User Manual

Bedrijf met X-am 5100 (optioneel)
Dräger X-zone 5500 175
9.4.2 1-knops-instelling uitvoeren
De 1-knops-instelling wordt uitgevoerd met alle sensoren
die kunnen worden afgesteld.
Bij de 1-knops-instelling wordt de gevoeligheid van alle
sensoren ingesteld op de waarde van het testgas. Bij
gebruik van de testgascilinder 68 11 130 = menggas met
50 ppm CO, 15 ppm H
2
S, 2,5 vol.-% CH
4
, 18 vol.-% O
2
.
1. Afsluiter op testgascilinder schroeven.
2. X-am 5x00 in de instrumenthouder van de X-zone 5500
brengen en inschakelen (zie hoofdstuk 3.1 op pagina 156).
3. -toets indrukken en 5 seconden ingedrukt houden om
het kalibratiemenu op te roepen.
4. Wachtwoord invoeren (wachtwoord bij levering = 001).
5. Met de -toets de functie 1-knops-instelling selecteren.
Het symbool voor 1-knops-instelling » « knippert.
6. -toets indrukken om de 1-knops-instelling te starten.
7. Slang van de testgascilinder op de X-zone 5500
aansluiten.
8. Leid het testgas naar een afzuiging of naar buiten.
De actuele meetwaarden beginnen te knipperen. Na het
bereiken van een statische meetwaarde stopt het
knipperen.
Het instellen wordt automatisch beëindigd.
De weergegeven meetwaarden stijgen tot de waarden die
overeenkomen met het toegevoerde gas.
Wanneer de instelprocedure is afgesloten en de weergegeven
meetwaarden stabiel zijn:
De huidige gasconcentratie en » OK « worden afwisselend
weergegeven.
9. -toets indrukken of ca. 5 seconden wachten om de
instelfunctie te verlaten.
De X-am 5x00 schakelt over naar de meetmodus.
10. Slang van de testgascilinder losmaken van de X-zone
5500.
Als een storing is opgetreden tijdens 1-knops-instelling:
Het storingssymbool » X « verschijnt en in plaats van de
meetwaarde wordt voor de betreffende sensor » - - «
weergegeven.
In dat geval moet de instelprocedure worden herhaald.
Vervang eventueel de sensor.
10 Bedrijf met X-am 5100 (optioneel)
De X-zone 5500 met pomp (zie hoofdstuk 22 op pagina 187)
kan optioneel worden gebruikt in combinatie met een X-am
5100.
10.1 Ingebruikname en uitvoering van de
meting
1. X-zone 5500 inschakelen (zie "Apparaat inschakelen" op
pagina 156) en de houder X-am 5100 gebruiken.
De pomp wordt bij ingeschakeld apparaat door een
schakelcontact op de houder X-am 5100 automatisch mee
ingeschakeld.
Pomp-LED knippert rood-groen.
2. Vervolgens moet een pomptest worden uitgevoerd. De
pomptest start automatisch.
10.2 Pomptest
AANWIJZING
Wordt een menggas met een andere samenstelling
gebruikt, dan moeten de vooraf ingestelde
concentratiewaarden in de X-am 5x00 worden
veranderd in de streefwaarden van het gebruikte
menggas met de PC-software Dräger CC-Vision.
i
i
OK
OK
VOORZICHTIG
Gebruik uitsluitend met filter (bestelnr. 83 19 364 en
83 23 016)! Anders kan de pomp beschadigd raken en
kan de sensor sterk verontreinigd raken.
Wanneer bij het gebruik van de pomp geen filter wordt
gebruikt, vervalt de garantie op de pomp.
Na het plaatsen van de houder X-am 5100 moet na
een succesvol uitgevoerde pomptest een functietest
(zie hoofdstuk 3.4.3 op pagina 159) worden
uitgevoerd.
AANWIJZING
De pomptest moet binnen 60 seconden worden
uitgevoerd, anders wordt een apparaatalarm gegeven.
AANWIJZING
Dräger adviseert om voor het plaatsen van de houder
X-am 5100 eerst de afdichtingen visueel op
beschadigingen te controleren en te controleren of de
kap van binnen schoon is. Bij beschadiging van de
afdichtingen moet de houder X-am 5100 worden
vervangen. Informatie over de reiniging, zie hoofdstuk
14 op pagina 182.
De houder X-am 5100 bij niet-gebruik droog en schoon
opslaan.
Pomptest wordt uitgevoerd zoals bij de Dräger pomp
X-am 1/2/5000.
Bij het testen van de pomp wordt het
akoestische alarm in de standaardinstelling
automatisch tot
80 dB (A) verlaagd.
!
i
i
i
i