Operation Manual

Bediening van de klankaanpassingsmodus
281
Parametrische equalizer
Het interieur van een auto, de stoelen en de ruiten, bestaan uit verschillende materialen en omdat
deze materialen het geluid verschillend absorberen en reflecteren, kunt u de pieken en dalen van
het frequentiespectrum in het interieur met de equalizer aanpassen en compenseren.
Een "equalizer" is een functie waarmee deze pieken en dalen in het frequentiespectrum kunnen
worden gecompenseerd. Bij een gewone grafische equalizer echter, zijn de middelste frequentie en de
Q (scherpte en bandbreedte) vast ingesteld, waardoor de mate waarin de vervorming van pieken en
dalen kan worden gecompenseerd bij naast elkaar gelegen frequentiebanden beperkt is.
Met een "parametrische equalizer" kunt u de middelste frequentie, Q (scherpte en bandbreedte)
aanpassen en variërend versterken, zodat u heel specifiek bepaalde kleine gebieden van het
frequentiespectrum kunt aanpassen.
[Kenmerken van de parametrische equalizer]
In de normale modus kunnen er 7 banden met de parametrische equalizer worden aangepast. In de
pro-modus kunnen er 5 banden in het hoge frequentiebereik en 5 banden in het midden tot lage
frequentiebereik met een parametrische equalizer worden aangepast, als er 3-weg speakers zijn
ingebouwd. Met een 4-speakersysteem kunnen 5 banden voorin en 5 banden achterin gescheiden
worden aangepast.
Piek
Hoog
[Geluidsdruk]
Laag
Dal
Laag [Frequentie] Hoog
1
De middenfrequentie kan worden
aangepast.
2
De versterkingsfactor kan worden
aangepast.
Hoog
[Geluidsdruk]
Laag Hoog
Laag
[Frequentie]
Hoog
[Geluidsdruk]
Laag
Laag Hoog[Frequentie]
3
De Q-factor (scherpte/
bandbreedte) kan worden
aangepast.
Hoog
[Geluidsdruk]
Laag
Laag Hoog[Frequentie]
XII