Dual Bay NAS-server Gebruikershandleiding After Sales Ondersteuning Gefeliciteerd met de aanschaf van deze Dual Bay NAS-server Met de aanschaf van dit apparaat krijgt u een opslagapparaat voor afbeeldingen, muziek, video en andere bestanden die u veilig wilt bewaren. Aanvullend hierop krijgt u een speciale hulplijn en webondersteuning. Website: www.unisupport.
INHOUD 1. Hardwareoverzicht .................................................................................................................................................. 3 1.1 Voeding ................................................................................................................................................................3 1.2 Poorten ...................................................................................................................................................
1. Hardwareoverzicht * 1.1 Voeding Dit apparaat gebruikt een externe stroomadapter (12V gelijkstroom, maximaal 4 ampère, 100-240V wisselstroom, 50-60Hz) *de AAN/UIT-LED is alleen een LED, niet een knop 1.2 Poorten LAN-poort Eén gigabit RJ45-ethernetpoort. Deze verbindt met uw router of switch via een ethernetkabel. USB-poorten Er zijn twee poorten voor USB-aansluitingen op de NAS-server.
1.3 Knoppen Onderdeel Omschrijving AAN/UIT-knop Druk op deze knop aan de achterzijde om de NAS-server aan of uit te zetten. Eén druk kopieerknop USB-apparaat (flash of externe harde schijf ) naar harde schijf van de NAS-server Kopieer gegevens van het aangesloten USBapparaat naar de ‘public’ map op de harde schijf van de NAS-server (de gebruikte USB-poort maakt niet uit). *Terug naar standaarden knop Houd 3 seconden ingedrukt Herstel de standaard fabrieksinstellingen van de NAS-server.
Let op: 1. De eerste harde schijf wordt gedefinieerd als de NAS-serverschijf, aangezien het NAS-serversysteem op deze schijf wordt geïnstalleerd. De tweede harde schijf is uitsluitend voor gegevensopslag, aangezien het NAS-serversysteem niet op deze schijf wordt geïnstalleerd. 2. Installatie Vereisten Het volgende is vereist bij gebruik van de NAS-server. • Het TCP/IP-protocol dient geïnstalleerd te zijn op uw PC of laptop.
Geassembleerde harde 2 De harde schijven schijfhouder dienen door de gebruiker in de *dit is een afbeelding harde van een in de harde schijfhouders schijfhouder geplaatste gemonteerd te harde schijf. Dit is het worden. gecombineerde onderdeel van de onderdelen 3, 4 en 5.
4. Monteer de Bovenkap 1 (1 keer) en de gehele montage is voltooid. • • • Na de montage van de harde schijven, via stap 1 t/m 4, kan de netwerkkabel met de LAN-poort van de NAS worden verbonden. Een typische netwerkopstelling bestaat uit computers en de NAS-server, verbonden met een router. Sluit de voedingskabel op de NAS-server aan en druk vervolgens op de AAN/UIT-knop op de achterzijde van de NAS-server om deze aan te zetten. Het opstarten van het systeem zal ongeveer 1 minuut duren.
• Controleer of de harde schijf wordt herkend in de lijst onder ‘USB Information’. Klik vervolgens op ‘Access via web’, waarna het onderstaande scherm zal verschijnen. Voor Nederlandstalige ondersteuning, tel.: 0858 880 106 (lokaal tarief ), Voor Engelstalige ondersteuning, neem contact op met Unisupport.net, Denemarken, Tel.: +45 70 26 11 50, www.unisupport.
• Klik op ‘Browse’ en selecteer het bestand ‘new_firmware.bin’ uit de map ‘FW release’ op de bijgevoegde CD-ROM om de NAS-serverprogramma’s te installeren. • Selecteer de harde schijf en het bestandssysteem waarin het geformatteerd kan worden. Voor Nederlandstalige ondersteuning, tel.: 0858 880 106 (lokaal tarief ), Voor Engelstalige ondersteuning, neem contact op met Unisupport.net, Denemarken, Tel.: +45 70 26 11 50, www.unisupport.
• Klik op ‘Start now’ om te installeren en de harde schijf te formatteren. Het kan nodig zijn om de installatie en het formatteren te bevestigen door op ‘OK’ te drukken in een pop-upscherm. • Start nogmaals het Windowsprogramma ‘NetTool’. • Klik op ‘Access via web’ en vul de gebruikersnaam en het wachtwoord in om de webgebruikersinterface te openen. De standaardwaarden zijn admin/admin. Opmerkingen: • Wanneer de blauwe LED continu brand, is het opstarten voltooid.
3. Windows hulpmiddelen 3.1 Snelle Instellingen Wizard Dit hulpmiddel stelt u in staat om naar ieder apparaat in het netwerk te zoeken en informatie over de NAS-server in te zien. Het stelt u tevens in staat om de NAS-webpagina te openen en instellingen te wijzigen zoals de omschrijving, tijd, tijdzone, datum, IP enz. De Snelle Instellingen Wizard heeft ook toegang tot de NAS-server wanneer deze zich in een ander IP- of subnetbereik (standaard IP van de NAS-server is 192.168.16.1) bevindt.
3.1.2 Toegang via Web (Access via Web) ‘Access via Web’ verbindt met de webpagina van het gekozen apparaat. 3.1.3 Instellingen Wizard (Setup wizard) Om toegang te krijgen tot de setup wizard dient het administrator wachtwoord ingevoerd te worden. De standaard naam (‘Name’) is ‘admin’. Het standaard wachtwoord (‘Password’) is eveneens ‘admin’.
Stap 2 In deze stap kunt u het IP, de subnet, de gateway en de DNS wijzigen. Het wordt aangeraden om DHCP te gebruiken, aangezien deze automatisch de opties van het netwerk haalt. Als een specifiek IP (Statisch IP) wordt gebruikt, raadpleeg dan uw internetserviceprovider of netwerkadministrator voor de benodigde informatie. Als u de instellingen heeft gewijzigd, klik dan op ‘Next’ om deze op te slaan en verder te gaan naar stap 3. Als u de instellingen wilt laten zoals ze zijn, klik dan op ‘Skip’.
3.1.4 Netwerkverbinding maken (Share mapping) Stap 1 Vul de huidige naam en het wachtwoord van de administrator in. De standaardnaam is: admin, het standaardwachtwoord is: admin. Stap 2 Voor Nederlandstalige ondersteuning, tel.: 0858 880 106 (lokaal tarief ), Voor Engelstalige ondersteuning, neem contact op met Unisupport.net, Denemarken, Tel.: +45 70 26 11 50, www.unisupport.
Login name and password: alleen nodig als de netwerkmap die u wilt delen beveiligd is met een wachtwoord, bijvoorbeeld als u deze heeft aangemaakt via de webinterface en gekoppeld heeft aan een specifieke gebruiker. Stel de gebruikersnaam en het wachtwoord in die gebruikt kunnen worden om toegang te krijgen tot de netwerkmappen. Map share to local: selecteer de map die van de NAS-server naar de lokale computer wordt gedeeld in het eerste drop-downmenu. Het is niet mogelijk om de ‘admin’ map te gebuiken.
Schrijf het IP adres van uw NAS server op. In het bovenstaande geval is dit 192.168.1.43. Windows XP: klik op Start en dan op Uitvoeren. Hierdoor krijgt u een klein venster genaamd Uitvoeren Windows Vista / Windows 7: klik op Start en klik daarna op het zoekveld onderaan het startmenu Type het IP adres als volgt: \\xxx.xxx.xxx.xxx gebruik uw eigen IP adres. Hiermee opent u een nieuw venster dat alle mappen op uw NAS server weergeeft.
4. Web Vul het IP van de NAS-server (standaard-IP 192.168.16.1) in de verkenner in om de NAS-server webconfiguratiepagina te openen. Let op: om de webconfiguratiepagina van de NAS-server te openen, is het noodzakelijk dat de PC en de NAS-server zich in hetzelfde IP- en subnetbereik bevinden. Configureer dit met behulp van de Instellingen Wizard in de NetTool. 4.1 Web Inlogpagina Om in te loggen in de webconfiguratiepagina van de NAS-server heeft u een gebruikersnaam en wachtwoord nodig.
4.3 Beheer 4.3.1 LAN-instellingen (LAN Setting) Deze sectie bevat alle LAN-instellingen om de NAS-server in het netwerk te configureren. Afhankelijk van hoe het netwerk is ingesteld, kunnen wijzigingen op deze pagina wel of niet nodig zijn. U kunt DHCP, Static IP en PPPoE als ‘Protocol’ kiezen. 4.3.1.1 DHCP Wanneer deze optie is geselecteerd, kan de NAS-server een IP aanvragen en zichzelf automatisch configureren als er een DHCP-server aanwezig is.
4.3.1.2 Statisch IP (Static IP) Selecteer deze optie als er geen DHCP-server op het netwerk aanwezig is en u handmatig de netwerkinstellingen wilt opgeven met behulp van de velden onder deze optie.
4.3.3 Systeeminstellingen (System Settings) Hier kunnen de basisinstellingen van de NAS ingesteld worden. Dit bestaat uit ‘Device Name’, ‘Description’, ‘Date’, ‘Time Zone’, ‘Http Port’, en de NTP kan hier ook aan- of uitgezet worden.
Als de NTP-optie aan staat, heeft u een geldige NTP-server nodig om het juist te laten werken. De tijd wordt van de server gehaald. (De mogelijkheid om de datum en de tijd in te stellen sluit na het aanzetten van NTP) 4.3.
4.3.5 USB apparaten (USB Devices) Hier worden de verbonden USB-harde schijven, Flashkaarten en USB-printers weergegeven. RAID Als u een RAID-1 opstelling heeft geconfigureerd en één van de schijven uitvalt, kunt u de onderstaande melding zien. U ziet de melding ‘Raid error’.
4.3.6 Printer Server Let op: De NAS-server zal uitsluitend USB-printers accepteren, multi-function printers worden niet ondersteund. Volg de volgende stappen om een USB printer te installeren. 4.3.6.1 Windows XP Ga naar het Configuratiescherm Ga naar Printers en Faxapparaten Klik op “Printer toevoegen” in het menu aan de linkerzijde of door met de rechtermuisknop in het venster de klikken Voor Nederlandstalige ondersteuning, tel.
Klik Volgende Selecteer ‘Lokale printer verbonden met deze computer’ Verwijder het vinkje bij ‘Vind en installeer mijn plug en play printer automatisch’ Klik Volgende Selecteer ‘Maak een nieuwe poort’ Bij ‘Poort type’ selecteer ‘Standaard TCP/IP poort’ Klik Volgende Voor Nederlandstalige ondersteuning, tel.: 0858 880 106 (lokaal tarief ), Voor Engelstalige ondersteuning, neem contact op met Unisupport.net, Denemarken, Tel.: +45 70 26 11 50, www.unisupport.
Klik Volgende Bij ‘Printer naam of IP adres’ type het IP adres van de NAS server, deze kunt u vinden in “NetTool” Klik Volgende Kies ‘Standaard ‘ en ‘Generieke nerwerkkaart’ Klik Volgende Voor Nederlandstalige ondersteuning, tel.: 0858 880 106 (lokaal tarief ), Voor Engelstalige ondersteuning, neem contact op met Unisupport.net, Denemarken, Tel.: +45 70 26 11 50, www.unisupport.
Klik Voltooien Zoek het merk van de printer in aan de linkerzijde, en het type aan de rechterzijde Als de fabrikant of de printer niet wordt weergegeven, download u de drivers van de website van de fabrikant en installeert u deze via het meegeleverde installatieprogramma of door op ‘heb schijf’ te klikken in dit venster Klik Volgende Als de driver al is geïnstalleerd op de computer, verschijnt het bovenstaande scherm, selecteer ‘bestaande driver gebruiken’ en klik op Volgende Voor Nederlandstalige onderst
Bij ‘printernaam’ kunt u een naam voor de printer invoeren; het kan handig zijn om ‘NAS’ aan de naam toe te voegen om aan te geven dat de printer verbonden is met de NAS Hieronder kunt u aangeven of deze printer als standaardprinter gebruikt dient te worden Klik Volgende Bij ‘testpagina afdrukken’ is het mogelijk om een testpagina af te drukken om te testen of de printer werkt. Selecteer of deze testpagina moet worden afgedrukt.
Als gekozen is voor het afdrukken van een testpagina, zal het bovenstaande scherm getoond worden. Klik op OK als de testpagina correct is afgedrukt. 4.3.6.2 Windows Vista Ga naar het Configuratiescherm Klik ‘Apparaten en geluid’ Klik ‘Printer toevoegen’ Voor Nederlandstalige ondersteuning, tel.: 0858 880 106 (lokaal tarief ), Voor Engelstalige ondersteuning, neem contact op met Unisupport.net, Denemarken, Tel.: +45 70 26 11 50, www.unisupport.
Seleteer ‘Maak een nieuwe poort’ Bij ‘Poorttype’ selecteer ‘Standaard TCP/IP poort’ Klik Volgende Bij ‘Netwerknaam of IP adres:’ type het IP adres van de NAS server Klik Volgende Selecteer ‘Standaard’ en ‘Generieke netwerkkaart’ Klik Volgende Voor Nederlandstalige ondersteuning, tel.: 0858 880 106 (lokaal tarief ), Voor Engelstalige ondersteuning, neem contact op met Unisupport.net, Denemarken, Tel.: +45 70 26 11 50, www.unisupport.
Zoek het merk van de printer in aan de linkerzijde, en het type aan de rechterzijde Als de fabrikant of de printer niet wordt weergegeven, download u de drivers van de website van de fabrikant en installeert u deze via het meegeleverde installatieprogramma of door op ‘heb schijf’ te klikken in dit venster Klik Volgende Als de driver al is geïnstalleerd op de computer, verschijnt het bovenstaande scherm, selecteer ‘bestaande driver gebruiken’ en klik op Volgende Op de laatste pagina is het mogelijk om een
4.3.6.3 Windows 7 Klik ‘apparaten en printers’” Klik ‘Printer toevoegen’ Voor Nederlandstalige ondersteuning, tel.: 0858 880 106 (lokaal tarief ), Voor Engelstalige ondersteuning, neem contact op met Unisupport.net, Denemarken, Tel.: +45 70 26 11 50, www.unisupport.
Klik ‘Lokale printer toevoegen’ Selecteer ‘Maak een nieuwe poort’ Bij ‘Poorttype’ selecteer ‘Standaard TCP/IP poort’ Klik Volgende Bij ‘Netwerknaam of IP adres:’ type het IP adres van de NAS server; deze kan gevonden worden in ‘NetTool’ Klik Volgende Voor Nederlandstalige ondersteuning, tel.: 0858 880 106 (lokaal tarief ), Voor Engelstalige ondersteuning, neem contact op met Unisupport.net, Denemarken, Tel.: +45 70 26 11 50, www.unisupport.
Zoek het merk van de printer in aan de linkerzijde, en het type aan de rechterzijde Als de fabrikant of de printer niet wordt weergegeven, download u de drivers van de website van de fabrikant en installeert u deze via het meegeleverde installatieprogramma of door op ‘heb schijf’ te klikken in dit venster Klik Volgende Bij ‘printernaam’ kunt u een naam voor de printer invoeren; het kan handig zijn om ‘NAS’ aan de naam toe te voegen om aan te geven dat de printer verbonden is met de NAS Geef aan of de print
Selecteer ‘Printer niet delen’ Klik op Volgende U kunt aangeven of u een testpagina wenst af te drukken Klik Voltooien om de printerinstallatie af te ronden Voor Nederlandstalige ondersteuning, tel.: 0858 880 106 (lokaal tarief ), Voor Engelstalige ondersteuning, neem contact op met Unisupport.net, Denemarken, Tel.: +45 70 26 11 50, www.unisupport.
4.3.7 Webbeheer (Web Based Management) Klik in de lijst met gedeelde mappen op de rootmap die wordt gebruikt, bijvoorbeeld ‘public’. Door op de icoon naast de mapnaam te klikken (weergegeven in de ‘Document Folder List’) zal de map activeren. Back Off: klik op deze knop om naar de vorige map te gaan. File Upload: klik op deze knop om bestanden naar de geselecteerde map te uploaden. Een bestand uit de ‘File List’ kan geopend of gedownload worden vanaf deze pagina.
4.3.8 Gebruikers (User Management) Hier kunnen gebruikers worden aangemaakt en verwijderd. Het is tevens mogelijk om de gebruikersnaam en het wachtwoord van gebruikers te wijzigen. Klik op de icoon links voor de gebruikersnaam om het ‘Modify User Properties’ scherm te openen. 4.3.9 Groepen (Group Management) Een groep wordt gebruikt om meerdere gebruikers dezelfde rechten te geven.
Klik op icoon links van de gebruikersnaam om een lijst van gebruikers op de NAS-server te openen en deze toe te voegen aan een groep. 4.3.10 Mappen (Folder Management) Hier kunnen mappen worden aangemaakt of verwijderd. Klik na het toevoegen van een map links van de naam om de beheerpagina van de map te openen. De beheerpagina wordt gebruikt om toegang te geven aan groepen of gebruikers, zodat zij bij de map op de NAS-server kunnen.
4.3.11 Media (Media Server Settings) Zet de UPnP AV-server aan door links van de naam een vinkje te zetten. Selecteer een map ter gebruik van de mediaserver in ‘Share media files in’ en selecteer het tijdsinterval tussen het herscannen van de gedeelde mediabestanden in ‘Set time interval to rescan’. 4.3.12 iTunes (iTunes Server Settings) Hier kan de iTunes-server van de NAS-server aan- of uitgezet worden. Om de iTunes-server te gebruiken, dient een iTunes-cliënt geïnstalleerd te zijn op de cliëntcomputer.
iTunes Server Server Name Port Rescan Interval Music Files Location Server Status Kies ‘Enable’ of ‘Disable’ om aan te geven of u de iTunesserver aan wilt zetten. Vul een geldige naam in met ’0-9’, ’a-z’, ’A-Z’, ’-‘, ’_’, ‘ ‘; Als de iTunesserver juist werkt, zal de servernaam opgenomen worden in de gedeelde lijst in iTunes. Vul een geldig getal in. Vul een geldig getal in. Met dit interval wordt er naar nieuwe mediabestanden gescand op de NAS-server.
Select backup source Select backup destination Choose backup schedule Choose backup options Geef hier hetgeen aan waarvan u een back-up wilt maken, dit k unnen lokale bestanden en mappen zijn of bestanden en mappen op afstand. Let op: de bron- of doellocatie dient een lokale map op de NAS-server te zijn. Geef hier de doellocatie van de back-up aan, dit kunnen lokale bestanden en mappen zijn of bestanden en mappen op afstand.
Vul de informatie in over de bestanden waarvan u een back-up wilt maken en klik op ‘Test Availability’ om de beschikbaarheid te testen. Wanneer de test goed doorlopen wordt, zal worden weergeven dat uw informatie correct is. Remote: NFS Server NFS (Network File System) stelt een systeem in staat om mappen en bestanden met anderen te delen over het netwerk. Met behulp van NFS kunnen gebruikers en programma’s bestanden op afstand benaderen bijna alsof dit lokale bestanden zijn.
Local: the other hard drive share Deze optie is hetzelfde als ‘Local: public’, behalve dat een andere map gebruikt wordt dan de publieke map. Wanneer de opdracht naar uw voorkeur is ingesteld, kunt u op ‘Add a Backup Job’ klikken om de opdracht toe te voegen aan de back-uplijst. Indien gewenst, kan de opdracht handmatig uitgevoerd worden door op ‘Go’ te klikken. 4.3.14 BitTorrent Een NAS-serverharde schijf is nodig om deze functie te gebruiken.
Global settings Hier kunt u aangeven in welke map u de torrentbestanden wilt plaatsen. De maximale download- en uploadsnelheid kunnen beperkt worden naar een specifieke download- of uploadsnelheid. Seed Options: Seed infinitely – Tot de download is voltooid. Het seeden van het bestand zal doorgaan totdat u dit wijzigt. Add a new job Download een BitTorrent seed (*.torrent) van het internet en gebruik deze optie om de taak toe te voegen. Klik na het uploaden van een .
Er zijn vier opties beschikbaar: Detail Start Stop Delete Geeft detailinformatie van de taak weer. Klik hierop om de taak te starten. Klik hierop om de taak te stoppen. Klik hierop om de taak te stoppen en te verwijderen, waarna er andere taken kunnen worden toegevoegd. Let op: Er kunnen tot 10 taken worden toegevoegd, maar er kunnen slechts 2 taken tegelijkertijd worden uitgevoerd. 4.3.15 Hulpmiddelen 4.3.15.
4.3.15.2 Harde Schijf (Hard Disk Utilities) Deze functie heeft twee opties: 1. Format: Formatteer een harde schijf voor gebruik met een NAS-server (Gebruikersbeheer werkt ALLEEN op een in de NAS-server gemonteerde harde schijf ). De capaciteit van de harde schijf dient minstens 10GB te zijn. 2. Raid: Selecteer een harde schijf en geef aan welke RAID-modus u wilt gebruiken. Ga vervolgens terug naar stap 1 om verder te gaan.
4.3.15.3 Harde Schijf Onderbreken (Hard disk Suspend Management) Hier kunt u het tijdsinterval instellen waarmee slaapmodus op de NAS-server wordt gestart om energie te besparen. De slaaptijd wordt uitsluitend geactiveerd wanneer er geen ingaande of uitgaande signalen worden gedetecteerd gedurende de ingestelde tijd. 4.3.15.4 Firmware Upgrade Als er nieuwe firmware is vrijgegeven voor de NAS-server, kunt u de NAS-server hier upgraden. Het duurt ongeveer 1~2 minuten om de upgrade te voltooien.
4.3.15.5 Configuratiebestanden Opslaan & Herstellen (Save & Restore Configuration Files) Hier kunt u de instellingen van de NAS-server herstellen of hiervan een back-up maken van of naar een extern apparaat. Save: Het configuratiebestand wordt gedownload. (Internet Explorergebruikers dienen op de beveiligingsbalk bovenin het beeld te klikken en ‘Bestand opslaan’ te kiezen) Restore: Herstel de configuratie van de NAS-server door middel van een eerder opgeslagen configuratie. 4.3.15.
4.3.15.8 Systeemlogboek (System Log) Hier kan een activiteitenlogboek van de NAS-server worden bekeken. 4.3.15.9 E-mail verzenden (E-mail sending) Deze pagina geeft de server de mogelijkheid om E-mail te verzenden als belangrijke aanpassingen worden gedaan of als de NAS server met serverproblemen te maken krijgt zoals vastlopen of problemen met de harde schijf. Voor Nederlandstalige ondersteuning, tel.: 0858 880 106 (lokaal tarief ), Voor Engelstalige ondersteuning, neem contact op met Unisupport.
Send me an E-mail when important settings changed or severe problems occurred: schakelt het sturen van E-mails bij veranderingen of problemen met de NAS server in. SMTP Server: voer hier de naam van de SMTP server die gebruikt kan worden voor het sturen van de emails in. Deze informatie is te verkrijgen bij uw E-mail aanbieder. Server port: voer hier de poort in dit gebruikt moet worden om de mail te verzenden naar de SMTP server. Deze informatie is te verkrijgen bij uw E-mail aanbieder.
Appendix 1 Wat is RAID? RAID staat voor Redundant Array of Independent Disks en is een combinatie van twee of meer schijven met als doel het verhogen van de fouttolerantie en verbeteren van de prestaties. Er zijn meerdere RAID-niveaus, die ieder een andere methode bieden waarmee gegevens tussen de schijven wordt gedeeld of gedistribueerd. De NAS-server ondersteunt de RAID-niveaus 0, Linear en 1.
Voor Nederlandstalige ondersteuning, tel.: 0858 880 106 (lokaal tarief ), Voor Engelstalige ondersteuning, neem contact op met Unisupport.net, Denemarken, Tel.: +45 70 26 11 50, www.unisupport.