HANDLEIDING ABSORPTIE-KOELKASTEN voor VAKANTIEVOERTUIGEN RM 6270 (L) RM 6271 (L) RM 6290 (L) RM 6291 (L) RM 6360 (L) RM 6361 (L) RM 6400 (L) RM 6401 (L) NL Nederlands Typ C40 / 110 T.B.
Inhoudsopgave 1.0 Inleiding 4 2.0 Voor uw veiligheid 4 3.0 Garantie en klantenservice 4.0 Modelbeschrijving 5 5.0 Handleiding koelkast 5 2.1 2.2 3.1 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 5.15 5.16 5.17 5.18 5.19 6.
1.0 Inleiding U hebt met de Dometic Absorption Refrigerator als koelkast een uitstekende keuze gemaakt. Wij zijn er zeker van dat dit nieuwe apparaat in alle opzichten volledig aan uw wensen zal voldoen. Deze koelkast is stil, voldoet aan de hoogste eisen en gaat gegarandeerd gedurende de hele levenscyclus, van fabricage en gebruik tot recycling, efficiënt om met energie en andere hulpbronnen. Lees voordat u de koelkast gaat gebruiken eerst zorgvuldig de instructies voor installatie en gebruik.
3.0 Garantie en klantenservice Garantiebepalingen zijn in overéénstemming met EC richtlijn 44/1999/CE en de normale condities zoals van toepassing voor het desbetreffende land. Voor garantie en andere diensten neemt u contact op met de afdeling klantenservice. Schade door verkeerd gebruik wordt niet door de garantie gedekt. De garantie dekt geen wijzigingen aan de apparatuur of gebruik van onderdelen die niet van Dometic zijn.
.2 De koelkast inschakelen De koelkast is absoluut stil als deze is ingeschakeld. Wanneer het apparaat voor het eerst in werking wordt gezet, komt er mogelijk een geur vrij die na enkele uren verdwijnt. Zorg dat ook de woonruimte goed wordt geventileerd. Het vriesvak moet één uur nadat u de koelkast hebt ingeschakeld koud zijn. Het duurt enkele uren voordat de koelkast de werktemperatuur heeft bereikt. 5.2.1 Bediening A.
5.2.2 Werking op elektriciteit 1. 12 V/24 V gelijkstroom U kunt de koelkast alleen op de interne energievoorziening laten werken als de motor aanstaat. 1. Zet de energiekeuzeschakelaar (A) op De koelkast werkt nu zonder temperatuurscontrole (continue werking). A 2. Netstroom Deze optie kunt u alleen gebruiken als het geleverde voltage van de energieaansluiting overeenkomt met de waarde op de gegevensplaat. Een andere waarde kan het apparaat beschadigen. B A 5.2.3 1.
6. Controleer of de vlam achter het inspectieglas brandt. 7. Herhaal als de vlam uitgaat het hele proces. 8. U stelt de temperatuur voor het hoofdkoelcompartiment in met draaischakelaar (B). 2. Automatische ontsteking A 2. Druk draaischakelaar (B) in en houd deze ingedrukt. 1. Zet energiekeuzeschakelaar (A) op Gas D B 3. De ontsteking verloopt automatisch. Er klinkt een tikkend geluid en het indicatielampje (D) knippert. Als de ontsteking is gelukt, stopt het geluid en het knipperen. 4.
5.4 Ontdooien Geleidelijk zet zich ijs af op de vinnen. Als de ijslaag ongeveer 3 mm dik is, moet u de koelkast ontdooien. 1. Schakel de koelkast uit, zoals beschreven in paragraaf 5.3 "Uitschakelen". 2. Verwijder het ijsklontjesbakje en het voedsel. 3. Laat de deur van de koelkast openstaan. 4. Na ontdooien (het vriesvak en de vinnen zijn ijsvrij) droogt u de kast met een doek af. 5. Gebruik een doek om het water in het vriesvak te verwijderen. 6.
5.8 Werking tijdens de winter 1. Controleer of het ventilatierooster en de afvoer niet door sneeuw, bladeren en dergelijke zijn geblokkeerd. Onderste ventilatierooster Bovenste ventilatierooster met afvoer 2. Als de omgevingstemperatuur beneden 8°C komt, moet u de winterbedekking aanbrengen. Deze bedekking beschermt het apparaat tegen te koude lucht. Breng de bescherming aan en zet deze vast. Het wordt tevens aanbevolen de winterbedekking te gebruiken als het voertuig langere tijd niet wordt gebruikt.
5.10 De decorplaat vervangen 1. Open de deur en maak de schroef van de scharnier los. 4. Verwijder de decorplaat en plaats een nieuwe decorplaat. 5.11 2. Verwijder de deur door deze naar boven te tillen. 5. Schroef de binnenbedekking weer op zijn plaats. 3. Schroef de binnenbedekking los (3 schroeven). 6. Zet de deur weer in de koelkast.
5.12 De richting wijzigen waarin de deur opent Het is niet altijd mogelijk om de draairichting van de deur te veranderen indien het apparaat geinstalleerd is. 1. Deur openen, scharnierschroeven losdraaien en bij de hand houden. 2. Deur uithalen door naar boven te duwen. 6. 5. 4. 5. 7. 4. 3. 9. Bevestig de deur. 8. 10. Draai de scharnierschroeven terug in.
5.13 Probleemoplossing Voordat u contact opneemt met de afdeling klantenservice, controleert u of: 1. U de instructies onder "De koelkast inschakelen" hebt gevolgd. 2. De koelkast waterpas staat. 3. Het mogelijk is de koelkast te gebruiken met een beschikbare krachtbron. Probleem 1: De koelkast werkt niet op gas. Mogelijke oorzaak Wat kunt u doen a) De gascilinder is leeg. a) Vervang de gascilinder. b) Staat de onderbreker open? b) Open de onderbreker.
5.15 Tips voor milieubesparing 5.16 Recycling 5.17 Tips voor energiebesparing De koelkasten die door Dometic GmbH worden geproduceerd, zijn CFK-vrij. In de koeleenheid wordt als koelmiddel ammonia gebruikt (een natuurlijke verbinding van waterstof en stikstof). Als spuitstof voor de fabricage van de isolatie van PUschuim wordt ozonvriendelijk cyclopentaan gebruikt. Voor recycling van recyclebaar verpakkingsmateriaal, moet u dit inleveren bij het normale verzamelsysteem.
5.18 Technische gegevens Model RM 6270(L) RM 6271(L) RM 6290(L) RM 6291(L) RM 6360(L) RM 6361(L) RM 6400(L) RM 6401(L) Afmetingen H x B x D (mm) diepte incl. deur 821x486x541 821x486x541 821x525x541 821x525x541 821x486x541 821x486x541 821x525x541 821x525x541 Max. capaciteit incl. vriesvak 77 lit. 77 lit. 86 lit. 86 lit. 88 lit. 88 lit. 97 lit. 97 lit. Bruikbare capaciteit vriesvak verbindinswa arden hoofdstroom/ ac cu 9,5 lit. 9,5 lit. 10,5 lit. 10,5 lit. 9,5 lit. 9,5 lit. 10,5 lit. 10,5 lit.
5.
6.0 Installatiehandleiding Bij installatie van de koelkast moet u voldoen aan de technische en administratieve regelgeving van het land waarin het voertuig voor het eerst wordt gebruikt. In Europa moeten bijvoorbeeld de gasinstallaties, het leggen van de kabels, de installatie van gascilinders en de goedkeuring en de controle op lekken voldoen aan DIN EN 1949 voor apparaten op vloeibaar gas in voertuigen. 6.1 6.1.
6.1.2 Installatie aan de achterkant Installatie aan de achterkant resulteert vaak in een minder ideale installatiepositie, omdat een optimale luchtstroom naar en vanaf de koelkast niet altijd haalbaar is (Het onderste ventilatierooster wordt vaak afgedekt door de bumper of achterlichten van het voertuig (afb. 2)). De koelkast kan daardoor geen maximale koelprestatie leveren. Ventilatierooster niet geblokkeerd: OK Fig.
6.2 Tochtvrije installatie Koelkasten in caravans, motorcaravans en andere voertuigen moeten tochtvrij worden geïnstalleerd. Dit betekent dat de lucht voor de brander niet uit de leefruimte afkomstig is en dat wordt voorkomen dat verbrandingsgassen in de leefruimte terechtkomen (resp. G 607 en DIN EN 1949). Voorstel 1: Plaats de stroken afsluitmateriaal (A) onderop en aan elke kant van de installatienis.
Bij werking op gas gebruikt u in dit geval de bovenste winterbedekking niet! Als ook bij tochtvrije installatie een verbrandingsgasafvoerpijp gewenst is, plaatst u het L100 ventilatie- en afvoersysteem op de opening van het bovenste ventilatierooster. Installatie verbrandingsgasafvoerpijp: zie punt 6.7. Wijzigingen uitsluitend met toestemming van de fabrikant. 6.
6.4 Het ventilatiesysteem installeren Voor het installeren van de ventilatieroosters maakt u twee rechthoeken (451 mm x 156 mm) in de buitenwand van het voertuig (zie punt 6.3 voor de plaats). 6.5 1. Sluit het montageframe waterdicht af. 2. Plaats het frame en schroef het vast. 4. Zet het ventilatierooster vast. 5. Klik de afvoereenheid op zijn plaats (alleen voor het bovenste ventilatiesysteem L100). De koelkast vastzetten 3. Plaats het ventilatierooster.
6.6 Installatienis De koelkast moet in een tochtvrije nis worden geïnstalleerd. De afmetingen voor de nis vindt u in de onderstaande tabel. Stap (A) is alleen vereist voor kabinetten met een trap. Duw de koelkast in de nis totdat de voorkant van de koelkast gelijk is met die van de nis. Laat een ruimte van 15 tot 20 mm over tussen de achterwand van de nis en de koelkast. De vloer van de nis moet glad zijn, zodat de koelkast gemakkelijk in de goede positie kan worden geschoven.
6.7 Afvoer verbrandingsgassen De afvoer van verbrandingsgassen moet zo worden geregeld, dat alle verbrandingsproducten worden afgevoerd naar een gebied buiten de leefruimte. Ter voorkoming van condensatie moeten de verbrandingsgassen altijd naar boven worden afgevoerd. Bij ondeskundige installatie vermindert de koelprestatie en de kwaliteitsgarantie wordt in gevaar gebracht. 6.7.1 De afvoer in het bovenste ventilatierooster aanbrengen min. 10 mm max. 20 mm 1.
6.7.2 Aparte afvoer van verbrandingsgassen min. 10 mm max. 20 mm Gat: 80 mm hoog 40 mm breed 1. Maak in de buitenwand van de caravan een rechthoekig gat van 80 x 40 mm. De plaats van het gat moet geschikt zijn voor het model van de koelkast en de installatieomstandigheden. 2. Verbind T-stuk (E) met adapter (F) of uitlaat (K) en draai schroef (G) vast. Zorg ervoor dat warmteverdeler (H) in de juiste positie is vastgemaakt. 3. Steek uitlaat (C) door de opening. 4. Verbind uitlaat (C) met T-stuk (E).
De gasverbinding met de koelkast wordt uitgevoerd met een Emeto- verbindingsstuk L8, DIN 2353-ST, dat voldoet aan resp. werkblad G607 van DVGW en EN1949. De gasverbinding mag alleen worden aangebracht door goedgekeurd personeel. SW 17 Nadat de koelkast goed is geïnstalleerd, moet worden getest op lekken en moet een vlamtest worden uitgevoerd door *goedgekeurd personeel in navolging van resp. werkblad G607 en EN1949. Er moet een testcertificaat worden uitgegeven.
6.9 Elektrische installatie 6.9.1 Verbinding voedingsdraad De elektrische installatie mag alleen worden uitgevoerd door goedgekeurd personeel. De verbindingskabels moeten zodanig worden gelegd, dat deze niet in contact komen met hete onderdelen van het apparaat of de brander of met scherpe randen. De elektrische installatie moet conform zijn met de nationale voorschriften. De voeding moet afkomstig zijn van een goed geaard contact of een vaste verbinding.
6.9.3 Bedradingschema's 1.
3.