Operation Manual

62
NL
De motorfiets starten en ermee rijden
1) De koppelingshendel intrekken.
2) Met de punt van uw voet en een besliste beweging de
versnellingshendel induwen om deze in de eerste
versnelling te zetten.
3) Gas geven met de gashendel, tegelijkertijd langzaam de
koppelingshendel loslaten; de motorfiets begint te rijden.
4) De koppelingshendel helemaal loslaten en gas geven.
5) Om over te schakelen naar een hogere versnelling, de
gashendel helemaal sluiten voor een lager toerental,
de koppelingshendel intrekken, het versnellingspedaal
naar boven duwen en de koppelingshendel loslaten.
Op de volgende manier schakelt u terug naar een lagere
versnelling: de gashendel loslaten, koppelingshendel
intrekken, even gas geven om alle tandwielen te
synchroniseren, terugschakelen naar een lagere
versnelling en de koppelingshendel loslaten.
De hendels dienen correct en op het juiste moment te
worden bediend: op een helling, wanneer de motor
snelheid mindert, dient u onmiddellijk naar een lagere
versnelling terug te schakelen. Doet u dit niet, dan brengt u
het hele voertuig (en niet alleen de motor) in moeilijke
bedrijfsomstandigheden.
Belangrijk
Niet bruusk gas geven: u kunt de motor ermee
“verzuipen” of de transmissiedelen forceren. Laat de koppeling
niet uit staan tijdens het rijden: dit kan tot oververhitting en dus
overmatige slijtage van alle wrijvingsorganen leiden.