Operation Manual

15
Hoofdstuk 4
Werken met lijsten
De DYMO Label software bevat een ingebouwd adresboek waarmee u lijsten kunt bijhouden van
adressen die regelmatig worden gebruikt om labels te genereren. Als u Mac OS versie 10.2 of later
gebruikt, kunt u ook labels afdrukken met adressen die al opgeslagen zijn in uw Mac OS-
Adresboek.
U kunt het adresboek echter ook gebruiken om andere informatie op te slaan. Deze informatie
(zoals een lijst met productnummers of videotitels) kan worden gekoppeld aan een variabel
tekstobject of streepjescodeobject, zodat u bijvoorbeeld een label met streepjescode kunt afdrukken
voor al uw productnummers.
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het Adresboek kunt gebruiken om labels te maken, te
bewerken en af te drukken. Raadpleeg de on-line Help voor meer gedetailleerde informatie over het
gebruik van het adresboek.
Hoe het adresboek werkt
Het adresboek biedt u de mogelijkheid bestanden met adres- of gegevenslijsten te maken. De items
in adreslijsten worden automatisch gesorteerd op basis van de eerste regel van het adres. Als deze
regel de naam van een persoon bevat, worden de items gesorteerd op achternaam. Als de eerste
regel daarentegen een bedrijfsnaam is, worden de items gesorteerd op bedrijfsnaam.
Gegevenslijsten worden gesorteerd op de eerste paar tekens van de eerste regel van elk item.
De items uit het adresboek kunnen worden gebruikt met adres- en variabele tekstobjecten.
Adresobjecten zijn standaard variabele tekstobjecten, waarbij het item dat momenteel in het
adresboek is geselecteerd wordt weergegeven in het object. Dit betekent dat de daadwerkelijke
inhoud die wordt afgedrukt in een adresobject niet noodzakelijk hetzelfde is telkens wanneer het
label wordt afgedrukt. Als u bijvoorbeeld tien items selecteert in het adresboek en klikt op
Afdrukken terwijl een adreslabel is geopend, dan zullen tien adreslabels worden afgedrukt: een
voor elk geselecteerd item in het adresboek. Als u een adreslabel opslaat, wordt enkel de indeling
opgeslagen, niet het specifieke adres. De volgende keer dat het adreslabel wordt geopend, wordt het
item dat momenteel in het adresboek is geselecteerd weergegeven in het adresobject.
U kunt een adresobject echter definiƫren als vast adresobject. Dit betekent dat het adres dat zich
momenteel in het object bevindt, wordt opgeslagen als deel van het label wanneer u dat label
opslaat en sluit. De volgende keer dat u het label opent, bevat het object hetzelfde adres. De
instelling Vast adres maakt het mogelijk labels te maken en op te slaan voor een ontvanger die u
vaak gebruikt.
Normaal bevat een tekstobject statische tekst (tekst die hetzelfde is telkens als het label wordt
afgedrukt), maar u kunt het object veranderen in variabele tekst door de instelling Variabel
tekstobject te selecteren. Een variabel tekstobject gedraagt zich ongeveer op dezelfde manier als
een adresobject, maar zonder de streepjescodefunctie. Een variabel tekstobject kan worden
gebruikt om labels af te drukken op basis van lijstitems. U kunt bijvoorbeeld prijskaartjes
afdrukken op basis van een onderdelenlijst of naamkaartjes op basis van een lijst met deelnemers.
Als u een label met een variabel adres- of tekstobject opent, wordt automatisch het item
weergegeven dat op dat moment in het adresboek is geselecteerd. Terwijl u verschillende items in
het adresboek selecteert, wordt elk geselecteerd item automatisch weergegeven in het object. Als u
vervolgens beslist het momenteel geselecteerde adres af te drukken op een ander label, dan opent u