User manual
E
LEKTRISCHE AANSLUITING
2
30 V aansluiting
K
ontroleer het typeplaatje; daar moet 230 V op staan.
I
ndien het aansluitsnoer het randaardestopkontakt niet kan
b
ereiken, laat dan een erkend vakman een voorziening
m
aken. Gebruik geen verlengsnoer.
De leidingen moeten binnen de ombouw zo gelegd of
opgehangen worden dat ze niet met scherpe of hete
delen van de koelkast in aanraking kunnen komen.
1
2 V aansluiting
V
erbind de 12 V-aansluiting van de koelkast direkt met de
b
oordakku. Let op de polariteti (+ en -). Teneinde span-
n
ingsverlies over de leidingen te beperken moet de koper-
d
oorsnede tenminste 2,5 mm
2
bedragen als de lengte
m
inder dan 9 m is of tenminste 4 mm
2
als de lengte meer
d
an 9 m is.
I
n de plus-leiding dient een zekeringhouder met een ze-
k
ering van 16 A opgenomen te worden.
T
eneinde te voorkomen dat de boordakku ontladen wordt
t
ijdens lange parkeerperiodes dient de koelkast via een
r
elais aangesloten te worden, wat de voeding afschakelt als
d
e automotor stilstaat.
D
e letters in het schema betekenen:
Schema voor aansluiting op netspanning: fig. 9
Schema voor aansluiting op 12V gelijkspanning
fig. 10 (RM 4270), fig. 12 (RM 4271)
A Elektronische ontsteking/herontsteking
B Bougie (bij de brander)
C 12V verwarming
D Schakelaar voor gebruik op 12V
E Schakelaar voor de gasontsteking
F Elektro-thermostaat
G 230V verwarming
H Netschakelaar
J Aansluiting (alleen voor Skandinavie)
L Aansluiting
1
2 V verzorging ten behoeve van
h
erontsteking (RM 4271)
F
iguur 12 toont het schema van het apparaat in de lever-
i
ngstoestand. De 12V wordt op de klemmen (L) aangeslo-
t
en. De eletronische ontsteker (A) wordt, via de twee brug-
g
en (1) en (2) door de klemmen (L) verzorgd, zo ook, indien
a
anwezig, de binnenverlichting (K).
W
ij bevelen aan om zowel de ontsteker als de binnenver-
l
ichting apart aan 12V aan te sluiten. Daarvoor moeten de
t
wee bruggen (1) en (2) verwijderd worden en de direk-
t
aansluiting volgens figuur 11 gemaakt worden.
I
n enkele modellen is een aparte aansluiting (J) in figuur 12
a
anwezig. Als dat het geval is verwijdert men eveneens de
t
wee bruggen (1) en (2) en maakt men de aparte aansluiting
d
irekt aan (J).
W
ij raden af om de heronststeking direkt op een laadin-
r
ichting aan te sluiten indien de laadinrichting niet van een
t
ussengeschakelde akku voorzien is.
A
fvoer van verbrandingsgassen
D
e ruimte tussen de koelkast en de wand van uw voertuig
(
fig. 6) is van het woongedeelte afgescheiden. Zo kan er
g
een koude tocht ontstaan (kamperen in de winter) en
k
unnen de verbrandingsgassen niet in de wagen vordringe.
D
aarom is het niet nodig een uitlaat voor de gassen te
i
nstalleren; deze worden samen met de ventilatielucht
a
fgevoerd door het bovenste rooster.
N
.B.: Bij deze methode van ventileren gebruikt men boven
e
n beneden hetzelfde soort rooster, zonder de
g
eïntegreerde doorvoer voor de gassen. Ook het eventueel
g
eleverde T-stuk is in dit geval niet nodig.
E
en aluminium plaat (B), fig. 6, boven de uitlaatbuis in het
i
nbouwvak (I) vergemakkelijkt de afvoer van warmte.
V
erklaring van de aanduidingen in fig. 6:
A
Frame R 1610 voor ventilatierooster
B
Geleideplaat, zie fig. 9.
C
Condensor (maakt deel uit van koelaggregaat)
D
Ventilatierooster A 1609
E
Afdichtingsstrip
b
reedte 486 mm, Electrolux Artikelnr. 295 1147-10
F
Koelkast
G
Houten lat, ca. 10 x 20 mm
H
Hoogte inbouwvak (zie onder TECHNISCHE GEGE-
VENS)
I
Uitlaatpijp
F
LESSENGAS-AANSLUITING
D
e koelkast is ontworpen voor het gebruik op Propaan of
B
utaan met een druk van 30mbar (300 mmwk) of 50mbar
(
500mmwk). Kontroleer het typeplaatje.
D
e koelkast mag niet op stads- of aardgas gebruik worden.
● Laat de gasaansluiting door een erkend vakman maken.
● Zie toe dat de gasleiding zo gelegd is dat deze niet kan
beschadigen.
● Laat een bereikbare tussenkraan monteren.
● Zie toe dat alle koppelingen op lekkage gekontroleerd
worden; dat kunt u ook zelf door ze in te smeren met een
water/zeepoplossing (bellen blazen) terwijl de kranen
open zijn, zodat er druk op de leiding staat. Gebruik nooit
open vuur, zoals een aansteker, om lekkage vast te
stellen.
● Sleutel nooit aan een drukregelaar; zodra u hem niet
meer vertrouwt (dat merkt u doorgaans ook aan de
branders van uw kooktoestel), koop dan een nieuwe van
goede kwaliteit.
WAARSCHUWING !
Kontroleer de gasdruk; deze staat aangegeven op de
drukregelaar (is reduktieventiel) van de betreffende
gasfles.
54