Gebruikershandleiding TM-92.14 TM-92.14 H http://www.dolmar.
PRESENTATIE NL 1 PRESENTATIE Geachte Klant, wij danken u voor het feit dat u de voorkeur hebt gegeven aan onze producten en wij hopen dat het gebruik van deze grasmaaier u zeer tevreden zal stellen en dat de machine volledig aan uw verwachtingen zal voldoen.
2 NL INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ............................................................................ 3 Bevat de voorschriften om de machine op een veilige manier te kunnen gebruiken 2. IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN ............................. 7 Beschrijft hoe de machine en de voornaamste onderdelen waar zij uit bestaat geïdentificeerd kunnen worden. 3. HET UITPAKKEN EN MONTEREN ........................................................................
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN NL 3 1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 1.1 HOE DE HANDLEIDING LEZEN In de tekst van de handleiding worden enkele hoofdstukken, die gegevens van bijzonder belang bevatten met betrekking tot de veiligheid of de werking, gekenmerkt door diverse symbolen die de volgende betekenis hebben: OPMERKING BELANGRIJK Verstrekt nadere gegevens of andere eleof menten ter aanvulling op hetgeen daarvoor vermeld is, om te voorkomen dat de machine beschadigd wordt of er schade veroorzaakt wordt.
4 NL 1.2 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ! LET OP! 왖 Lees de aanwijzingen aandachtig alvorens de machine te gebruiken. A) VOORBEREIDING 1) Lees de gebruiksaanwijzingen aandachtig door. Zorg dat u vertrouwd raakt met de bedieningsknoppen en in staat bent de machine op de juiste wijze te gebruiken. 2) Laat nooit toe dat de machine gebruikt wordt door kinderen of door personen die niet vertrouwd zijn met deze aanwijzingen. De leeftijd van de gebruiker kan landelijk gereglementeerd zijn.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN bij hellingen.
6 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN NL 1.3 VEILIGHEIDSSTICKERS Uw machine dient met voorzichtigheid te worden gebruikt. Om daaraan herinnerd te worden bevinden zich op de machine een aantal stickers die door middel van afbeeldingen op de belangrijkste voorzorgsmaatregelen wijzen. Deze afbeeldingen worden als een aanvullend deel van de machine beschouwd. Als een sticker loslaat of onleesbaar wordt, dient er contact met de leverancier te worden opgenomen voor vervanging. Hun betekenis is hieronder weergegeven.
IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN NL 7 2. IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN 2.1 IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE De identificatiesticker die zich nabij de accuruimte bevindt bevat de belangrijke gegevens van iedere machine. 1. Niveau van de geluidssterkte volgens richtlijn 2000/14/EG 2. EG-merkteken volgens richtlijn 98/37/EEG 3. Bouwjaar 4. Bedrijfstoerental van de motor in omw./min. (indien aangeduid) 5. Machinetype 6. Serienummer 7. Gewicht in kg 8.
8 NL IDENTIFICATIE VAN DE MACHINE EN DE COMPONENTEN gemaaide gras op te vangen, maar 16 vormt bovendien een veiligheidselement, daar het voorkomt dat eventuele voorwerpen, die door de messen meegenomen worden, ver van de machine weg kunnen schieten. 17 19 18 15 14 15.
HET UITPAKKEN EN MONTEREN NL 9 3. HET UITPAKKEN EN MONTEREN Om vervoers- en opslagredenen worden sommige onderdelen van machine niet direct in de fabriek gemonteerd. Zij dienen na het uitpakken gemonteerd te worden aan de hand van de volgende instructies. BELANGRIJK De machine wordt zonder motorolie en benzine geleverd. Vóórdat de motor in werking wordt gesteld dient er dan ook olie en benzine bijgevuld te worden aan de hand van de voorschriften die in de handleiding van de motor aangegeven zijn. 3.
10 HET UITPAKKEN EN MONTEREN NL wiel en de opening van de stuurkolom tegenover elkaar komen te ziten en sla er met een hamer de bijgeleverde stift (3) doorheen. Draag er zorg voor dat het uiteinde van de stift er aan de andere kant helemaal uitkomt. OPMERKING Om te voorkomen het stuurwiel met de hamer te beschadigen, dient de stift er met behulp van een slagpen of een schroevendraaier, met een geschikte diameter, doorheen geslagen te worden. 3.
HET UITPAKKEN EN MONTEREN bril voor de hantering ervan. Ga eventueel over tot de afdanking volgens de geldende voorschriften. NL 11 3 4 Haak de elastische trekker (2) los, verwijder de accu, verwijder de bescherming (3) en giet de elektrolytische vloeistof (4) in de accu (Zuur niet bijgeleverd: specifiek gewicht 1,280 of 31,5° Baumé) tot het aangegeven niveau bereikt wordt; het zuur moet uniform verdeeld worden over de zes elementen. 5 Sluit de bijgeleverde zes doppen (5) en laad de accu op.
12 BEDIENINGSELEMENTEN NL 4. BEDIENINGSELEMENTEN 4.7 4.3 4.6 B 4.5 4.1 4.2 A A B 4.8 4.4 4.9 4.1 STUURWIEL Hiermee kunnen de voorwielen bestuurd worden 4.2 GASHENDEL Hiermee kan het toerental van de motor bepaald worden.
BEDIENINGSELEMENTEN «START» NL 13 schakelt de startmotor aan. Zodra vanuit de «START» stand de sleutel losgelaten wordt, komt deze vanzelf weer in de «DRAAIEN» stand terug. 4.4 HANDREM De handrem voorkomt dat de machine gaat rijden na het parkeren. De hendel heeft twee standen: «A» = Handrem uitgeschakeld «B» = Handrem ingeschakeld – Om de handrem in te schakelen dient het pedaal (4.21 ofwel 4.
14 BEDIENINGSELEMENTEN NL 4.8 GRASHOOGTE REGELAAR Deze hendel heeft zeven standen, “1” t/m “7”, die op de desbetreffende sticker staan aangegeven en overeenkomen met dezelfde aantal maaihoogtes tussen 3 en 8 cm. – Om van de ene naar de ander stand over te gaan dient er op de ontgrendelknop aan het einde van de hendel gedrukt te worden. 4.9 HENDEL KANTELING OPVANGZAK ( ➤ indien aanwezig) Met deze krachtbesparende, uittrekbare hendel is het mogelijk de zak voor het legen om te kiepen.
BEDIENINGSELEMENTEN 15 NL 쎱 ➤ Hydrostatische aandrijving: 4.31 REMPEDAAL Dit pedaal stelt de rem van de achterwielen in werking. 4.32 KOPPELINGSPEDAAL Dit pedaal stelt het aandrijfsysteem voor de wielen in werking en regelt de snelheid van de machine, zowel bij het voor- als bij het achteruit rijden. – Om de machine vooruit te laten rijden dient het pedaal met de punt van de voet in richting «F» geduwd te worden; hoe meer druk er op het pedaal wordt uitgevoerd, hoe hoger de snelheid van de machine.
16 NL GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN 5. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN 5.1 VEILIGHEIDSADVIEZEN ! GEVAAR! 왖 Gebruik de machine alléén voor het doel waarvoor zij gemaakt is (het maaien en opvangen van gras). Kom niet aan de veiligheidsmechanismen en verwijder deze nooit. DENK ERAAN DAT DE GEBRUIKER ALTIJD AANSPRAKELIJK IS VOOR SCHADE DIE AAN ANDEREN BEROKKEND WORDT. Alvorens de machine te gebruiken: – lees de algemene veiligheidsvoorschriften ( ☛ 1.
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN NL 17 – de messen uitgeschakeld zijn; – de gebruiker op de stoel van de machine zit ofwel de handrem ingeschakeld is.
18 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN NL 5.3.3 Olie en benzine bijvullen OPMERKING Het type van olie en benzine dat gebruikt moet worden is aangegeven in de handleiding van de motor. Controleer het oliepeil wanneer de motor stilstaat: het oliepeil moet zich, volgens de modaliteiten in de handleiding van de motor, tussen de aanduidingen MIN. en MAX. van de peilstok bevinden. MAX MIN Het bijvullen van de brandstof dient uitgevoerd te worden met behulp van een trechter. Let daarbij op de tank niet te vol te vullen.
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN NL 19 Indien er gewerkt wordt zonder opvangzak is er, op aanvraag, een steenbeschermkap (☛ 8.2) leverbaar die, zoals aangegeven in de bijbehorende instructies, op de achterplaat bevestigd dient te worden. 5.3.5 Controle van de veiligheid en de doeltreffendheid van de machine 1. Controleer of de beveiligingen werken zoals aangegeven (☛ 5.2). 2. Controleer of de rem correct werkt. 3.
20 NL GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN – als de motor reeds warmgedraaid is, is het voldoende de hendel tussen «LANGZAAM» en «SNEL» te zetten; – steek de sleutel in het contactslot en draai deze in de «DRAAIEN» stand om het elektrische circuit in werking te stellen, draai de sleutel daarna in de «START» stand om de motor te starten; – laat de sleutel los zodra de motor gestart is..
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN NL 21 Zorg dat u geleidelijk de gewenste snelheid bereikt door de gashendel en de versnellingspook te bedienen; om van de ene versnelling naar de andere over te gaan dient u de koppeling te bedienen door het pedaal half in te trappen (☛ 4.21). 쎱 ➤ Hydrostatische aandrijving: Zet de gashendel tijdens de trajecten in een stand tussen «LANGZAAM» en «SNEL». Schakel de handrem uit en laat het rempedaal opkomen (☛ 4.31). Trap het koppelingspedaal (☛ 4.
22 NL GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN 5.4.5 Het gras maaien Beginnen met maaien: – – – – zet de gashendel in de “SNEL” stand; zet het maaidek in de hoogste stand; schakel de messen in (☛ 4.9); begin heel langzaam en voorzichtig te rijden op de grasgrond, zoals reeds eerder beschreven is; – stel de juiste rijsnelheid en maaihoogte in (☛ 4.8) afhankelijk aan de toestand van het gazon (lengte, dichtheid en vochtigheid van het gras).
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN NL 23 5.4.7 Het legen van het uitwerpkanaal In geval van hoog en nat gras gecombineerd met een te hoge snelheid kan er zich een verstopping van het uitwerpkanaal voordoen. Handel dan als volgt: – stop met rijden, ontkoppel de messen en schakel de motor uit; – verwijder de opvangzak of de steenbeschermkap; – verwijder het opgehoopte gras bij de uitmonding van het uitwerpkanaal. ! LET OP! 왖 Deze handeling dient altijd te worden uitgevoerd met een uitgeschakelde motor. 5.4.
24 NL GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN ! LET OP! 왖 Leeg de opvangzak altijd en laat geen containers met gemaaid gras in gesloten ruimtes achter. Reinig de delen in kunststof van de machine met een vochtige spons en een schoonmaakmiddel. Let er op dat de motor, de elektrische onderdelen en de elektronische kaart onder het dashboard niet nat worden.
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN NL 25 BELANGRIJK De accu dient opgeborgen te worden op een koele, droge plaats. De accu altijd terug opladen vóór iedere lange periode van inactiviteit (langer dan 1 maand) en terug opladen vooraleer de activiteit te hervatten (☛ 6.2.4). Controleer, voordat er opnieuw met de machine gewerkt wordt, of er uit de slang, de benzinekraan en de carburateur geen benzine lekt. 5.4.
26 NL GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN Om ... Dient het volgende te worden uitgevoerd ... Te maaien (☛ 5.4.5) Monteer de opvangzak en de steenbeschermkap en stel de gaspedaal af;schakel de messen in en stel de maaihoogte in. ➤ Mechanische aandrijving: het pedaal tot op het einde toe indrukken, de versnelling (☛ 4.22) inschakelen en het pedaal langzaam loslaten; ➤ Hydrostatische aandrijving: duw het koppelingspedaal vooruit (☛ 4.32); De opvangzak te legen (☛ 5.4.
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN NL 27 ! GEVAAR! 왖 Gebruik de achteruitversnelling nooit om snelheid te minderen bergaf: Hierdoor kan men de controle over de machine verliezen, vooral op glibberige terreinen. 쎱 ➤ Mechanische aandrijving: ! GEVAAR! 왖 Rijd nooit een helling af met de versnelling of de koppeling in de vrije stand! Schakel altijd een lage versnelling in voordat u de machine onbeheerd achterlaat.
28 NL GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN te snijden als een goede afvoer van het gras naar het uitwerpkanaal te verkrijgen. 5. De maaifrequentie wordt bepaald aan de hand van de groei van het gras, waarbij vermeden moet worden dat het gras te hoog wordt. 6. In de warmste en droogste tijden van het jaar is het beter om het gras iets hoger te laten worden zodat het gazon niet uitdroogt. 7.
ONDERHOUD NL 29 6. ONDERHOUD 6.1 VEILIGHEIDSADVIEZEN ! LET OP! 왖 Haal de sleutel uit het contact en lees de bijgeleverde instructies alvorens enige reinigings-, of onderhoudswerkzaamheden te verrichten. Trek geschikte kleding en werkhandschoenen voor alle handelingen die gevaarlijk kunnen zijn voor de handen. ! LET OP! 왖 Gebruik de machine nooit als er onderdelen versleten of beschadigd zijn. De defecte of beschadigde onderdelen moeten vernieuwd en niet gerepareerd worden.
30 1) 2) 3) ONDERHOUD NL Raadpleeg de handleiding van de motor voor de complete lijst en de tussenpozen. Bij de eerste slijtageverschijnselen onmiddellijk vervangen; contacteer hiervoor uw Verkoper. De algemene smering van alle bewegende onderdelen moet bovendien, elke keer er verwacht wordt de machine voor geruime tijd niet te gebruiken, uitgevoerd worden Het doel van de bovenstaande tabel is om uw machine een optimale conditie en veiligheid te laten behouden.
ONDERHOUD NL 31 6.2.3 Achteras Deze bestaan uit een verzegelde eenheid en vragen geen onderhoud.; de eenheid is voorzien van een permanente smering die geen vervanging of aanvulling behoeft. 6.2.4 Accu Het is fundamenteel om de accu zorgvuldig te onderhouden voor een duurzaam bestaan.
32 NL ONDERHOUD 6.3 CONTROLES EN AFSTELLINGEN 6.3.1 Het maaidek uitlijnen Een correcte afstelling van het maaidek is belangrijk om een mooi eenvormig gazon te verkrijgen. OPMERKING Het kan voor de afstelling nodig zijn om de laterale beschermingen weg te nemen. Deze moeten na de afstelling teruggeplaatst worden. OPMERKING Voor een mooi maairesultaat is 1 - h = 26 mm het verstandig om ervoor te zorgen dat de voorkant altijd 5-6 mm lager staat afgesteld dan de achterkant.
ONDERHOUD 33 NL 6.4 DEMONTAGE EN VERVANGING 6.4.1 De wielen vervangen Plaats de machine op een vlakke ondergrond en plaats aan de kant waar het wiel vervangen moet worden, een steunblok, onder een dragend deel van het chassis. De wielen worden op hun plaats gehouden door een elastische ring (1) die verwijderd kan worden door middel van een schroevendraaier. OPMERKING Bij het vervangen van één of 2 beide achterwielen dient erop gelet te worden dat ze dezelfde diameter hebben.
34 ONDERHOUD NL 6.4.4 Een zekering vervangen De machine is uitgerust met een aantal zekeringen (1) met verschillend vermogen en met de volgende functies en kenmerken: 1 – Zekering van 10 A = bescherming van de algemene stroomcircuits en het vermogen van de elektronische kaart; het in werking treden van deze zekering veroorzaakt de stilstand van de machine. Tevens gaan alle lampjes uit op het dashboard.
ONDERHOUD NL 35 6.5 INFORMATIE VOOR DE ASSISTENTIECENTRA Hierna volgen de belangrijkste regelwaarden van de machine en de werkwijzen voor de demontage en de vervanging van de messen. ! LET OP! 왖 Deze handelingen worden alleen uitgevoerd in een gespecialiseerd Centrum. Haal de sleutel uit het contact alvorens enige reinigings- of onderhoudswerkzaamheden te verrichten. 6.5.1 Afstellingen Element a) Rem: 쎱 ➤ Mechanische aandrijving: Plaats Plaats van de bedieningen Regeling 43,5-45,5 B 4.
36 ONDERHOUD NL 6.5.2 De messen demonteren, vervangen en hermonteren ! LET OP! 왖 Draag stevige handschoenen bij het hanteren van de mes- sen. 1 ! LET OP! 왖 2a Vervang altijd de beschadigde of verbogen messen; probeer ze nooit te repareren! GEBRUIK ALTIJD ORIGINELE MESSEN WAAR HET TEKEN OP STAAT ! Zorg ervoor dat de messen uitgebalanceerd zijn.
RICHTLIJNEN OM PROBLEMEN VAST TE STELLEN NL 37 7. RICHTLIJNEN OM PROBLEMEN VAST TE STELLEN PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING 1. De sleutel staat in De bescherming van de elektronische de stand «DRAAIEN» kaart is in werking getreden doordat: en het lampje brandt – de accu niet goed is aangesloten niet – de polen van de accu zijn omgewisseld – de accu is leeg of is gesulfateerd – de zekering is doorgebrand – de kaart nat is Zet de sleutel in de stand «STOP» en zoek de oorzaak: 2.
38 RICHTLIJNEN OM PROBLEMEN VAST TE STELLEN NL PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING 8. De motor valt stil De bescherming van de elektronische en het controlelamp- kaart is in werking getreden doordat: je dooft Zet de sleutel in de stand «STOP» en zoek de oorzaak: – de accu chemisch wel actief, maar niet opgeladen is – laad de accu opnieuw op (☛ 6.2.4) 9. De motor valt stil – problemen aan de motor en het controellampje blijft branden – contacteer uw Verkoper 10.
OP AANVRAAG LEVERBARE ACCESSOIRES NL 8. OP AANVRAAG LEVERBARE ACCESSOIRES 1. TEGENGEWICHTEN VOOR DE VOORKANT Verbeteren de stabiliteit aan de voorkant van de machine, met name wanneer de machine voroal op hellende terreinen gebruikt wordt. 1 2. STEENBESCHERMKAP Kan in plaats van de opvangzak gebruikt worden als het gras niet opgevangen wordt. 2 3. TREKSET Voor het voorttrekken van een kleine aanhanger. 3 4. AFDEKZEIL Beschermt de machine van stof als deze niet gebruikt wordt. 4 5.
40 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN NL 9. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Elektrische installatie ......................... 12 V 쎱 Accu ................................................ 18 Ah ➤ Mechanische aandrijving: Voorbanden ............................. 13 x 5.00-6 of ......................................... 15 x 5.00-6 Achterbanden ..........................18 x 8.50-8 Bandenspanning vooraan banden 13 x 5.00-6 .....................1.5 bar banden 15 x 5.00-6 .....................1.
1 BIJLAGE Werkplaatsservice, reservedelen en garantie EEG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
2 NL Werkplaatsservice, reservedelen en garantie verbeteringen en veranderingen in het aanbod van reserveonderdelen. Houd er a.u.b. ook rekening mee dat bij het gebruik van niet-originele onderdelen een prestatie onder garantie niet mogelijk is. Onderhoud en reparaties Het onderhoud en de reparatie van moderne apparaten en veiligheidsrelevante modules vraagt een gekwalificeerde vakopleiding en een met speciaal gereedschap en testapparatuur uitgeruste werkplaats.
3 •EEG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING •Het bedrijf DOLMAR - Jenfelder Straße 38 D-22045 Hamburg Germany •Verklaart dat de grasmaaier met zittende bestuurder en verbrandingsmotor TM-92.14 TM-92.
To find your local distributor, please visit www.dolmar.com DOLMAR GmbH Postfach 70 04 20 D-22045 Hamburg Germany http://www.dolmar.com • Kan zonder kennisgeving wijzigingen ondergaan Form: 995 703 742 (10.