Gebruikershandleiding RM-72.13 H http://www.dolmar.
PRESENTATIE NL 1 PRESENTATIE Geachte klant, Wij danken u voor het feit dat u de voorkeur heeft gegeven aan onze produkten en wij hopen dat deze nieuwe zitmaaier “Rider” volledig aan uw verwachtingen zal voldoen. Deze handleiding is geschreven om u vertrouwd te maken met uw machine en om u in staat te stellen uw machine op de beste en de meest veilige manier te gebruiken. Deze handleiding hoort bij de machine.
NL 2 INHOUD INHOUD 1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ................................................................................. 3 Bevat de voorschriften om de machine op een veilige manier te kunnen gebruiken 2. IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN ..................................... 7 Legt uit hoe u de machine en de voornaamste onderdelen waar de machine uit bestaat kunt identificeren 3. HET UITPAKKEN EN MONTEREN ..............................................................................
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 1. NL 3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN HOE U DEZE HANDLEIDING MOET LEZEN In de handleiding is zowel de machine met een mechanische overbrenging als met een hydrostatische overbrenging beschreven, en bovendien ook de verschillende versies in verband met uitrustingen en accessoires die niet in alle landen leverbaar zijn. Het symbool ➤ markeert de verschillen in het gebruik van de machine, en wordt gevolgd door het type overbrenging of de versie waar deze betrekking op hebben.
NL 4 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 6) Vervoer geen andere personen dan uzelf. 7) De bestuurder van de machine dient de aanwijzingen voor het besturen van de machine stipt op te volgen en wel: – de bestuurder mag niet afgeleid worden en dient alle aandacht bij zijn werk te houden; – de bestuurder dient eraan te denken dat het verlies van de macht over het stuur van de machine, terwijl hij van een helling afglijdt, niet hersteld kan worden door de rem te gebruiken.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN NL 5 7) Koppel het mes los als u over gedeelten rijdt waar geen gras ligt en zet het maaidek in de hoogste stand. 8) Gebruik de machine nooit om gras te maaien als de beveiligingen beschadigd zijn en ook nooit zonder de grasopvangbak of zonder de steenbeschermkap. 9) Wijzig de afstelling van de motor niet en laat het toerental van de motor niet buitengewoon hoog oplopen.
NL 6 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VEILIGHEIDSSTICKERS Gebruik uw machine met de nodige voorzichtigheid. Om u tot voorzichtigheid te manen is uw machine voorzien van een aantal stickers welke u door middel van pictogrammen wijzen op de belangrijkste voorzorgsmaatregelen. Deze stickers worden beschouwd als een aanvullend deel van de machine. Als een sticker loslaat of onleesbaar wordt, dient u zich tot de leverancier te wenden voor vervanging. Hun betekenis is hieronder weergegeven.
IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN 2. NL 7 IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE De sticker die zich onder de bestuurdersstoel bevindt bevat essentiële gegevens en het serienummer van iedere machine (6). 1. Niveau van de geluidssterke volgens de richtlijn 2000/14/CE 2. EEG-merkteken volgens de richtlijn 98/37/EEG 3. Bouwjaar 8 5 4 7 4. Bedrijfstoerental van de motor in omw./min. (indien aangeduid) LWA min-1 5. Machinetype kg dB S/N 6.
NL 8 IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN 14. Grasopvangbak: dient niet alleen om het gemaaide gras op te vangen maar vormt bovendien een veiligheidselement omdat het namelijk voorkomt dat eventuele voorwerpen, die door het mes meegenomen worden, van de machine weg kunnen schieten. 15. Steenbeschermkap of steenbeveiliging: deze wordt in plaats van de grasopvangbak gemonteerd en voorkomt dat eventuele voorwerpen die door het mes meegenomen worden van de machine weg kunnen schieten. 16.
HET UITPAKKEN EN MONTEREN 3. NL 9 HET UITPAKKEN EN MONTEREN Om vervoers- en opslagredenen worden sommige onderdelen van de machine niet in de fabriek gemonteerd. Zij dienen na het uitpakken gemonteerd te worden. De voltooing dient uitgevoerd te worden aan de hand van de volgende, eenvoudige instrukties. BELANGRIJK Om vervoersredenen wordt de machine zonder motorolie en benzine geleverd.
NL 10 HET UITPAKKEN EN MONTEREN met behulp van de beugel (6) en de bijhorende moer (7). 9 7 Sluit de drie rode draden (8) aan op de positieve klem (+) en de drie zwarte draden (9) op de negatieve klem (–) met behulp van de bijgeleverde schroeven, en in de aangegeven volgorde. 5 Hermonteer correct de afdekkingen (3) en (1) van de stuuras en zet ze vast met de schroeven (4) en (2). 8 6 Herlaad, volgens de instructies van de fabrikant van de accu.
HET UITPAKKEN EN MONTEREN NL 11 DE STOEL MONTEREN 2 Monteer de stoel (1) op de plaat (2) met behulp van de schroeven (3). 3 3 1 DE GRASOPVANGBAK MONTEREN 8 10 9 8 11 1 10 6 6 5 4-5 L 4 R 1 2 2 3 6 3 2 12 13 13 12 Monteer allereerst het frame, door het bovenste deel (1) inclusief de opening aan het onderste deel (2) te bevestigen, maak daarbij gebruik van de meegeleverde schroeven en moeren (3). Houd daarbij de aangegeven volgorde aan.
NL 12 HET UITPAKKEN EN MONTEREN schroevedraaier (7) vast aan het frame. 7 Schuif het handvat (8) in de gaatjes van het deksel (9) en bevestig dit door middel van de bouten (10) aan het frame. Dit volgens de aangegeven volgorde. Completeer de montage met behulp van de vier zelftappende schroeven (11) die zich aan de voor- en achterkant bevinden. CLAK Als laatste bevestigt u onderaan het frame de dwarsversteviging (12) met de vlakke zijde naar de bak toe.
BEDIENINGSELEMENTEN 4. NL 13 BEDIENINGSELEMENTEN 1. STUURWIEL Hiermee kunt u de voorwielen besturen. 2. VERSNELLINGSPOOK Hiermee kunt u het toerental van de motor bepalen.
NL 14 BEDIENINGSELEMENTEN Tijdens het rijden moet u een tussenstand tussen de «LANGZAAM» en de «SNEL» stand kiezen; tijdens het maaien is het verstandig om de versnellingspook op de «SNEL» stand te zetten. 3. HENDEL VAN DE HANDREM Deze hendel wordt gebruikt om te voorkomen dat de machine gaat rijden als u hem geparkeerd heeft en moet altijd aangetrokken worden als u van de machine afstapt.
BEDIENINGSELEMENTEN NL 15 Als het mes ingeschakeld wordt zonder dat de voorgeschreven veilige omstandigheden in acht genomen zijn, dan slaat de motor af (zie bladzijde 26). Als het mes uitgeschakeld wordt (stand «A») dan wordt er tegelijkertijd een rem ingeschakeld die binnen vijf seconden belet dat het mes kan draaien. 7. HENDEL OM DE MAAIHOOGTE IN TE STELLEN Deze hendel heeft zeven standen die op het betreffende plaatje aangegeven staan, d.w.z.
NL 16 BEDIENINGSELEMENTEN ➤ Bij modellen met hydrostatische aandrijving: 21. REMPEDAAL Bij modellen met hydrostatische aandrijving fungeert dit pedaal alleen als achterrem. 21 22. HENDEL VAN DE SNELHEIDSREGELAAR 22 F Deze hendel schakelt de aandrijving van de N wielen in en regelt de R snelheid van de machine, zowel bij het vooruit als bij het achteruit rijden.
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN 5. NL 17 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN ! GEVAAR! 왖 DENK ERAAN DAT DE GEBRUIKER ALTIJD AANSPRAKELIJK IS VOOR SCHADE DIE AAN ANDEREN BEROKKEND WORDT. Voordat u de machine in gebruik neemt moet u de veiligheidsvoorschriften die in hoofdstuk 2 opgenomen zijn lezen en met name aandacht besteden aan de voorschriften die voor het rijden en het maaien op hellende terreinen gelden.
NL 18 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN MAX MIN Zet het contact af en controleer het motoroliepeil dat zich tussen de MIN. en de MAX. inkeping van de peilstok moet bevinden. Tijdens het vullen van de tank met brandstof met behulp van een trechter dient u erop toe te zien dat de tank niet te vol is. De inhoud van de tank bedraagt ongeveer 4 liter. ! GEVAAR! 왖 Om de brandstoftank te vullen moet u de motor uitzetten. Doe dit in de open lucht of in een goed geventileerde ruimte.
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN NL 19 DE BEVEILIGINGEN (OPVANGBAK OF STEENBESCHERMKAP) BIJ DE UITWERPOPENING MONTEREN 1 ! LET OP! 왖 Gebruik de machine nooit zonder deze beveiligingen! Til het deksel (1) op en bevestig de opvangbak door de twee scharniergewrichten (2) in de gaten van de twee steunen (3) te steken. 3 Als u zonder opvangbak wilt werken dan is er op aanvraag een steenbeschermkap (4) leverbaar die gemonteerd moet worden zoals afgebeeld op de figuur.
NL 20 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN 5.
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN NL 21 Als u in deze gevallen blijft proberen de motor te starten (sleuteltje in de «STARTEN» stand) begint het controlelampje te knipperen. RIJDEN ! LET OP! 왖 De machine is niet goedgekeurd om op de openbare weg te rijden. U mag de machine (overeenkomstig het Wegenverkeersreglement) alleen op privéterrein gebruiken, dat voor openbaar wegverkeer afgesloten is.
NL 22 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN Beweeg de hendel niet te bruusk, om te voorkomen dat de machine steigert en onbestuurbaar wordt. REMMEN ➤ Bij modellen met mechanische aandrijving: Om te remmen dient u het rempedaal helemaal in te trappen nadat eerst door middel van de gashendel snelheid teruggenomen is om het remsysteem niet onnodig te belasten. ➤ Bij modellen met hydrostatische aandrijving: Trap het rempedaal in om te remmen. De snelheidsregelaar keert automatisch terug naar de «N» stand.
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN NL 23 – om het rijden te beginnen moeten de snelheidsregelaars bediend worden. Denk eraan het pedaal heel langzaam en voorzichtig op te laten komen zoals reeds eerder beschreven is. Zet het mes altijd in de hoogste stand om het daarna geleidelijk in de gewenste stand te zetten.
NL 24 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN Deze kan te hoog zijn met het oog op de toestand van het te maaien gazon. Indien het probleem blijvend is, kan dit zijn doordat het mes bot is of doordat de windvleugels beschadigd zijn (zie hoofdstuk 7). 3. Als het gras erg hoog is, raden wij u aan het gazon in twee maal te maaien: de eerste maal met het mes in de hoogste stand en eventuele smallere grasstroken tegelijk en de tweede maal met het mes in de gewenste stand. 4.
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN NL 25 ➤ Bij modellen met hydrostatische aandrijving: Bij het afdalen van hellingen moet de snelheidsregelaar op stand “N” staan (om gebruik te maken van het remeffect van de hydrostatische aandrijving) en minder snelheid met de rempedaal als dat nodig is. ! GEVAAR! 왖 Zet de machine nooit in zijn achteruit om snelheid te minderen bij het hellingafwaarts gaan (vooral niet op glad terrein); dit kan u de controle over de machine doen verliezen.
NL 26 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN OVERZICHT VAN DE OMSTANDIGHEDEN WAARIN DE VEILIGHEIDSINRICHTINGEN TOESTEMMING GEVEN OF ZICH INSCHAKELEN De veiligheidsmechanismen hebben twee functies: – ze voorkomen de start van de motor als de veiligheidsmaatregelen niet in acht zijn genomen; – ze stoppen de motor als er ook maar één veiligheidsconditie wegvalt.
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN NL 27 beveiligingssysteem in werking treedt slaat de motor af en dit wordt aangegeven door het controlelampje dat uitgaat. De stroomkring wordt na enkele seconden vanzelf weer ingeschakeld; stel de oorzaken van de storing vast en verhelp deze om te voorkomen dat de signalering zich herhaalt.
NL 28 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN DE BINNENKANT VAN HET MAAIDEK SCHOONMAKEN Doe dit op een harde ondergrond met de opvangbak of de steenbeschermkap gemonteerd. Om het maaidek en het windkanaal aan de binnenkant schoon te maken dient u een waterslang op de speciale fitting (1) aan te sluiten waarna u voor enkele minuten het water erdoorheen laat lopen en waarbij: – – – – u op de machine moet gaan zitten; de motor moet draaien; de aandrijving in de vrije stand; het mes ingeschakeld moet zijn.
ONDERHOUD 6. NL 29 ONDERHOUD ! LET OP! 왖 Haal het sleuteltje uit het contact en lees de desbetreffende aanwijzingen voordat u reinigings-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de machine verricht. Trek hierbij geschikte kleding en werkhandschoenen aan. BELANGRIJK Gooi afgewerkte olie en oude benzine of andere vervuilende stoffen nooit achteloos weg.
NL 30 ONDERHOUD wat opzij om te voorkomen dat hij in een inkeping vast komt te zitten. Pak de stoel (7) aan de onderkant vast en klap kap naar achteren.
ONDERHOUD NL 31 ACCU Het is fundamenteel om de accu zorgvuldig te onderhouden voor een duurzaam bestaan. De accu van uw machine dient steeds te worden opgeladen: – bij het eerste gebruik na de aankoop van de machine; – vóór elke langere periode waarin de machine niet zal worden gebruikt; – vóór de machine na een lange periode van stilstand opnieuw in gebruik te nemen. – Lees met aandacht de oplaadprocedures die in het instructieboekje van de accu staan en volg ze op.
NL 32 ONDERHOUD nische kaart; Het in werking treden van deze zekering veroorzaakt de stilstand van de machine. Tevens gaan alle lampjes uit op het dashboard. – Zekering van 25 A = bescherming van het laadcircuit; wanneer deze zekering in werking treedt, verliest de accu geleidelijk aan zijn lading en ontstaan problemen bij het starten. Het vermogen van de zekering is aangegeven op de zekering zelf.
ONDERHOUD NL 33 DE V-SNAREN VERVANGEN De drijfkracht van de motor naar de achteras en van de motor naar het mes wordt door middel van twee V-snaren verkregen. Hun levensduur hangt af van de manier waarop de machine wordt gebruikt. Om de V-snaren te vervangen moeten zij gedemonteerd en afgesteld worden. Dit luistert nogal nauw en het is dan ook onontbeerlijk dat dit door een erkende garage gedaan wordt.
NL 34 ONDERHOUD – moer (5) vast te schroeven op de stang totdat u merkt dat de rechtervoorkant van het maaidek omhoog begint te komen, om daarna de desbetreffende contramoer (6) vast te draaien; – moer (7) van de linkervoorsteun vast te schroeven totdat u merkt dat die kant van het maaidek omhoog begint te komen, om daarna contramoer (8) vast te draaien. Als het niet mogelijk is om het maaidek evenwijdig te krijgen, neem dan contact op met een erkende garage.
ONDERHOUD NL 35 DE KOPPELING EN DE REM VAN HET MES AFSTELLEN Als u merkt dat het mes niet goed inschakelt of dat het mes na het ontkoppelen niet binnen 5 seconden tot stilstand komt, dan moet u de spanning van de veer (1) regelen.
NL 36 ONDERHOUD Om het mes te demonteren, dient u het stevig met werkhandschoenen vast te pakken en de middelste schroef (1) los te draaien. 1 Slijp beide kanten van mes met behulp van een slijpschijf met een middelgrote korrel en controleer of het mes in balans is door een ronde staaf met een diameter van 18 mm in het middelste gat te doen. Om zeker te zijn van een regelmatige werking zonder ongewone trillingen dient de eventuele onbalans tussen de twee kanten van het mes minder dan één gram te zijn.
ONDERHOUD NL 37 ONDERHOUDSRICHTLIJNEN Dit schema dient voor het behoud van een doelmatige en veilige werking van uw machine. De belangrijkste onderhouds- en smeringswerkzaamheden en de termijnen waarbinnen er onderhoud gepleegd moet worden staan hierin aangegeven; naast deze werkzaamheden vind u een serie hokjes waarin u de datum of de werkuren van het onderhoud kunt invullen. ONDERHOUD UREN UITVOERING (DATUM OF UREN) 1. MACHINE 1.1 Controle bevestiging en scherpte mes 25 1.2 Vervanging mes 100 1.
NL 38 DE MACHINE OP HAAR ZIJKANT PLAATSEN Als u bij de onderkant van de machine moet komen, kunt u haar op haar zijkant plaatsen. Hiertoe moet u eerst de grasopvangbank verwijderen en de benzinetank geheel ledigen. Nadat de machine op een vlakke en stevige ondergrond geplaatst is, trekt u de handrem aan, brengt u het maaidek in de «7» stand, pakt u het stuur en de stoel stevig vast en plaatst u de machine op haar rechterkant.
RICHTLIJN OM PROBLEMEN VAST TE STELLEN 7. NL 39 RICHTLIJN OM PROBLEMEN VAST TE STELLEN PROBLEEM 1. Het controlelampje brandt niet 2. De startmotor werkt niet 3.
NL 40 PROBLEEM 4. De motor start moeilijk of draait onregelmatig RICHTLIJN OM PROBLEMEN VAST TE STELLEN TOESTAND MOGELIJKE OORZAAK – slechte carburatie Sleuteltje op «DRAAIEN», de motor draait OPLOSSING – reinig of vervang het luchtfilter – maak het bakje van de carburateur schoon – leeg de benzinetank en doe er nieuwe benzine in – controleer het benzinefilter en vervang het eventueel 5.
RICHTLIJN OM PROBLEMEN VAST TE STELLEN PROBLEEM TOESTAND MOGELIJKE OORZAAK – u rijdt te hard vooruit ten opzichte van de hoogte van het te maaien gras – de uitwerpopening is verstopt – het maaidek zit vol met gras 10.
NL 42 8. OP AANVRAAG LEVERBARE ACCESSOIRES OP AANVRAAG LEVERBARE ACCESSOIRES 1. TEGENGEWICHTEN VOOR DE VOORKANT Hierdoor wordt de stabiliteit aan de voorkant van de machine verbeterd met name als u de machine hoofdzakelijk op hellende terreinen gebruikt. 1 2 2. STEENBESCHERMKAP Deze kap moet in plaats van de grasopvangbak gebruikt worden als het gras niet opgevangen wordt. 3.
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN 9. NL 43 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Elektrische installatie ....................... 12 V ➤ Bij modellen met mechanische Accu ............................................. 18 Ah aandrijving: Voorbanden .............................. 11 x 4-4 Achterbanden ............................15 x 6-6 Bandenspanning voor ..................1,5 bar Bandenspanning achter ............... 1,0 bar Totaal gewicht ..................
1 BIJLAGE Werkplaatsservice, reservedelen en garantie EEG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
2 NL Werkplaatsservice, reservedelen en garantie verbeteringen en veranderingen in het aanbod van reserveonderdelen. Houd er a.u.b. ook rekening mee dat bij het gebruik van niet-originele onderdelen een prestatie onder garantie niet mogelijk is. Onderhoud en reparaties Het onderhoud en de reparatie van moderne apparaten en veiligheidsrelevante modules vraagt een gekwalificeerde vakopleiding en een met speciaal gereedschap en testapparatuur uitgeruste werkplaats.
3 •EEG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING •Het bedrijf DOLMAR - Jenfelder Straße 38 D-22045 Hamburg Germany •Verklaart dat de grasmaaier met zittende bestuurder en verbrandingsmotor RM-72.
To find your local distributor, please visit www.dolmar.com DOLMAR GmbH Postfach 70 04 20 D-22045 Hamburg Germany http://www.dolmar.com • Kan zonder kennisgeving wijzigingen ondergaan Form: 995 703 718 (10.