Operating Instructions and Installation Instructions

NL-2
Nederlands
1
1 Direct lezen a.u.b.
1.1 Belangrijke aanwijzingen
OPGELET!
Het apparaat is niet voor frequentie-omzetting geschikt.
OPGELET!
De warmtepomp mag bij het transport max. 45° worden gekanteld (in
iedere richting).
OPGELET!
Warmtepomp en transportpallet zijn alleen door de verpakkingsfolie met
elkaar verbonden.
OPGELET!
Het aanzuig- en uitblaasbereik mag niet beperkt of geblokkeerd worden.
OPGELET!
De warmtepomp mag uitsluitend met de aangebouwde luchtkanalen
worden gebruikt.
OPGELET!
Let op het rechtsdraaiende veld: Als de compressor in de verkeerde
richting draait, kan deze beschadigd worden.
OPGELET!
Gebruik geen zand-, soda-, zuur- of chloorhoudende
schoonmaakmiddelen, omdat deze het oppervlak aantasten.
OPGELET!
Om afzettingen in de condensor van de warmtepomp te voorkomen (b.v.
roest) wordt aanbevolen, een geschikt systeem als corrosiebescherming
te gebruiken.
OPGELET!
Alvorens het toestel te openen, dienen alle stroomkringen vrij van
spanning te zijn.
OPGELET!
Werkzaamheden aan de warmtepomp dienen uitsluitend door een
bevoegde en vakkundige serviceafdeling uitgevoerd te worden.
1.2 Wettelijke voorschriften en
regels
De constructie en uitvoering van de warmtepomp voldoen aan
alle overeenkomstige EG-richtlijnen (zie CE-conformiteitsverkla-
ring).
Bij de elektrische aansluiting van de warmtepomp dienen de
overeenkomstige EN- en IEC-normen evenals de nationale richt-
lijnen te worden nageleefd. Bovendien moeten de aansluitvoor-
waarden van de energievoorzieningsbedrijven in acht genomen
worden.
Bij het aansluiten van het verwarmings- resp. koelsysteem die-
nen de betreffende voorschriften opgevolgd te worden.
Personen, meer bepaald kinderen, die wegens hun fysieke, zin-
tuiglijke of mentale vaardigheden of wegens hun gebrek aan
kennis of ervaring niet in staat zijn, het toestel op een veilige ma-
nier te gebruiken, mogen dit toestel niet zonder toezicht of in-
structies vanwege een verantwoordelijke persoon gebruiken.
Kinderen niet zonder toezicht laten om zeker te zijn dat ze niet
met het toestel spelen.
1.3 Energiebesparend gebruik van
de warmtepomp
Door het aanschaffen van deze warmtepomp draagt u bij tot de
ontlasting van ons milieu. De voorwaarde voor een energiebe-
sparende werking is de juiste dimensionering van de warmte-
bron- en warmtegebruiksinstallatie resp. koelinstallatie.
Het is van groot belang voor de effectiviteit van een warmtepomp
dat bij het verwarmen het temperatuurverschil tussen
verwarmingswater en warmtebron zo gering mogelijk gehouden
wordt. Daarom is een zorgvuldige dimensionering van de warm-
tebron en de verwarmingsinstallatie dringend aan te bevelen.
Een temperatuurverschil van meer dan één Kelvin (één °C)
leidt tot een stijging van het stroomverbruik van ca. 2,5%.
Let erop dat bij het dimensioneren van de verwarmingsinstallatie
ook rekening gehouden moet worden met speciale lasten, zoals
de warmwaterbereiding, en dat deze ook voor lagere temperatu-
ren gedimensioneerd worden. Een vloerverwarming (verwar-
ming van oppervlakken) is door lagere vertrektemperaturen
van (30 °C tot 40 °C) optimaal geschikt voor het gebruik van een
warmtepomp.
Tijdens het gebruik dient een verontreiniging van de warmtewis-
selaars te worden voorkomen, omdat hierdoor het temperatuur-
verschil verhoogd wordt, met een lagere vermogencoëfficiënt
(COP) als gevolg.
Een aanzienlijke bijdrage tot energiebesparend gebruik wordt
ook geleverd door de warmtepompregelaar indien deze op de
juiste manier is ingesteld. Meer aanwijzingen hieromtrent vindt u
in de gebruiksaanwijzing van de warmtepompregelaar.