Operation Manual

5
Een label afdrukken
1 Voer de tekst in om een enkel label
te maken.
2 Druk op .
3 Druk op de snijknop en de
label wordt gesneden.
4 Verwijder het schutvel van de label
om de lijm zichtbaar te maken en
breng vervolgens de label aan.
Vertrouwd raken met de labelmaker
Maak uzelf vertrouwd met de mogelijkheden en de plaats
van de functietoetsen op de labelmaker. Zie afbeelding 1.
In de volgende paragrafen vindt u een uitgebreide uitleg
van elke functie.
Aan- en uitzetten
U zet de machine aan en uit met knop . De machine
wordt na tien minuten inactiviteit automatisch
uitgeschakeld. Bij het uitzetten van de printer wordt de
laatst gemaakte label onthouden en weergegeven na het
aanzetten van de machine: de vorige geselecteerde
stijlinstellingen worden hervat.
LCD-display
De display kan vier regels tekst tegelijkertijd weergeven.
Het aantal weergegeven tekens op elke regel varieert en
is afhankelijk van spatiëring.
Met de exclusieve grafische weergave van DYMO is de
meeste opmaak die u toevoegt meteen zichtbaar.
Aan de in zwart weergegeven functie-indicatoren
bovenaan en aan de rechterkant van de LCD-display
kunt u zien welke functie is geselecteerd.
Indeling
Met de toets geeft u de volgende submenu's weer:
Lettertype, Tekengrootte, Stijl, Randen, Spiegelen,
Verticaal, Uitlijning en Labellengte. De uitleg over deze
opmaakfuncties vindt u verderop in deze
gebruikershandleiding.
Tek e n groo t t e
Met de toets geeft u het menu Tekengrootte weer. De
uitleg over deze opmaakfunctie vindt u verderop in deze
gebruikershandleiding.
Invoegen
Met behulp van de knop kunt u symbolen,
illustraties, streepjescodes, automatische nummering,
de datum en tijd of opgeslagen tekst invoegen op een
label. De uitleg over deze functies vindt u verderop in
deze gebruikershandleiding.
Instellingen
Met de toets geeft u de volgende submenu's weer:
Taal ,
Maateenheden,
Labelbreedte en Datum/tijd.
Hoofdlettermodus
Met de toets schakelt u hoofdlettergebruik in of
uit. Wanneer de hoofdlettermodus aan is, wordt de
hoofdletterindicator op de display weergegeven, en
alle letters die u typt zijn hoofdletters. Wanneer de
hoofdlettermodus uit is, zijn alle letters kleine letters.
De standaardinstelling voor hoofdlettermodus is “Aan”.
Shift
De toets wordt gebruikt om een symbool te selecteren
dat op een numerieke toets staat. Wanneer u bijvoorbeeld
op de drukt, wordt het cijfer 8 weergegeven op de
display. Als u echter op en dan op drukt, wordt
er een apostrof (‘) weergegeven op de display.
U kunt de toets ook gebruiken om de hoofdlettermodus
in en uit te schakelen voor één letter.
Backspace
De toets verwijdert het teken dat links van de cursor
staat. U kunt de toets ook gebruiken om een menu
af te sluiten zonder iets te selecteren.
Nieuw label/wissen
De -toets geeft u de keuze tussen alle tekst, alleen de
tekstopmaak of allebei wissen.
Navigatietoetsen
U kunt een label bekijken en bewerken met behulp van de
navigatiepijltjes links, rechts en boven en onder. U kunt met
de navigatiepijltjes ook menuselecties doorlopen, en
vervolgens op drukken om een selectie te maken.
Annuleren
Met de toets kunt u een menu afsluiten zonder te
selecteren of een actie annuleren.
1
Lettertype
8
Streepjescode
2
Tekengrootte
9
Teken met accent
3
Werkruimte
10
Shift
4
Gespiegelde tekst
11
Hoofdletters
5
Verticale tekst
12
Batterij
6
Tekstuitlijning
13
Vaste labellengte
7
Automatische
nummering
Tweedelig
schutvel
Afbeelding 6
1
4
13
12
11
10
9
3
2
56 7 8
Insert
Shift
Shift
Shift