Operation Manual

33
Nederlands
Beveiligingsinstellingen
Druk op Menu, blader naar en druk op OK.
Kies Beveiliging en druk op OK.
SIM-lock
De SIM-kaart is beveiligd met een PIN-code (persoonlijk
identicatienummer). De telefoon kan zodanig worden ingesteld
dat de gebruiker de PIN-code moet invoeren als hij/zij de telefoon
inschakelt.
Kies Aan/Uit en druk op OK om de blokkering van de SIM-kaart
in of uit te schakelen.
NB!
U moet de huidige PIN-code invoeren om de SIM-blokkering in of uit
te schakelen.
Telefoonvergrendeling
Kies Aan/Uit en druk op OK om de telefoonvergrendeling in of
uit te schakelen.
NB!
U moet de huidige telefooncode invoeren om deze instelling te
veranderen. De standaardcode is 1234.
PIN / PIN2 / Wachtwoord telefoon
De PIN-codes of het wachtwoord voor vergrendeling van
de telefoon wijzigen:
Voer de huidige code in en bevestig met OK.
Voer een nieuwe code in en bevestig met OK.
Voer de nieuwe code nog een keer in en bevestig met OK.
Reset
De telefoon wordt weer ingesteld op de fabrieksinstellingen.
Voer het wachtwoord in en druk op OK om te resetten.
1.
2.
1.
2.
3.