Operation Manual

38
NL
RICHTLIJNEN OM PROBLEMEN VAST TE STELLEN
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
8. De motor valt stil
en het controlelamp-
je dooft
9. De motor valt stil
en het controellamp-
je blijft branden
10. De messen scha-
kelen zich niet in
11. Een onregelmatig
maaibeeld en onvol-
doende opvang van
gras
12. Vreemde trillin-
gen tijdens het werk
13. Als het aandrijf-
pedaal bediend
wordt met een draai-
ende motor, ver-
plaatst de machine
zich niet ( model-
len met hydrostati-
sche aandrijving)
De bescherming van de elektronische
kaart is in werking getreden doordat:
de accu chemisch wel actief, maar
niet opgeladen is
problemen aan de motor
problemen bij de inschakeling
het maaidek staat niet goed ten
opzichte van het terrein
de messen werken niet goed
de rijsnelheid is te hoog ten opzichte
van de hoogte van het gras (5.4.5)
het kanaal is verstopt
het maaidek zit vol met gras
de messen zijn niet goed in balans of
niet goed bevestigd
fissaggi allentati
zet de deblokkeerhendel in de stand
«B»
Zet de sleutel in de stand «STOP» en
zoek de oorzaak:
laad de accu opnieuw op (6.2.4)
contacteer uw Verkoper
contacteer uw Verkoper
controleer de bandenspanning
(5.3.2)
stel het maaidek goed af ten opzich-
te van het terrein (6.3.2)
contacteer uw Verkoper
verminder de rijsnelheid en/of ver-
hoog de stand van het maaidek
wacht tot het gras droog is
verwijder de opvangzak en reinig
het kanaal (5.4.7)
reinig het maaidek (5.4.10)
contacteer uw Verkoper
controleer en draai de bevestigings-
schroeven van de motor en het
chassis goed vast.
breng hem terug in de stand «A»
(4.33)
Mochten de problemen aanhouden na het uitvoeren van de bovengenoemde handelin-
gen, dan dient er contact te worden opgenomen met uw Verkoper.
Probeer nooit om zelf gecompliceerde reparaties uit te voe-
ren zonder de juiste hulpmiddelen en het nodige technische inzicht. Iedere
slecht uitgevoerde reparatie doet automatisch zowel de garantie als de aan-
sprakelijkheid van de Fabrikant vervallen.
!
LET OP!