Operation Manual
Table Of Contents

17
Hoofdstuk 4
Werken met lijsten
De DYMO Label software bevat een ingebouwd adresboek waarmee u lijsten kunt bijhouden van
adressen die regelmatig worden gebruikt om labels te genereren. Als u Mac OS versie 10.2 of later
gebruikt, kunt u ook labels afdrukken met adressen die al opgeslagen zijn in uw Mac OS-Adresboek.
U kunt het adresboek echter ook gebruiken om andere informatie op te slaan. Deze informatie (zoals
een lijst met productnummers of videotitels) kan worden gekoppeld aan een variabel tekstobject of
streepjescodeobject, zodat u bijvoorbeeld een label met streepjescode kunt afdrukken voor al uw
productnummers.
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u het Adresboek kunt gebruiken om labels te maken, te
bewerken en af te drukken. Raadpleeg de on-line Help voor meer gedetailleerde informatie
over het gebruik van het adresboek.
Hoe het adresboek werkt
Het adresboek biedt u de mogelijkheid bestanden met adres- of gegevenslijsten te maken. De items
in adreslijsten worden automatisch gesorteerd op basis van de eerste regel van het adres. Als deze
regel de naam van een persoon bevat, worden de items gesorteerd op achternaam. Als de eerste
regel daarentegen een bedrijfsnaam is, worden de items gesorteerd op bedrijfsnaam.
Gegevenslijsten worden gesorteerd op de eerste paar tekens van de eerste regel van elk item.
De items uit het Adresboek kunnen gebruikt worden met adres- en variabele tekstobjecten.
Adresobjecten zijn standaard variabele tekstobjecten, waarbij het item dat momenteel in het adresboek
is geselecteerd, wordt weergegeven in het object. Dit betekent dat de daadwerkelijke inhoud die wordt
afgedrukt in een adresobject niet noodzakelijk hetzelfde is telkens wanneer het label wordt afgedrukt.
Als u bijvoorbeeld tien invoeren selecteert uit het Adresboek en dan klikt op Afdrukken als er een
adreslabel openstaat, dan zullen tien adreslabels afgedrukt worden: één voor elke geselecteerde invoer
in het Adresboek. Als u een adreslabel opslaat, wordt alleen de indeling opgeslagen, niet het specifieke
adres. Als dat adreslabel de volgende keer geopend wordt, verschijnt de huidig geselecteerde
Adresboekinvoer in het adresobject.
U kunt een adresobject echter definiëren als vast adresobject. Dit betekent dat het adres dat zich
momenteel in het object bevindt, wordt opgeslagen als deel van het label wanneer u dat label
opslaat en sluit. Als u het label de volgende keer opent, bevat het object hetzelfde adres. Met de
instelling Vast adres kunt u adreslabels maken en opslaan voor ontvangers met wie u regelmatig.
Normaal bevat een tekstobject statische tekst (tekst die hetzelfde is telkens als het label wordt
afgedrukt), maar u kunt het object veranderen in variabele tekst door de instelling Variabel
tekstobject te selecteren. Een variabel tekstobject gedraagt zich ongeveer op dezelfde manier als
een adresobject Een variabel tekstobject kan worden gebruikt om labels af te drukken op basis van
lijstitems. U kunt bijvoorbeeld prijskaartjes afdrukken vanaf een onderdelenlijst of naamkaartjes
vanaf een deelnemerslijst.