Operation Manual

Hoe u de radio bedient
24
Hoe u de radio bedient
Aanwijzing:Het toestel ontvangt op de frequenties
UKG 87,5–108 MHz en MG 522–1620 KHz.
Î Om de radio in te schakelen, drukt u op de
functietoets BAND/RADIO 7.
Î Om het gewenste frequentiebereik UKG of MG te
kiezen, drukt u opnieuw op de functietoets
BAND/RADIO 7.
Î Als u UKG instelt, kunt u de werpantenne uittrekken
om de ontvangst te verbeteren.
Aanwijzing:In de regel worden UKG-zenders in stereo
ontvangen. "ST" verschijnt op het display.
Î Als u MG instelt, kunt u de MG-ringantenne draaien
om de ontvangst te verbeteren. Stel de ringantenne
op minstens 25 cm van het toestel op.
Hoe u een zender instelt
Manuele zenderkeuze
Druk kort op de toetsen IWW , XXI 9, 33, 34, dit
verandert de ontvangstfrequentie stapsgewijs naar boven
of naar onderen. In het UKG-bereik in stappen van 0,05
MHz, in het MG-bereik in stappen van 9-kHz (=
fijninstelling). Hierdoor kunt u ook zwakke zenders
instellen waarvan de frequentie u bekend is.
Zenderzoekloop
Lang indrukken van de toetsen IWW , XXI 9, 33, 34 (ca.
1 seconde), start de zoekloop. De automatische
zoekloop vindt alleen zenders met een sterk signaal.
Zwakke zenders kunnen alleen manueel ingesteld
worden.
Opnieuw indrukken van de toetsen IWW , XXI 9, 33, 34
(ca. 1 seconde), zet de zoekloop voort. Tijdens de
zoekloop is de tuner uitgeschakeld.