User manual

25
De DAB-functie
in het ensemble weer te geven.
De weergave van de signaalsterkte(p. 27) helpt u
om de antenne correct te richten resp. om de
optimale locatie voor uw DAB-radio te bepalen.
De uitslag (lengte) van de balk toont de momentele
signaalsterkte.
 Verander bij een slechte ontvangst de
antennerichting resp. de opstelling van de radio.
De uitslag van de balk moet toenemen.
Hoe u DAB-zenders opslaat
Het programmageheugen kan maximaal 30 stations
in het DAB-bereik opslaan.
Opmerking:
De opgeslagen zenders blijven ook bij stroomuitval
bewaard.
De gewenste zender instellen.
Druk op de toets MEMORY (24) en houd de
toets ingedrukt.
Stel de gewenste geheugenplaats in met I
(39), I (26).
Druk op SELECT (27) ter bevestiging, op het
display verschijnt "Prog # gesp“.
Verdere zenders opslaan: procedure herhalen.
Selecteren van de geprogrammeerde
stations
MEMORY (24) indrukken, met I(39), I (26)
een geheugenplaats kiezen en met SELECT
(27) bevestigen.
Wanneer u geen zender op het geselecteerde
geheugenplaats heeft opgeslagen, verschijnt
"Programma leeg".
Wissen van een opgeslagen
geheugenplaats
Nieuwe zender op de resp. geheugenplaats opslaan.
Hoe u de datacompressie DRC
instelt
Het compressieniveau compenseert dynamische
schommelingen en hierdoor optredende variaties in
het volume.
Houd op de toets MENU INFO (38) lang ingedrukt en
kies met I, I (39, 26) < DRC >.
Bevestig door op SELECT (27) te drukken.
Kies met I, I (39, 26) de compressieverhouding:
DRC laag lage compressie
DRC hoog hoge compressie
DRC uit compressie uitgeschakeld
Bevestig door op SELECT (27) te drukken.