Operation Manual

64
014314
VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
LET OP:
Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Dolmar-gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of
hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven
gebruiksdoeleinden.
Mocht u meer informatie willen hebben over deze
accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke Dolmar-servicecentrum.
Zaagketting
Schede
Zaagblad
Zaagkettingolie
OPMERKING:
Sommige items op de lijst kunnen zijn inbegrepen in de
doos van het gereedschap als standaard toebehoren.
Zij kunnen van land tot land verschillen.
Geluid
ENG905-1
De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten
volgens EN60745:
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 90,8 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
WA
): 101,8 dB (A)
Onzekerheid (K): 2,5 dB (A)
Draag gehoorbescherming.
Trillingen
ENG900-1
De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals
vastgesteld volgens EN60745:
Gebruikstoepassing: zagen in hout
Trillingsemissie (a
h
): 5,2 m/s
2
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
ENG901-1
De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten
volgens de standaardtestmethode en kan worden
gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere
gereedschappen.
De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt voor een beoordeling vooraf van de
blootstelling.
WAARSCHUWING:
De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch
gereedschap in de praktijk kan verschillen van de
opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt.
Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden
getroffen ter bescherming van de operator die zijn
gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder
praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle
fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur
gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en
stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur).
Toestand tijdens defect Mogelijke oorzaak Oplossing
De kettingzaag start niet.
Geen voeding.
Sluit aan op de voeding.
Controleer de voeding.
Netsnoer defect.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het gereedschap
en vraag uw plaatselijke, erkende servicecentrum het
gereedschap te repareren.
Storing van gereedschap.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het gereedschap
en vraag uw plaatselijke, erkende servicecentrum het
gereedschap te repareren.
Zaagketting draait niet. Kettingrem is vastgezet. Zet de kettingrem los.
Onvoldoende prestaties. Koolborstels versleten.
Vraag uw plaatselijke, erkende servicecentrum het
gereedschap te repareren.
Geen olie op de zaagketting.
Olietank is leeg. Vul de olietank.
Olietoevoergroef is verstopt. Reinig de groef.
De stelschroef van de
oliepomp is verkeerd
afgesteld.
Stel de toevoersnelheid van de oliepomp af.
De zaagketting stopt niet, ook
niet wanneer de kettingrem in
werking treedt.
Remband is versleten.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het gereedschap
en vraag uw plaatselijke, erkende servicecentrum het
gereedschap te repareren.
Het gereedschap trilt
abnormaal sterk.
Zaagblad of zaagketting zit
los.
Stel het zaagblad en de kettingspanning in.
Storing van gereedschap.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het gereedschap
en vraag uw plaatselijke, erkende servicecentrum het
gereedschap te repareren.