Operation Manual

INSTALLATIEGEBRUIK
ONDERHOUD
a) Moet altijd bereikbaar zijn voor inspectie;
b) Beveiligd tegen mogelijke aanraking van delen die heet worden (zoals het gedeelte onder de branders);
c) Beveiligd tegen krachten die erop worden uitgeoefend (draaien, trekken, platdrukken,...);
d) Beveiligd tegen de bewegende delen van het meubel (bijvoorbeeld een lade);
e) Mag niet langer zijn dan 1,5m;
f) Moet worden vervangen voor de vervaldatum;
Na het aansluiten controleert u met een niet bijtende vloeistof of de gasleiding lekvrij is. Gebruik hiervoor geen
sop (water en zeep). GEBRUIK GEEN VLAMMEN.
65
NEDAERL AN DS
BEVESTIGING
DIT APPARAAT MOET AAN HET MEUBEL WORDEN BEVESTIGD MET
SCHROEVEN VOLGENS DE AFBEELDING AFB. 5 - PAG. 128.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
DIT APPARAAT MAG ALLEEN OP EEN STROOMSYSTEEM VAN 12 V WORDEN
AANGESLOTEN. HET ELEKTRISCH CIRCUIT MOET WORDEN BEVEILIGD MET EEN
ZEKERING DIE NIET STERKER IS DAN 3 Ampère.
CONTROLEER OF DE DRADEN JUIST ZIJN AANGESLOTEN!
SLUIT HET APPARAAT IN GEEN GEVAL AAN OP DE NETSPANNING (230 V~). DIT
KAN ALLE COMPONENTEN VERNIETIGEN EN IS GEVAARLIJK VOOR DE GEBRUIKER.
Dit hoofdstuk geldt alleen voor de modellen met de vermelding 12 V op het serieplaatje dat op het apparaat zelf zit.
Gebruik voor het aansluiten een tweedraadse zwartrode kabel van 1,5 mm
2
. Maak de kabel vast op de klemmen
achteraan op het apparaat met de melding " + 12 V – ". De rode draad is de positieve, de zwarte de negatieve.