Operation Manual

Nederlands
Global 70 / 70 XT
19
GEBRUIKERSHANDLEIDING
!Let op - Huisdieren en vooral vogels kunnen ge-
voelig zijn voor de vrijkomende dampen;
- Het vlambeeld wordt in het begin beïn-
vloed door het uitdampen van vluchtige
componenten.
!Tip - Zet het toestel in de hoogste stand om
het uitdampen te versnellen;
- Ventileer de ruimte goed;
- Verwijder huisdieren uit de ruimte.
3.2 Bescherming
Om onveilige situaties te voorkomen, dient u de onder-
staande maatregelen/instructies nauwkeurig op te volgen.
- Houd brandbare voorwerpen en/of ma-
terialen zoals overgordijnen op minimaal
50 cm afstand van het toestel en/of de
afvoerpijpen;
- Laat geen kleding, handdoeken e.d. op en/
of dichtbij het toestel drogen ter voorko-
ming van brand;
- Vermijd contact met hete delen van het
toestel ter voorkoming van brandwonden;
- Laat kinderen en personen die de conse-
quenties van hun handelen slecht over-
zien nooit alleen bij een brandend toestel;
- Leg de afstandsbediening buiten het
bereik van kinderen en personen die de
consequenties van hun handelen slecht
overzien.
3.3 Verkleuring van wanden en plafonds
Bruinverkeuring is een vervelend en moeilijk op te lossen
probleem. Bruinverkleuring kan worden veroorzaakt door
stofverbranding als gevolg van te weinig ventilatie, roken,
branden van kaarsen, olielampjes e.d.. Rook van sigaretten
en sigaren bevat teerstoffen die op koudere muren neer-
slaan.
Deze problemen kunnen (deels) voorkomen worden door
goede ventilatie van de ruimte waar het toestel staat.
4. Draadloze afstandsbediening
Het toestel wordt bediend met een afstandsbediening.
Zowel het ontsteken, het regelen van de vlamhoogte als het
uitschakelen gebeurt met behulp van de afstandsbediening,
die een ontvanger in het bedieningskastje aanstuurt.
De ontvanger en de afstandsbediening worden gevoed met
batterijen. Voor de ontvanger zijn 4 penlite (type AA) bat-
terijen nodig; voor de afstandsbediening een 9V-blokbatterij.
De levensduur van de batterijen is bij normaal gebruik
ongeveer een jaar.
Als optie kan een adapter worden gebruikt. Informeer hier-
naar bij uw installateur. U hebt dan een 230 V aansluiting
nodig in de omgeving van het toestel.
4.1 Ontvanger
De ontvanger bevindt zich in het bedieningskastje
(zie Afb. 1)
4.1.1 Vervangen batterijen
Als de batterijen van de ontvanger bijna leeg zijn hoort u
3 korte piepjes mits het motortje voor de regeling van de
hoofdbrander draait (zie paragraaf 4.2.2.1).
U kunt de batterijen als volgt vervangen:
Open de deur van het bedieningskastje.
Pak de ontvanger.
Schuif de deksel eraf.
Verwijder en plaats de 4 penlite (type AA) batterijen.
!Let op - Vermijd kortsluiting tussen de batterijen en
metalen voorwerpen/delen;
- Let op de “+” en “-” polen van de batterijen en
de houder;
- Gebruik alkaline batterijen;
- Batterijen vallen onder “klein chemisch afval”
en mogen dus niet bij het huisvuil.
Schuif de deksel terug.
Plaats de ontvanger zoals aangegeven op Afb. 1
!Let op - Plaats de antenne van de ontvanger niet te
dicht bij de ontstekingskabel en/of metalen
delen: zorg ervoor dat de antenne omhoog
wijst (zie voor de juiste positie Afb. 1);
- Zorg ervoor dat de ontstekingskabel niet
over/langs metalen delen ligt: dit verzwakt de
vonk;
- Leg de ontstekingskabel niet over de ontvang-
er: dit kan de ontvanger beschadigen.
- Voorkom dat de ontstekingskabel in contact
komt met andere bedrading.
4.2 Afstandsbediening
De standaard functies van het toestel zoals het ontsteken,
regelen van de vlamhoogte, stand-by (waakvlam) stand en
uitschakelen worden uitgevoerd in de MAN stand, de hand-
Let op
antenne
kabels t.b.v.
thermokoppel
knop B
ontvanger
knop A
ontstekingskabel
1