg het hoofdstuk Functies en bedieningfuncties voor
gedetailleerde instructies over hetafschuinsysteem.
1. Maak de afschuinvergrendeling
31
los en verplaats de zaag naar
wens naar links of naar rechts. De langsgeleiding
11
moet worden
verplaatst zodat er ruimte ontstaat. Zet de afstellingsknop van de
langsgeleiding
10
vast wanneer u de langsgeleidingen op hun plaats
hebtgezet.
2. Zet de afschuinvergrendeling stevigvast.
Wanneer u bepaalde extreme hoeken wilt slagen, zult u de linker of
rechter langsgeleiding misschien moeten verwijderen. Raadpleeg
Aanpassing van de langsgeleiding in het hoofdstuk Aanpassingen voor
belangrijke informatie over het aanpassen van de langsgeleidingen voor
bepaaldeafschuinzaagsneden.
U kunt de linker of rechter langsgeleiding verwijderen door de
afstellingsknop
10
enkele slagen los te draaien en de langsgeleiding naar
buiten teschuiven. Het koord
36
voor de langsgeleiding voorkomt dat de
langsgeleiding geheel van de zaag wordt verwijderd en kwijt raakt. Zet de
langsgeleiding weer terug, wanneer de werkzaamheden van het afschuinen
zijn voltooid.
Kwaliteit van de zaagsnede
De gelijkmatigheid van zaagsneden hangt af van een aantal variabelen,
zoals het materiaal dat wordt gezaagd, het type zaagblad, de scherpte van
het zaagblad en dezaagsnelheid.
Wanneer een zo gelijkmatig mogelijke zaagsnede is vereist, voor mallen en
ander precisiewerk, zullen een scherp zaagblad (60-tands carbide) en een
langzamere, gelijkmatige zaagsnelheid de gewenste resultatengeven.
WAARSCHUWING: Zorg er voor dat het materiaal tijdens het zagen
niet kruipt; maak het stevig vast. Laat de zaagarm pas omhoogkomen
als het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen. Als aan de
achterkant toch kleine splinters ontstaan, plak dan een stuk crêpe-
plakband op de plaats waar de zaagsnede zal worden gemaakt. Zaag
door het crêpe-plakband en verwijder het voorzichtig na hetzagen.
Frezen (Groeven zagen en rabatzagen)
Uw zaag is voorzien van een groevenstop
28
, diepteafstellingsschroef
27
en vleugelmoer
26
voor het zagen van groeven. De instructies in de
hoofdstukken Afkorten, Schuin afkorten en Samengesteld verstekzagen
zijn geschreven voor zaagsneden door de volledige dikte van het materiaal.
De zaag kan ook worden gebruikt voor freeswerkzaamheden zoals het
frezen van groeven of sponningen in hetmateriaal.
Groeven zagen (Afb. A1, A2)
Raadpleeg Groevenstop voor gedetailleerde instructies voor het instellen
van de diepte van de zaagsnede. U kunt het beste met behulp van een stuk
afvalhout de gewenste diepte van de zaagsnedebepalen.
1. Houd het hout vlak tegen de tafel en tegen de langsgeleiding
11
.
Lijn het zaaggebied uit onder het zaagblad. Plaats de zaagarm geheel
naar voren, met het zaagblad omlaag. Schakel de zaag in door de aan/
uit-schakelaar
22
in te knijpen, zoals wordt getoond in Afbeelding A2.
Duw in een gelijkmatige beweging de zaagarm naar achteren en zaag
een groef door het werkstuk.
2. Laat de aan/uit-schakelaar los terwijl de arm nog omlaag is. Breng
de zaagarm omhoog wanneer het zaagblad geheel tot stilstand is
gekomen. Haal altijd de arm pas omhoog wanneer het zaagblad
volledig tot stilstand isgekomen.
3. U kunt de groef breder maken door de stappen 1–2 te herhalen tot de
gewenste breedte isontstaan.
Het werkstuk vastklemmen (Afb. B)
WAARSCHUWING: Een werkstuk dat voor een zaagsnede is
vastgeklemd, uitgebalanceerd en bevestigd, kan uit balans raken
wanneer de zaagsnede is voltooid. Een niet-uitgebalanceerde
belasting kan de zaag of alles waar de zaag op is bevestigd, zoals
een tafel of een werkbank, doen kantelen. Ondersteun, wanneer u
een zaagsnede maakt die het werkstuk uit de balans kan brengen,