Bestnr. 61 12 78 INSTAT+ 3F Thermostaat voor elektrische vloerverwarming Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan.
I. Bedieningshandleiding Overzicht van de bediening 1. Werkingsprincipe De programmeerbare thermostaat INSTAT+ maakt het mogelijk, schakeltijden (maximaal 6 per dag) en temperaturen overeenkomstig individuele gewoonheden in te stellen. Na het installeren toont de regelaar automatisch de actuele tijd. In de werkwijze automatiek (AUTO) wordt de vloertemperatuur automatisch volgens de schakeltijden en temperaturen geregeld, die in programma 1 ingesteld zijn (zie 6).
2. Automatische werking (AUTO) Bij deze werkwijze wordt de vloertemperatuur automatisch geregeld volgens het ingestelde programma. De pijl voor de aanduiding van de werkwijze wijst op AUTO. Het getal rechtsonder kenmerkt de actueel geldige schakeltijd. 3. Het tijdelijk wijzigen van de temperatuurinstelling Tijdens de AUTO -modus kan de in het programma ingestelde temperatuur tijdelijk verandert worden. Voor het instellen van een andere temperatuur gebruikt u de toetsen + of -.
Na de instelling van een tijdsperiode knippert het display 10 seconden lang en de tijdsperiode wordt gestart. Om de functie af te breken drukt u op de toets < of >. Na het invoeren van de uren, schakelt de regelaar na verloop van de uren terug in de AUTO- werking. Na het invoeren van dagen, schakelt de regelaar om middernacht van de laatste dag op AUTO. Opmerking: de actuele (huidige) dag moet meegerekend worden. Bijv. invoer 1 dag: de regelaar schakelt om 24:00 uur van deze dag over op AUTO. Afb. 1 Afb.
6. Vooraf ingestelde programma's De regelaar beschikt over 3 vanaf fabriek ingestelde tijd/ temperatuurprogramma's. De standaardinstelling is programma 1 (zie hieronder). Als dit programma met uw wensen overeenkomt, kunnen veranderingen achterwege blijven. Om een ander programma te kiezen leest u 8.3.
Programma 2 Programma 3 6
. Aanpassen van de vooraf ingestelde tijd/temperatuurprogramma's aan uw wensen Dag – functie kiezen druk op toets > tot "Dag" verschijnt Dag instellen druk op toets +/- Tijden voor deze dag instellen Schakeltijd (1… 6) kiezen druk op toets > Tijd instellen Temperatuur kiezen Temperatuur instellen druk op toets +/druk op toets > druk op toets +/- Voor het opslaan van de instellingen druk op toets > Voor verdere schakeltijden of dagen instellen herhaalt u de bovenstaande stappen.
. Gebruikersinstellingen veranderen De regelaar biedt een serie aan eigenschappen die door de gebruiker verandert kunnen worden (zie tabel 1). Voor het activeren van het menu in de AUTO- mode de toetsen < en > tegelijkertijd ca. 3 seconden indrukken. Om een eigenschap te kiezen druk op de toets < of >. Om een eigenschap te wijzigen druk op de toets + of – Na een verandering moet de nieuwe waarde bevestigd worden met >. Om het menu te verlaten drukt u tegelijkertijd ca. 3 seconden op de toetsen < en >.
. Veranderen van de tijd, dag, maand en jaar Bij de levering van de regelaar is de klok vooraf ingesteld en de automatische zomer/wintertijd geactiveerd. Normaalgesproken zijn er geen veranderingen van deze waarden nodig, maar kan naar wens als volgt uitgevoerd worden. Klokfunctie activeren: Met de toets > DAG kiezen en met + Zondag selecteren Alle schakeltijden die niet verandert worden met de toets > overslaan tot de pijl op het kloksymbool wijst. De tijd gaat nu knipperen.
II. Installatiehandleiding LET OP! Voordat u een reeds aanwezige kamerthermostaat verwijdert of deze regelaar monteert moet beslist de stroomverzorging uitgeschakeld zijn. LET OP! Het apparaat mag uitsluitend door een elektricien geopend en volgens het schakelschema in het deksel van de behuizing resp. deze handleiding geïnstalleerd worden. Daarbij zijn de bestaande veiligheidsvoorschriften in acht te nemen. Om beschermklasse II te bereiken, moeten overeenkomstige installatiemaatregelen toegepast worden.
Montage van de regelaar direct op een wand of op een inbouwdoos 1. Verwijder m.b.v. een schroevendraaier het deksel en haal de montageplaat er af. 2. Bevestig de montageplaat met geschikte pluggen en schroeven. 3. Sluit de bedrading van de verwarming aan volgens het schakelschema in het apparaat of volgens het onderstaande schema. 4. Plaats het deksel terug op zijn plaats en druk het op de montageplaat tot het inklinkt.
Alle belangrijke functies zijn vanaf fabriek ingesteld. Als u wijzigingen wilt aanbrengen, leest u de mogelijkheden onder punt 8 van deze gebruiksaanwijzing. 3. Installatie- instellingen veranderen LET OP: deze instellingen slechts door een verwarmingsmonteur laten uitvoeren, anders kan de veiligheid en werking van het verwarmingssysteem beïnvloed worden. Lees ook de gebruikersinstellingen. Een lijst van de verschillende functies vindt u in tabel 2.
3.3 Vorstbescherming (optie 3, tabel 2) Met deze functie kan de vorstbescherming van de regelaar geactiveerd worden. Als de vloertemperatuur op 5 °C daalt, wordt door de vorstbescherming de verwarming ingeschakeld tot een temperatuur van 7 °C bereikt is. De vorstbescherming is ook actief als de regelaar uitgeschakeld is. 3.4 Standaardwaarde voor min/max. grenswaarden (optie 4, 5, tabel 2) Met deze grenswaarden kan voorkomen worden dat er te hoge of te lage temperaturen ingesteld worden.
4. Technische Daten Productbenaming INSTAT+ 3F Spanningsverzorging 230 V AC 50 Hz (195…253 V) Temperatuur instelling 10°C bis 40°C Temperatuur nauwkeurigheid 0,1°C Schakelstroom 10mA ….
5. Verhelpen van storingen 1. Er wordt te laat warm: a. Zijn de geprogrammeerde schakeltijden en de kloktijd juist? b. Is het zelflerende verwarmingsgedrag ingeschakeld (zie 3.5)? c. Had de regelaar voldoende tijd (een paar dagen) om te gegevens van de vloer te bepalen? 2. De regelaar kan niet bediend worden: Is de toegangsblokkering actief (zie 3.2)? 3. Op het display verschijnt E2: De voeler is defect (zie 3.6).