User Manual

Werking
Dräger X-zone 5500 157
 Tijdens de ON-modus worden de alarmsignalen van de
X-am 5x00 geëvalueerd, verwerkt en evt. aan andere
X-zone 5500 doorgegeven.
Verdere informatie over de pompmodus zie hoofdstuk 9 op
pagina 173.
Verdere informatie over gebruik in combinatie met de X-am
5100 zie hoofdstuk 10 op pagina 175.
3.1.3 X-zone-modus:
 Het batterijsymbool van de X-am 5x00 wordt vervangen
door het symbool van de X-zone-modus
van de X-zone
5500.
 De X-am 5x00 wordt gevoed door de X-zone 5500 accu.
 Wordt de ingeschakelde X-am 5x00 uit de Dräger
X-zone 5500 verwijderd, dan wordt de X-zone-modus na
max. 10 seconden weer verlaten.
3.1.4 X-am 5x00 Info-modus
 In de meetmodus de -toets van de X-am 5x00 ca.
3 seconden indrukken.
 Achtereenvolgens -toets indrukken voor de volgende
weergave. De piekwaarden en de blootstellingswaarden
TWA en STEL verschijnen en tevens aanvullende
informatie over de X-zone.
In geval van waarschuwingen of storingen worden de
betreffende informatie- resp. foutcodes (bijv. 01)
weergegeven (zie hoofdstuk 12.1 op pagina 179).
Infovenster X-am 5x00:
1 Stationsnummer bij groeperingsmodus:
Het stationsnummer zorgt voor een eenduidige identificatie
van een groepsapparaat binnen een groep.
2 Status draadloze verbinding: ON/OFF:
Geeft aan of de draadloze functie van de X-zone 5000 in-
of uitgeschakeld is.
De draadloze verbinding kan met behulp van de PC-
software Dräger CC-Vision in- en uitgeschakeld worden
(zie hoofdstuk op pagina 175).
3 Netnummer:
Als onafhankelijke draadloze netwerken zijn gewenst,
moeten verschillende netnummers worden toegewezen
(zie hoofdstuk 4 op pagina 160).
Het netnummer kan met behulp van de PC-software
Dräger CC-Vision worden ingesteld (zie hoofdstuk op
pagina 175).
4 Groeperings-ID:
De groeperings-ID identificeert een groep eenduidig
(alleen de laatste 4 tekens van de groeperings-ID worden
getoond).
5 Symbool X-zone-modus:
Geeft aan of tussen de X-zone 5500 en de X-am 5x00 een
infraroodverbinding is opgebouwd.
 Als gedurende 10 seconden geen toets wordt ingedrukt,
keert de X-am 5x00 automatisch terug naar de
meetmodus.
3.2 Apparaat uitschakelen
3.2.1 STANDBY-modus
 De X-am 5x00 in de X-zone 5500 aan de hand van de
gebruiksaanwijzing uitschakelen.
Voordat de X-zone 5500 uitschakelt, worden kortstondig
een optisch en akoestisch alarm geactiveerd.
De X-zone 5500 staat in de STANDBY-modus.
3.2.2 OFF-modus
1. -toets en -toets op de X-zone 5500 gedurende ca.
3 seconden ingedrukt houden.
De accu-LED gaat uit.
De X-zone 5500 is uitgeschakeld (OFF-modus).
2. Eventueel de X-am 5x00 uit de instrumenthouder
verwijderen.
3.3 Voeding van de X-am 5x00 met NiMH-
accu in de X-zone 5500
OK
OK
02533112.eps
RF:
NET:
P\N:
ON
--
005
FFFF
1
2
3
4
5
VOORZICHTIG
Dräger adviseert om bij het uitschakelen van de
X-zone 5500 gehoorbescherming te dragen of de
alarmdempingsring (bestelnr. 83 20 110) te gebruiken,
omdat het akoestische alarm kortstondig wordt
geactiveerd.
AANWIJZING
Op grond van de eisen van de explosiebeveiliging
wordt de X-am 5x00 op geen enkel moment in de
X-zone 5500 geladen. De accu van de X-am 5x00
wordt tot ca. 1 % van zijn capaciteit ontladen. Pas
daarna wordt de X-am 5x00 door de X-zone 5500 van
stroom voorzien.
Gebruik van de X-zone 5500 met een X-am 5x00, die
voorzien is van alkalinebatterijen, is niet mogelijk en
resulteert in een fout.
!
i
i