User manual
TEC 29 18
gebruikshandleiding
NL
3.1 Storingen, oorzaken en oplossingen
3 Foutopsporing, onderhoud, hergebruik
Werkzaamheden die moeten worden verricht
door de gebruiker
Werkzaamheden die moeten worden verricht
door bevoegde technici
OPLOSSING
De noodstopschakelaar staat niet op de stand "aan"
De starter krijgt geen stroom
De elektrische kabels zijn kapot
De aarddraad van de generator is kapot
Geen brandstof
The choke is not available
Thethrottlevalvleisblocked
Er gaat geen stroom naar de bougie
Geen benzine in de carburateur
Het luchtfilter is vuil
The Air intakes are obstructed
De omzetter is beschadigd
De belasting is hoger dan 2,6 kW
Lage laadstroom van accu
De starteras is vuil
The stepper motor is down or disconnected
Te veel olie in de motor
OORZAAK
By operating the main switch, the panel does not
switch on
Wanneer de startknop wordt ingedrukt,
start de generator niet (de startmotor werkt niet)
De startmotor werkt, maar de generator start niet
De generator slaat af
De generator werkt, maar er wordt geen stroom
gegenereerd
The generator starts, then stops and display
“generator allert” message
De geproduceerde stroom oscilleert