Operating Instructions and Installation Instructions

DRU 64CB - DRU 78CB 6 03.27616.000
dat hierdoor de uitmondingsectie niet vernauwt, en dat de kap zodanig ontwor-
pen is, dat bij wind, de afvoer van de rookgassen niet belemmerd, maar bevor-
derd wordt.
Vooral als het rookkanaal door onverwarmde ruimten loopt of buitenwanden
heeft, is bijkomende isolatie belangrijk. Metalen schoorstenen, of schoorsteen-
gedeelten buiten de woning, moeten steeds worden uitgevoerd in dubbelwandig
geïsoleerde buizen. Het buitendaks gedeelte van de schoorsteen moet steeds
geïsoleerd zijn.
De schoorsteen dient voldoende hoog te zijn (minimum 4 meter), en uitmonden
in een zone die niet verstoord wordt door omliggende gebouwen, nabijstaande
bomen of andere hindernissen. Als vuistregel geldt: 60 cm boven de nok van het
dak. Indien de nok meer dan 3 meter verwijderd is van de schoorsteen, zie dan
de afmetingen aangegeven in figuur hieronder. Afhankelijk van eventueel nabij-
gelegen gebouwen en / of bomen, moet de schoorsteen hoger zijn.
3.1.2. Ventilatie van het lokaal
Verbranding van hout, kolen of gas verbruikt zuurstof. Het is dus van groot belang
dat de ruimte waar het toestel geïnstalleerd wordt, voldoende verlucht of geventi-
leerd wordt.
Bij een onvoldoende verluchting kan de verbranding verstoord worden, en kan de
feilloze afvoer van de rookgassen door de schoorsteen niet meer gegarandeerd wor-
den, met mogelijk rookuitwasemingen in de woonkamer tot gevolg.
Plaats desnoods in de kamer een verluchtingsrooster die toevoer van verse lucht
garandeert. Deze voorziening is zeker nodig bij goed geïsoleerde ruimtes, wanneer
er mechanische ventilatie aanwezig is.
Let ook op andere luchtverbruikers die in dezelfde ruimte of in de woning aanwezig
zijn, zoals een ander verwarmingstoestel, een dampkap, een droogkast of een bad-
kamerventilator. Gebruik deze toestellen niet als de haard brandt, of zorg voor een
extra luchttoevoer in functie van deze toestellen.
Indien uw toestel is voorzien van de (optioneel verkrijgbare) aansluitset voor het
aanvoeren van de verbrandingslucht van buiten de kamer, hoeft u voor uw toestel
geen extra luchttoevoer te voorzien. Zorg wel voor voldoende verluchting van de
ruimte waaruit u de lucht aanvoert.
3.1.3. Vloer, wanden
Voorzie voldoende afstand tussen het toestel en brandbare materialen zoals houten
wanden en meubels. Voor vrijstaande toestellen dient deze afstand minimaal 40 cm
te bedragen.
min 0.5 m
3 m
min 1 m
hoogste punt van het dak
binnen een afstand van 3 m.
3 m
min 0.5 m