Instructions
www.diclaadsystemen.nl
6
NL
DE
EN
NL
DE
EN
zal weer gaan branden. De connector blijft vergrendeld totdat de stekker uit het
voertuig wordt verwijderd.
Stop het laden door de connector uit uw voertuig te halen, de lader stopt de
laadsessie automatisch.
Laden starten: RFID card/Key-Tag systeem
Bij een RFID systeem start/stopt de lader nadat u uw bijbehorende DIC pas of Key-
tag getoond heeft bij de Card reader. Bij een RFID passysteem zonder verrekening
worden de bijgeleverde laadpassen vooraf gekoppeld. Koppelen op afstand is niet
mogelijk.
Verbind eerst uw voertuig met het oplaadpunt, scan dan pas uw laadpas of Key-tag.
Na het scannen controleert het oplaadpunt op een juiste verbinding. Na een juiste
controle start de lader, wordt de connector vergrendeld en gaat de blauwe “Charge”
led branden.
Let op: Wanneer de accu is vol geladen stopt de lader automatisch met laden, de
groene “Power” led zal weer gaan branden. De connector blijft vergrendeld totdat
dezelfde laadpas of key-tag weer wordt aangeboden.
Laden stoppen
Bied dezelfde laadpas of key-tag aan waarmee u ook het laden gestart heeft. Na
het aanbieden zal de groene led gaan branden en de stekker wordt ontgrendeld.
6 EXTRA LAADPAS TOEKENNEN
Bied de Master card aan, bied vervolgens de nieuwe laadpas aan. Bied vervolgens
weer de Master card aan. De nieuwe pas is nu klaar voor gebruik.
7 ONDERHOUD
Maak een goed plan om periodiek onderhoud te plegen. Bij voorkeur minimaal
één keer per jaar. Onderhoud aan het laadpunt mag uitsluitend gebeuren door
een bevoegd persoon volgens NEN 3140 en NEN 50110.