Operation Manual

NL
25
De stand van de koppelingspedaal en achterrem
De stand van de koppelingshendel en de achterrembediening
kan, met betrekking tot de betreffende treeplanken, aan de
behoeften van elke bestuurder worden aangepast.
De stand van de versnellingspedaal kan op de volgende
manier aangepast worden:
de stang (1) vasthouden en de contramoeren (2) en (3)
losdraaien.
Opmerkingen
De moer (2) heeft linkse schroefdraad.
Draai stang (1) door middel van een open steeksleutel op
de zeshoekige kant totdat het pedaal op de gewenste
positie staat.
Beide contramoeren tegen de stang vastdraaien.
De positie van de achterremhendel kan op de volgende
manier aangepast worden:
De contramoer (4) losdraaien.
Aan de regelschroef (5) van het pedaal draaien totdat deze
op de gewenste positie staat.
De contramoer (4) vastdraaien.
Controleer, door met de hand op het pedaal te drukken, of
deze een speling van ongeveer 1,5รท2 mm heeft voordat u
ermee remt.
Als de speling niet correct is, past u de lengte van het
pompstangetje op de volgende manier aan:
De contramoer (6) op het pompstangetje losdraaien.
Het stangetje op het gaffeltje (7) aandraaien voor meer
speling en losdraaien voor minder speling.
De contramoer (6) vastdraaien en de speling opnieuw
controleren.
1
3
2
afb. 17
5
4
6
7
afb. 18