WRAP FLAG 1 FLAG 2 FIXED TBLOCK VERT CAPS BFONT STYLE BOX ULINE BCODE PRINT CLEAR VERT BCODE BOX/UL CARD ID LANG SAVE ALIGN ERASE SAVE GRAPHIC 219 Industrial Labelprinter Gebruiksaanwijzing www.dymo.
WRAP FLAG 1 FLAG 2 FIXED TBLOCK VERT CAPS BFONT STYLE BOX ULINE BCODE PRINT CLEAR VERT BCODE BOX/UL CARD ID LANG SAVE 219 ALIGN SAVE GRAPHIC ERASE
Inhoudstafel - deel I: Printer handleiding Inleiding .................................................. 3 Introductie .................................................. 3 1. Inhoud van de ILP219-kit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2. Stroomtoevoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 3. Cassette plaatsen/vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 4. Uw eerste label afdrukken . . . . .
Inhoudstafel - deel II: Software handleiding Aan de slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 Over labelreeksen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 Over afbeeldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 De software registreren . . . . . . . . . . . . . . .
Inleiding Met de Dymo ILP219 kunt u de kabels, draden, patch-panelen en componenten van uw apparatuur markeren en identificeren. Met de ILP219 kunt u gegevens afdrukken op een manier die in uw werkomgeving past: thermisch bedrukte tape kan om kabels worden gewikkeld, als vlaggetje om draden worden geplaatst en op verschillende oppervlakken worden bevestigd.
AC-ADAPTER • Sluit de AC-adapter aan op wandcontactdoos . Bij het aansluiten van de adapter wordt de stroomtoevoer van de batterijen onderbroken. • Verwijder de plug van de AC-adapter uit de printer alvorens de adapter uit het stopcontact te verwijderen. Hierdoor kunt u voorkomen dat de laatste labelgeheugeninstellingen verloren gaan (zie ook ON/OFF). Opmerking: Gebruik de AC-adapter voor het opladen van uw batterijenpakket. 3.
DEEL 1 Kennismaking met uw printer De display WRAP FLAG 1 FLAG 2 FIXED TBLOCK VERT CAPS BFONT STYLE BOX ULINE BCODE Deze aankondigingen worden in de hele handleiding in meer detail uitgelegd. Achtergrondverlichting Wanneer de printer in een donkere omgeving wordt gebruikt en de display moeilijk te lezen is, kan de achtergrondverlichting worden gebruikt. Met deze toets kunt u de achtergrondverlichting in- of uitschakelen.
ESCAPE Door op de toets te drukken verlaat u de instelling/functie waarin u zich bevindt en gaat u terug naar het beginscherm. NAVIGATIETOETS • Druk op Q of R om de cursor in de tekst te verplaatsen, een teken per keer. • Druk op + Q of R om de cursor te verplaatsen naar het begin of het einde van de tekstregel. • Wanneer deze toets wordt gebruikt in combinatie met bepaalde functietoetsen, dient Q of R te worden gebruikt om een optie te selecteren. • Gebruik Q of R om tekens in de tekst te voegen.
Labels opmaken TEKENGROOTTE Met de ILP219 kan tekst worden afgedrukt in vier verschillende hoogten (klein, middel, groot en extra groot lettertype) en in drie verschillende breedten (smal, normaal en breed). De combinatie van hoogte en breedte wordt weergegeven in het tekengroottevak op de display. B Druk op om het tekstformaat te selecteren. Gebruik H of P op de navigatietoets om de gewenste hoogte van de tekst te selecteren en Q of R om de breedte te selecteren.
BOX/UL TEKST ONDERSTREPEN EN OMLIJNEN + U kunt kiezen uit drie opties: onderstreepte tekst, omlijnde tekst (vierkant) of omlijnde tekst (rond) Druk op + en gebruik de toetsen Q of R om de gewenste stijl te selecteren. Houd er rekening mee dat omlijnde tekst niet kan worden onderstreept. BOX/UL TEXT 1. onderstreept = 2. vierkant kader = TEXT 3. vierkant kader met ronde hoeken = TEXT MEERDERE REGELS Druk op ENTER om de volgende regel tekst te beginnen op een label met meerdere regels.
ALIGN TEKST OP EEN LABEL UITLIJNEN + Bij labels met een vaste lengte kunt u ook kiezen hoe u de tekst ten opzichte van de rand van het label wilt positioneren: links, midden of rechts uitlijnen. Bij links uitlijnen ontstaat er een blanco ruimte op het label na de tekst (rechts op het label). Bij rechts uitlijnen ontstaat er een blanco ruimte op het label na de tekst (links op het label). Bij midden uitlijnen wordt de blanco ruimte op het label evenredig verdeeld aan beide kanten van de tekst.
BCODE BARCODES GENEREREN + MODE Met de ILP219 kunnen barcodes worden gegenereerd in zes standaardformaten: EAN-13, EAN-8, UPC-A, UPC-E, CODE-39 en CODE-128. Barcodes kunnen alleen worden afgedrukt op labels van 19 mm breed en kunnen zowel de volle hoogte van het label innemen als deel uitmaken van tekst op een of twee regels. Barcodes maken: • Druk op H + . Het type barcode dat eerder is geselecteerd verschijnt op de display.
LabelPOINT ABC 123456 DEF PG BRK PAGINA-EINDE + U kunt ‘meerdere lay-outs’ op hetzelfde label creëren. Dit kunt u doen door uw label te verdelen in ‘pagina’s’ of tekstblokken met een eigen lettergrootte en stijlinstellingen. Het einde van ieder tekstblok wordt door een pagina-einde gemarkeerd. Het aantal regels dat per pagina kan worden gecreëerd is afhankelijk van de breedte van het label. Op een label kan maximaal twee maal een pagina-einde worden opgeslagen.
• Gebruik de pijl H op de navigatietoets om naar de tweede modus te scrollen: • Druk op ENTER . U wordt gevraagd om de doorsnede in te voeren. • Op de display verschijnt Ø= xx, waarbij de standaardinstelling van xx 2,5 mm of 0,1 inch is. • Gebruik de pijlen H of P op de navigatietoets om de juiste doorsnede van de kabel in te voeren. De instellingen kunnen naar boven of naar beneden worden gewijzigd (in stappen van 0,1 mm of 1 mm/0,1 inch of 1 inch).
• Druk op ENTER om deze optie te selecteren De FLAG 1-indicator licht op. In de modus FLAG 1 kunnen vlaggetjes voor draden of kabels met een maximumdoorsnede van 1000 mm of 40 inch worden afgedrukt. - Bij meerdere afdrukken worden na ieder label 2 kleine punten afgedrukt om aan te geven waar de labels gesneden moeten worden. - Het afdrukproces wordt gestopt zodra er gegevens uit het geheugen worden gebruikt die fouten veroorzaken bij de beschikbare mogelijkheden.
• U wordt gevraagd om de gewenste lengte in te stellen. Op de display verschijnt L= xx, waarbij de standaardinstelling van xx 20 mm of 0,79 inch is. • Gebruik H op de navigatietoets om de doorsnede van de kabel in te voeren. De instellingen kunnen naar boven of naar beneden worden gewijzigd (in stappen van 0,1 mm of 10 mm / 0,1 inch of 1 inch). - of • Verplaats de cursor naar links met pijl Q om de linkercijfers in te stellen. Voer de lengte in met het toetsenbord.
2. Modus Vertical terminal block BCODE CO • Druk op de toets scrollen: MODE . Gebruik vervolgens de cursortoets H of P om naar de modus VERTICAL TERMINAL BLOCK te • Druk op ENTER om deze optie te selecteren C ). Op de display ver• U wordt gevraagd de waarde in te voeren die u als vaste afstand wilt instellen tussen de klemmen (C schijnt C = xx, waarbij de standaardinstelling van xx 6 mm of 0,025 inch is voor de afstand tussen de aansluitklemmen. • Gebruik de cursortoets om de instellingen te wijzigen.
altijd de lengte van de kleinste module vermenigvuldigd met een factor X. Druk na iedere module op ENTER om te bevestigen. - Voor factor X kunnen worden gebruikt: min.: 1, max.: 9 • De lay-out van uw modulerack is nu ingesteld en u kunt de gegevens gaan invoeren. U kunt de gegevens handmatig invoeren of gegevens gebruiken die zijn opgeslagen op de geheugenkaart (zie handleiding Deel II, pagina ?? voor informatie over het downloaden van gegevens naar de geheugenkaart). ).
Labels en voorkeursinstellingen opslaan SAVE Labels opslaan + U kunt maximaal 8 labels opslaan in het geheugen van de printer. SAVE 1. Druk op SHIFT + om het huidige label op te slaan en de geheugenlocaties te kunnen bekijken. Indien er geen labels zijn opgeslagen, verschijnt de cursor onder het eerste vakje. Het vakje licht op. Op de display verschijnt: GGGGGGGG Een vakje is vol wanneer het een label bevat. De cursor bevindt zich onder het laatst gewijzigde label.
Bestanden van de geheugenkaart gebruiken Geheugenkaart invoeren Voer de geheugenkaart in zoals in onderstaande illustratie wordt aangegeven. U kunt de Card ID naam controleren van de kaart door te drukken op H + . Het ID van de kaart verschijnt bovenaan de display. De grootte van de kaart bedraagt 64 kb en er kunnen maximaal 32 bestandsnamen (= groepen) en 32 verschillende afbeeldingen op worden opgeslagen. Ieder bestand kan bestaan uit een onbeperkt aantal labels. GRAPHIC Bestanden selecteren 1.
Afdrukken Druk op PRINT en u komt in het menu PRINT. In de display verschijnt een reeks van vijf opties, die geselecteerd kunnen worden met H of P op de navigatietoets. Verschillende afdrukopties 1. CURRENT (HUIDIG) Druk op ENTER en de ILP219 drukt een kopie af van het huidige label. Als u nog een keer op PRINT drukt, gebeurt dit nog een keer. 2. COPIES (KOPIEËN) U kunt meerdere kopieën van hetzelfde label afdrukken. Gebruik H of P om in het menu PRINT naar deze optie te scrollen.
T° TEMPERATUUR VAN DE PRINTERKOP INSTELLEN + Sommige materialen vereisen een afwijkende printerkoptemperatuur. De printerkoptemperatuur kan worden aangepast om de af te drukken tekstT° donkerder of lichter te maken. om de temperatuur te wijzigen. U wordt vervolgens gevraagd om een hogere of lagere printkopertemperaDruk op + tuur in te voeren. De temperatuur gaat omhoog tot + 5 en omlaag tot maximaal 20 in stappen van 1 ( + duidt een donkerdere afdruk aan). Reinigen Maak het snijblad regelmatig schoon.
Garantieregistratie Vul de garantieregistratiekaart in en stuur deze binnen zeven dagen naar het van toepassing zijnde klantenserviceadres - zie het garantiebewijs voor meer informatie.
DEEL II Card Loader Software Aan de slag In deze handleiding wordt beschreven hoe u de DYMO ILP219 Card Loader-software kunt gebruiken voor het creëren en downloaden van bestanden die bibliotheken van labels en afbeeldingen bevatten voor gebruik met de DYMO ILP219 industriële labelprinter. Overzicht De DYMO ILP219 Card Loader-software biedt een eenvoudige methode om reeksen labels en afbeeldingen te creëren die dan gedownload kunnen worden op de DYMO ILP219 industriële labelprinter.
De software registreren Als u de ILP219 Card Loader-toepassing de eerste keer start, wordt u gevraagd om de software te registreren. Wij raden u ten stelligste aan om uw ILP219 Card Loader-software te registreren, zodat u klantenondersteuning, informatie over productupdates en speciale aankondigingen van DYMO kunt ontvangen. Als u de software op dat ogenblik niet registreert, zal dezelfde vraag herhaald worden de volgende keren dat u het programma opstart.
Overzicht Groepen Het overzicht Groepen beeldt de inhoud van uw labelreeks af in een boomoverzicht waarin de labels geordend zijn in groepen. U kunt maximum 32 groepen hebben binnen een labelreeks. Het aantal labels dat u kunt creëren in elke labelreeks wordt enkel beperkt door de hoeveelheid geheugen die beschikbaar is op de geheugenkaart. Vanuit het overzicht Groepen kunt u labels ordenen, labels verplaatsen en kopiëren tussen groepen of labels of groepen labels wissen uit de reeks.
Menu's en opdrachten In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de opdrachten die beschikbaar zijn voor de gebruiker. Voor meer gedetailleerde informatie over een specifieke opdracht raadpleegt u de Help. Menu Bestand De volgende opdrachten zijn beschikbaar in het menu Bestand Werkbalk-pictog. Menuopdracht Beschrijving Nieuwe labelreeks Sluit de huidige labelreeks. Er wordt u indien nodig gevraagd om de reeks op te slaan, en er wordt een nieuwe, naamloze labelreeks geopend.
Menu Bewerken Rapport afdrukken Drukt de labelgegevens af op de geselecteerde printer. Printerinstellingen Beeldt het dialoogvenster Printerinstellingen af en verleent toegang tot de eigenschappen van het stuurprogramma. Downloaden Downloadt de huidige labelreeks naar de ILP219 labelprinter. Afsluiten Om het programma te verlaten. Als de huidige labelreeks niet opgeslagen is, wordt u gevraagd om de wijzigingen op te slaan.
Menu Invoegen De volgende opdrachten zijn beschikbaar in het menu Invoegen. Menuopdracht Afbeelding Menu Help De volgende opdrachten zijn beschikbaar in het menu Help. Menuopdracht Inhoud Registreren Info Hulp vragen Beschrijving Biedt u de mogelijkheid om een afbeelding in te voegen vanuit een bestand. Zie "Afbeeldingen gebruiken" op pagina 31. Beschrijving Geeft de inhoudstafel van de Help weer. Beeldt de elektronische registratiepagina af. Beeldt de huidige versie van de software af.
2. Voer voor deze labelreeks een identificator in in het veld Card ID invoeren/bewerken. De identificator kan maximaal 15 alfanumerieke tekens lang zijn, inclusief spaties. 3. Klik op OK. De ingevoerde Card ID verschijnt nu naast Card ID in het overzicht Groepen. Card ID in het overzicht Groepen Labeltekst toevoegen U voegt test toe aan labels in de labelreeks met behulp van het overzicht Labels. De labels kunnen maximum vier regels tekst tellen.
Zo voegt u een symbool toe 1. Plaats de cursor op de plaats waar het symbool moet ingevoegd worden op het label. 2. Kies een symbool uit de keuzelijst Symbool invoegen. Het Symbool verschijnt op de cursorpositie in de labeltekst. Over streepjescodes U kunt ervoor opteren om een streepjescode toe te voegen aan uw label. Deze functie kan zeer nuttig zijn, bijvoorbeeld als u items labelt die gescand zullen worden met een streepjescodelezer.
Het lettertype verandert in vet en onderstreept om aan te geven dat dit afgedrukt zal worden als een streepjescode op het label. In de werkstand Als Regels wordt de regel die geselecteerd is op elk label een streepjescode. In de werkstand Als Labels wordt de eerste regel van de geselecteerde labels een streepjescode. Als het label meer dan twee regels telt, zal de toepassing van een streepjescode er in beide gevallen voor zorgen dat de tekst op regel drie en regel 4 verloren gaat.
Een streepjescode verwijderen Om de streepjescode te verwijderen, markeert u de tekst en gebruikt u de toets Backspace of Delete of selecteert u . Groepen creëren Groepen worden gebruikt om uw labels te ordenen binnen de labelreeks. Uw labelreeks bevat de groep NIET TOEGEW genoemd waarin alle nieuwe labels standaard verschijnen. U kunt de naam van deze groep niet wijzigen en u kunt deze groep niet wissen. U kunt maximum 31 extra groepen creëren in elke labelreeks.
Afbeeldingen gebruiken Elke labelreeks kan een bibliotheek van afbeeldingen bevatten die toegevoegd kunnen worden aan een label als het label afgedrukt wordt. U kunt maximaal 32 afbeeldingen invoegen in elke labelreeks. U kunt afbeeldingen dupliceren binnen de labelreeks en de kopieën dan verticaal of horizontaal spiegelen om verschillende versies van dezelfde afbeelding beschikbaar te stellen.
2. Selecteer de afbeelding die u wenst te wijzigen. 3. Dupliceer de afbeelding als u een kopie van de afbeelding in de originele afdrukstand wilt behouden. 4. Kies een van de volgende mogelijkheden: • Horizontaal spiegelen om de afbeelding horizontaal te spiegelen (van rechts naar links). • Verticaal spiegelen om de afbeelding verticaal te spiegelen (van boven naar onder).
zullen twee labels van drie regels creëren: één voor DYMO en één voor Esselte. Tekstbestand Tal van programma's kunnen een tekstbestand aanmaken, zoals een tekstverwerkingsprogramma, een databasetoepassing enz. Als u tekst exporteert vanuit een database, creëert u gewoonlijk een afgebakend bestand waarbij elke invoer gescheiden wordt door een komma of tabtekens en door een nieuwe regel op het einde van elk record.
Tekst op meerdere regels vanuit een tekstverwerker Als u tekst kopieert vanuit een tekstverwerker, hebt u gewoonlijk tekst op meerdere regels. In dit geval wordt de tekst voor elk label gescheiden door één blanco regel of een nieuwe regel. Als de tekst een blanco regel bevat, beschouwt Handig Plakken de tekst als meerdere labels die gescheiden worden door één blanco regel. Als er geen blanco regel wordt gevonden, wordt de tekst beschouwd als meerdere labels van één regel.
U kunt elk bestand met als extensie .csv of .txt selecteren. 3. Klik op Openen. Het dialoogvenster Importgroep selecteren verschijnt en beeldt de lijst af van beschikbare groepen in deze labelreeks. Er is een nieuwe groep toegevoegd aan de hand van de eerste 12 tekens van de naam van het geïmporteerde bestand. Dit is de standaardgroep waaraan de geïmporteerde tekst toegevoegd wordt. 4. Selecteer een groep voor de geïmporteerde labels en klik op OK.
Onderhoud en ondersteuning Technische ondersteuning Indien u problemen heeft bij het instellen of gebruiken van uw ILP219 Card Loader-software, raden wij u aan deze handleiding aandachtig te lezen en de Help te raadplegen, zodat u er zeker van kunt zijn dat u niets hebt gemist dat wel in de documentatie behandeld is.
Bijlage A Ondersteunde tekenreeks De DYMO ILP219 labelprinter ondersteunt een specifieke tekenreeks. U dient er dan ook voor te zorgen dat u enkel die tekens gebruikt bij de creatie van labels in de ILP219 Card Loader-software.
Tabel 2. Oost-Europees - Pools, Tsjechisch en Hongaars. Tabel 3. Turks - Turks.
Tabel 4. Baltisch - Ests, Lets en Litouws.
Verklaring van overeenstemming DYMO Corporation 44 Commerce Road Stamford, CT 06902-4561 Tel.: (203) 355-9000 Fax: (203) 355-9090 Informatie over de apparatuur Omschrijving: Thermische overdrachtprinter Model: ILP219 Certificatie Dit apparaat is getest en voldoet aan de eisen vastgelegd in: UL 1950 EN60950: Laagspanningsrichtlijn inzake productveiligheid FCC Deel 15 Klasse B EN55022: Emissie via straling en geleiding B EN50082-1: Algemene immuniteitsnorm Auteursrecht Copyright (c) 2002 DYMO Corporation.