Operation Manual

Bediening van de klankaanpassingsmodus
283
Als bijvoorbeeld de frequenties onder de afsnijfrequentie toenemend sterker worden getemperd in
plaats van helemaal niet afgespeeld. De functie waarmee de 'helling' wordt aangepast is bedoeld
als aanpassingsmogelijkheid van deze dempingskarakteristieken.
De hellingskarakteristiek van een filter zijn van dien aard dat ze bij hogere hellingwaardes
(bijvoorbeeld 12 dB/oct) een steilere helling vertonen en daardoor de mate waarin het geluid zich
met dat van andere banden vermengt, vermindert en daardoor alleen het bedoelde frequentieband
wordt weergegeven. Het veroorzaakt echter ook een verminderde samensmelting van het geluid uit
de verschillende speakers en zodoende meer vervorming.
De crossoverfunctie is een filter dat bepaalde frequentiebereiken toewijst.
Een hoogdoorlaatfilter (HPF) is een filter dat de frequenties blokkeert die lager zijn dan de
bepaalde frequentie (basbereik) en dat hogere frequenties (hogetonenbereik) doorlaat.
Een laagdoorlaatfilter (HPF) is een filter dat de frequenties blokkeert die hoger zijn dan de
bepaalde frequentie (hogetonenbereik) en dat lager frequenties (basbereik) doorlaat.
De 'helling' is het signaalniveau waarop de frequenties die een octaaf hoger en een octaaf lager
liggen worden getemperd.
Hoe hoger de hellingwaarde, des te groter de helling. Als er bovendien nog "PASS" wordt
geselecteerd, wordt de helling geannuleerd (de filter laat geen geluid meer door) en de crossover-
functie buiten werking gezet.
Als dit deck in de normale modus staat, komt het overeen met een normaal geluidssysteem met
speakers voorin, achterin en een subwoofer. In dat geval kan de crossover worden gebruikt om het
hoogdoorlaatfilter op de speakers achter- en voorin toe te passen, en het laagdoorlaatfilter op de
subwoofer, zodat het geluid uit alle speakers goed samensmelt. Behalve aan het 4-
speakersysteem kan de unit in pro-modus ook worden aangepast aan een speakersysteem
waarvan de speakers voorin, de speakers achterin en de non-fader uitgang op Hi, Mid of Low
kunnen worden ingesteld en zo de speakers al naar hun frequentiebereik (hoge tonen: tweeter,
middentonen: mid, lage tonen: bass) tot een 3-wegsysteem kunnen worden samengesteld. In dit
geval wordt de crossoverfunctie gebruikt om de weergavebereiken aan te passen door toepassing
van de HPF op de tweeters, de HPF en de LPF op de middentonen-speakers en de LPF op de
lagetonen-speakers om zodoende een harmonisch geluid te creëren.
fc1(LPF) fc2(HPF) fc3(LPF) fc4(HPF)
20 kHz
-3 dB
Basbereik Middenbereik Hogetonenbereik
20 Hz
fc*: Afsnijfrequentie
Basbereik
(woofers)
Middenbereik (speakers voor- en achterin)
20 Hz
fc(LPF/HPF)
20 kHz
63-200 Hz
XII